Vorig jaar liet komkommerteler Jan Reijm een full LED-installatie aanleggen, waarmee hij nu een eerste winterteelt heeft gedraaid. De start was voortvarend, maar het kostte veel moeite om het gewas uit zijn generatieve stand te halen. “We konden geen stengels extra aanmaken, wat we wel hoopten. En we stopten vijf weken eerder dan gepland, al hebben we toch een goede productie gerealiseerd. Met actieve ontvochtiging en extra luchtcirculatie valt er nog meer uit te halen”, verwacht de teler.
Eind oktober, vier weken nadat zijn nieuwe lichtinstallatie was geactiveerd, meldde Reijm al dat zijn eerste herfstteelt onder full LED voortvarend van start was gegaan. Dat beeld is bevestigd in de tweede teelt, die medio april wordt beëindigd.
Snel gestart
“Er is op 13 december geplant, waarna de belichting langzaam is opgevoerd tot 19 uur per dag op 1 januari”, blikt de komkommerteler terug. “Dat was ook de eerste dag dat we moesten oogsten, een dag eerder dan gepland. De planten reageren goed op het licht en de temperatuur moest iets omhoog om een goede balans te bewaren. Tot week 2 ging het prima, daarna zag ik wat bladrandverkleuring en liep de plantkwaliteit terug. De wateropname was te laag naar mijn zin. Tot week 5 was het sukkelen bij een generatieve stand. Daar is de dunstrategie op aangepast. We waren gestart met 2,55 planten per vierkante meter. Het plan was om naar 3 stengels te gaan om in maart voldoende vruchten te oogsten. Dat is niet gelukt door de generatieve stand.”
Vijf weken eerder stoppen
Het gewas bleef continu productief, maar kwam adem tekort om de eindstreep van eind april te halen. Op 28 maart werd de kop er uitgehaald en is het lichtniveau teruggebracht. “Op 17 april gaan we ruimen, op 18 april start de zomerteelt”, verklaart Reijm. “Dat is vijf weken eerder dan gepland, maar het is niet anders. Teleurgesteld ben ik niet. De lichtinstallatie bevalt me erg goed, we zijn alleen tegen leerpunten aangelopen.”
De productie komt uit op iets meer dan één vrucht per m2/dag. Dat vraagt heel veel van een plant die niet in de juiste balans is. De teler stelt vast dat de tot medio april verwachte kilo’s zeker worden gehaald, met een iets hoger aandeel 50-ers dan gewenst. “Iets meer 35- en 40-ers was mooier geweest, maar het valt gezien het verloop van de teelt lang niet tegen.”
Plussen en minnen
Reijm noemt het positief dat het weinig moeite kostte om een constant klimaat te realiseren en dat er veel schermuren zijn gerealiseerd. Dat compenseerde het energieverbruik voor de hogere teelttemperatuur enigszins. Omdat er minder stengels zijn aangehouden dan beoogd, is er ook bespaard op arbeidskosten.
“Wat duidelijk beter kan en moet, is het stimuleren van de verdamping in combinatie met actieve ontvochtiging. Zonder dat laatste zou het scherm alsnog vaker open moeten en dat willen we juist vermijden. We zijn in gesprek met een leverancier om dat in de loop van het jaar te tackelen. Wanneer die oplossing er eenmaal is, denk ik dat het veel eenvoudiger wordt het gewas actief en in balans te houden. Dan kunnen we een hogere stengeldichtheid realiseren en meer vruchten van zo’n 400 gram oogsten. Het zal dan ook eenvoudiger zijn om het gewas in topconditie te houden.”
Tekst: Jan van Staalduinen