Teeltbedrijf Piccolo Minikomkommers in De Lier schakelde vorig jaar over op een nieuwe vloeibare siliciummeststof. Mede-eigenaar Peter van der Wel ziet daar betere resultaten van. “De plant neemt het 100% op. Het gewas is harder, het blad groener en meeldauw levert veel minder problemen op. Het heeft misschien ook geholpen om de plant weerbaarder te maken tegen luisaantasting. Daar hebben we dit jaar voor het eerst geen chemie voor hoeven inzetten.”
Sinds vorig jaar zet Piccolo Minikomkommers op advies van bemestingsspecialist Eric Watzeels van Van Iperen het product Siligreen in. Vooral met als doel om het gewas weerbaarder te maken tegen meeldauw, een schimmel die veel voorkomt in de komkommerteelt en parasiteert op de plant. “In het verleden gebruikten we ook wel een andere vorm van silicium, maar de plant nam dat minder goed op. Ook moesten we constant alert zijn op de PH-waardes want die schommelden enorm en moesten we met toevoegingen van salpeterzuur de waarde in balans zien te krijgen. Met dit nieuwe middel hebben we daar geen omkijken meer naar. De plant neemt het 100% op, want we zien er niets meer van terug in de watermonsters. Het gaat standaard mee in de voedingsoplossing, het hele jaar door.”
Biostimulanten worden belangrijker
De teler ziet duidelijke resultaten van de nieuwe siliciummeststof. “Het gewas is harder, het blad groener en meeldauw levert veel minder problemen op.” Dit jaar lukte het voor het eerst om luis biologisch de baas te blijven. Of de nieuwe biostimulant daaraan heeft bijgedragen is niet zeker, maar de teler verwacht van wel. “De omstandigheden waren zeker niet gemakkelijker dan andere jaren. En we zetten dezelfde natuurlijke vijanden in als andere jaren: Aphidoletes en Aphidius Colemani, hooguit wat consequenter. Dat we geen chemie hebben hoeven inzetten tegen luis kan dus best voor een deel toe te schrijven zijn aan de nieuwe siliciummeststof. De plant wordt er weerbaarder van en het blad is zichtbaar harder, waardoor ook luis minder schade kan toebrengen.”
Andere biostimulanten gebruikt Van der Wel momenteel niet. “Ik sta er wel voor open, maar het is best een zoekplaatje om de juiste combinatie van biostimulanten te vinden. Want de ene kan de andere in de weg zitten en daar wordt de plant niet beter van. Ik besef wel dat ze een belangrijkere rol zullen krijgen in de toekomst. Want met alleen natuurlijke vijanden gaan we 100% biologisch niet redden.”
Ontwikkeling resistente rassen cruciaal
Biostimulanten kunnen absoluut bijdragen aan weerbaarheid tegen meeldauw en schimmel, denkt Van der Wel. Toch is de inzet van chemie daarvoor toch nog steeds nodig. De teler hoopt dan ook dat er snel nieuwe rassen komen die tolerant of resistent zijn tegen meeldauw. “Onze toekomst hangt af van de ontwikkeling van betere rassen. De grote zaadfirma’s zijn daar hard mee bezig, maar er zit nog niet iets bij wat een gulden middenweg biedt tussen milieu en smaak. De proef die ik vorig jaar had staan, gaf goede resultaten op resistentie, maar dat ras smaakte minder goed. Smaak mag niet ondersneeuwen, vind ik.”
Nieuwe grenzen ontdekt
Het bedrijf van Van der Wel is 5 hectare groot. Er staan vier tot vijf teelten per jaar in, op steenwolmatten en een korte-draadteeltsysteem. De kas staat op dit moment even leeg. “We zitten nu midden in een teeltwisseling. Volgende week staat de kas weer vol. We zullen dan ook weer moeten gaan belichten, want de donkere periode breekt weer aan. We hebben een hybride LED-systeem. De afgelopen jaren hebben we het aantal lichturen en de intensiteit teruggebracht om energie te besparen. Ook verwarmden we wat minder. Na vijf onstuimige jaren is er nu eindelijk weer wat rust op de energiemarkt. We gaan dus niet verder meer met energiereductie. Wel houden we vast aan de nieuwe grenzen die we hebben ontdekt.”
Tekst: Astrid Zoumpoulis













