‘De basis op orde’ is een veel gebruikte term die we ook in de gewasbescherming kunnen toepassen. Hoe zorg je ervoor dat de basis op orde is voor een goed en weerbaar gewas? Als we dit toepassen op bodemweerbaarheid dan onderscheiden we drie belangrijke pijlers: verhouding water en lucht in het substraat (of grond), plantenresten (koolstof) als aanjager van biologische processen en een actieve bodemmicrobiologie.

Hoe gaan waterschimmels te werk?

Een belangrijke groep van bodem- en substraatschimmels zijn de oömyceten, dit zijn waterschimmels die zich met behulp van een zwemstaartje (flagel) kunnen voortbewegen. Hierdoor kan de verspreiding in een periode met veel wateroverlast bijzonder snel gaan. De sporen ‘ruiken’ de aantrekkelijke geurtjes die door de plantenwortels worden afgescheiden en gaan direct op hun doel af. Eenmaal bij de wortel beginnen ze hun enzymen af te scheiden waarmee ze celwanden afbreken en binnen een paar uur is de plant geïnfecteerd en kan het proces van verspreiding en vermeerdering beginnen.

Werp zoveel mogelijk barrières op

Dit hele proces is gelukkig te vertragen door zoveel mogelijk barrières op te werpen waarmee de sporen zich minder snel kunnen verplaatsen en dus minder snel kunnen infecteren, vermenigvuldigen en verspreiden.

Barrière 1: Voorkom een wateroverschot
Omdat een waterfilm zorgt voor snelle verspreiding, moet je zorgen dat het substraat niet te verzadigd raakt met water en een goede water- en luchtverhouding heeft. Een luchtig substraat en zuurstofrijk water verkleinen de kans op een snelle verspreiding van sporen. Zorg daarom dat het water altijd in beweging blijft en niet stil staat.

Barrière 2: Verteerde plantenresten
Plantenwortels die groeien in organisch rijk substraat, bevatten stevigere cellen en onder invloed van humus- en fulvinezuren maken ze meer zij- en haarwortels aan. Dit vergroot de oppervlakte om nutriënten op te nemen. Tegelijkertijd bevatten plantenresten meer koolstofrijke verbindingen die de productie van antioxidanten stimuleren en waarmee wortels zich beter kunnen weren tegen belagers.

Barrière 3: Competitie door microben
Door het inwerken van plantenresten zoals houtvezel, rijstkaf, compost, champost of biochar (verkoolde plantenresten middels pyrolyse) wordt de groei van saprofytische schimmels, die zich gespecialiseerd hebben in het verwerken van dit soort complexe koolstofverbindingen, gestimuleerd. Een specifieke groep omvat de Trichoderma-soorten. Deze kunnen worden toegevoegd aan de bodem, maar komen van nature al in substraten en in kasgronden voor. Door deze schimmels de juiste vezelrijke voeding aan te bieden, kunnen ze weer groeien en de competitie aangaan met ziekteverwekkende schimmels die daardoor minder kans krijgen om toe te slaan.

Breng de basis op orde

Voor de beheersing van schimmelziektes kun je niet volstaan met één middeltje of handeling. Het is een samenspel van verschillende maatregelen, waarmee elke maatregel een extra barrière moet zijn om de verspreiding en infectie van een schimmel (of plaag) te vertragen. Begin met het uitwerken van je eigen systeemaanpak en breng vandaag nog de basis op orde.

Tekst: Jantineke Hofland-Zijlstra, Weerbare Plant