De meeste volwassen zweefvliegen zijn goede bloemenbezoekers en leveren, naast bijen, een belangrijke bijdrage aan de bestuiving van verschillende gewassen. Een derde van de zweefvliegsoorten zijn goede bestrijders van bladluizen en in mindere mate van wittevlieg, trips en wolluis.
Onderzoekers bij Wageningen University & Research denken dat zweefvlieglarven even belangrijk zijn als sluipwespen, insectpathogene schimmels en gaasvliegen. In bestuivende gewassen waar ook problemen zijn met verschillende bladluissoorten, kunnen we ze voor beide doeleinden gebruiken; natuurlijke vijand van een plaag en ‘hulpbestuiver’.
Bladluisbestrijding
In de zomer zijn bij aardbei proeven uitgevoerd met twee van de drie soorten in de handel verkrijgbare zweefvliegen: Sphaerophoria rueppellii (kleine langlijf) en Eupeodes corollae (terrasjeskommazweefvlieg). De beste bladluisbestrijding werd bereikt in de behandelingen waarbij de zweefvliegen afzonderlijk van elkaar werden gebruikt. De mix van beide had geen toegevoegde waarde en de bladluispopulatie nam minder snel af.
In onze proef gebruikten we nectarplanten om volwassen zweefvliegen langer in leven te houden en zo voor meer eitjes te zorgen. Volgend jaar gaan we verschillende soorten stuifmeel testen om de zweefvliegen zo goed mogelijk te ondersteunen bij preventieve inzet.
Tekst: Ada Leman