Het gebruik van omgekeerde osmose blijft een belangrijke rol spelen in de gietwatervoorziening van glastuinbouwbedrijven. Het knelpunt hierbij is het restproduct brijn. De lozing daarvan staat al jaren onder druk. Onder strenge voorwaarden mag het op de sloot, maar meestal is maatwerk nodig. Het verschilt sterk per provincie hoe overheden hiermee omgaan. Guus Meis: “Om het regionaal beleid voor langere termijn vast te leggen, is het belangrijk dat ondernemers bij gebiedsprocessen betrokken zijn.”

Het beleid voor omgekeerde osmose en brijnlozingen kan per provincie aanzienlijk verschillen. Dat blijkt uit een overzicht dat waterspecialist Guus Meis van Glastuinbouw Nederland schetste tijdens het Water en Plantgezondheid Event in Bleiswijk.
“In iedere regio wordt apart bekeken wat de mogelijkheden zijn om het brijnprobleem op te lossen. Omdat zowel waterschappen, provincies als gemeenten voor een deel verantwoordelijkheid dragen, zijn het vaak taaie processen om tot goed langdurig beleid te komen, maar het is belangrijk en handig om daar ondernemers bij te hebben. Dus als er een gebiedsproces aankomt of al speelt, neem dan contact op. Het is voor overheden goed te weten hoe ondernemers erin staan. En als ondernemers kun je de krachten bundelen om de watersituatie in je polder of gebied duurzaam te verbeteren”, geeft hij de toehoorders mee.

Verschillen in beleid

Opvallend zijn de verschillen in het beleid voor brijnlozingen, of het ontbreken hiervan. Dit heeft onder meer te maken met verschillen in de ondergrond. Meis: “In Flevoland is voor de Noordoostpolder in 2018 de afspraak gemaakt met het waterschap, gemeenten en provincie dat omgekeerde osmose mogelijk blijft in combinatie met een bassin van 3.000 kuub per hectare. Alle grote bedrijven beschikken daarover. Het brijn moet wel minimaal 200 meter diep worden teruggebracht, anders komt het terecht in dezelfde watervoerende zandlaag als waaruit je het water onttrekt.” De provincie heeft de afspraken omgezet in beleid dat binnenkort ter inzage ligt.
In Noord-Holland heeft de provincie aangegeven dat ze hier geen eigen beleid voor gaat maken. De gemeenten en omgevingsdiensten hebben de vrijheid om de afweging te maken en omgekeerde osmose toe te staan. De provincie is wel beschikbaar voor advies.
In de provincies Groningen, Friesland, Overijssel en Utrecht lopen nog geen gebiedsprocessen rondom brijnlozingen, vertelt Meis. “Dat kan zijn omdat de ondernemers daar zelf afspraken gemaakt hebben met bevoegd gezag of dat er ander aanvullend water wordt gebruikt.”

Limburg

In Limburg loopt het gebiedsproces om tot een langdurige oplossing te komen al langer. Meis: “Op ambtelijk niveau zitten we op één lijn en is het acceptabel om onder voorwaarden omgekeerde osmose toe staan met brijnlozing in de diepere ondergrond. Deze opvatting moet nog wel vastgelegd worden in overheidsbeleid en daar stagneert het momenteel. Samen met het waterschap hebben we gevraagd om dit te regelen.”
Hij geeft aan dat het brijn nu nog op de sloot geloosd mag worden in de zuidelijke provincie. “Maar de ondernemers willen dat liever niet. Ze vinden het slecht voor het imago van de tuinbouw, want het komt vreemd over als je in de zomer water in de sloot loost. Daarom wordt het terugbrengen van brijn naar de ondergrond via maatwerk momenteel voorbereid. Maar zij wachten toestemming van de overheid nog af.”

Gelderland

In Gelderland is het gebiedsproces net gestart. “De betrokken overheden zijn nog aftastend en bezig hun standpunt te bepalen alvorens over hun eigen schutting heen te kijken. Dat is wel nodig want provincie en gemeenten gaan over de ondergrond en de waterschappen over het watersysteem. Je moet met elkaar durven te besluiten dat je het ene milieueffect belangrijker vindt dan het andere. Wat is slechter, brijn in de sloot, de rivier of diep in de bodem?”
Glastuinbouw Nederland stimuleert het gebiedsproces en probeert alle partijen om tafel te krijgen. Dit speelt nu ook in Drenthe.

Zeeland en Zuid-Holland

In Zeeland gebeurt weinig verklaart Meis. “In deze provincie mag brijn van omgekeerde osmose op leidingwater gewoon op een sloot geloosd worden, omdat het slootwater in de zomer nog zouter is dan brijn en doordat water zelfs zoeter wordt.” Glastuinbouw Nederland gaat nog in overleg met de ondernemers over wat wenselijk is voor de langere termijn.
In de grootste glastuinbouwprovincie Zuid-Holland is de omgang met brijnlozingen verdeeld. In de belangrijkste regio’s Westland en Oostland is het maatwerk verlengd tot 2024. “Hier spelen diverse plannen voor andere vormen van gietwaterwinning, zoals de Waterbank Westland en het gebruik van effluent (gezuiverd afvalwater). Ook een optie is om in te zetten op meer capaciteit voor hemelwaterberging, eventueel aangevuld met water van gebouwen”, vertelt Meis.
Als duidelijk is welke optie de voorkeur heeft, kan bepaald worden op welke termijn die optie beschikbaar is en dat bepaalt ook de verlenging van het maatwerk na 2024.

Tekst: Koen van Wijk