In de KAS2030 bij Wageningen University & Research in Bleiswijk worden vier gewassen geteeld zonder emissie van CO2, water en nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Aan het einde van de eerste winterteelt (2019-2020) moesten we constateren dat de bloemstelen bij de potanthurium zeer sterk strekten onder LED-belichting (200 µmol/m².s). Afgelopen winter hebben we (bijna) alles uit de kast gehaald om een compacte plant te telen. Met succes, zo blijkt uit de vergelijking met partijen van dezelfde leeftijd uit de praktijk.
Het telen onder hoge intensiteit LED-belichting, die gebruikt werd tot 16 uur per dag met een daglichtsom van 10 mol per dag (evenveel als in de zomer) resulteerde vorige winter in een enorme versnelling van de teelt, en zeer bloemrijke planten. De plantvorm werd echter ontsierd door een sterke strekking van de bloemstelen, die hoog boven het blad kwamen te staan. Dit was al bekend bij belichten met SON-T, zelfs bij veel lagere intensiteiten.
Aanpak tweede winterteelt
Op basis van literatuur is de teeltstrategie voor de tweede winter aangepast met als doel: evenveel snelheid en bloemen, maar geen overmatige strekking van de bloemsteel. Hiertoe hebben wij de daglengte teruggebracht naar 12 uur en de lichtsom strak op 9 mol/dag gehouden. Ook zijn we teruggegaan in onze streefconcentratie CO2 in de kaslucht, omdat uit onderzoek met snijanthurium in 2010 was gebleken dat hogere concentraties CO2 tot langere bloemstelen leiden.
We teelden met een lagere etmaal temperatuur (20ºC in plaats van 23ºC). Van alles mocht het een beetje minder zijn.
Van negatieve DIF naar DROP
In 2002 tot 2004 verminderden we met succes de bloemrek (toen bij lage intensiteit SON-T-belichting) door gebruik te maken van negatieve DIF, dat wil zeggen een lagere temperatuur overdag dan ‘s nachts. Met deze strategie werden de planten in KAS2030 tussen oktober en december iets té compact; bovendien kostte het wat meer energie.
Halverwege de winter zijn we overgegaan van -DIF naar DROP als compactheidstrategie. Hiertoe lieten we de temperatuur vroeg in de ochtend enkele graden zakken (tot 16ºC) door te kieren met de doeken, waarna de temperatuur door de warmte van de lampen en/of de zon binnen twee uur terug was op de gewenste temperatuur.
Goede, compacte plant
Door de combinatie van ochtend DROP, lagere CO2 concentratie (500 ppm), kortere dag, lagere daglichtsom, maar ook door de planten iets eerder wijder te zetten dan in de praktijk, is het gelukt om een gewas te telen dat aardig compact was. Het gewas was haast even compact als in de praktijk, maar wel minimaal 6 weken sneller. Op het moment dat de planten afleverklaar waren hadden ze meer bloemen en ruim 50% meer versgewicht dan de planten van dezelfde leeftijd uit de praktijk. Ze hebben wel een meer dan twee keer hogere lichtsom ontvangen.
Spectrumonderzoek potanthurium
De betrokken begeleidingscommissie (BCO) heeft het gewas gedurende de tweewekelijkse bezoeken steeds heel goed bevonden. Een punt van aandacht is de iets lichtere/fletsere bloemkleur van de planten geteeld in de kas met het fossielvrije concept, vooral de laatste weken onder invloed van het zonlicht. Iets wat je pas ziet als je de planten uit verschillende partijen naast elkaar zet. Door midden op de dag wat meer te schermen, zou het mogelijk kunnen zijn om de bloemkleur te verbeteren.
De vraag die bij de BCO rijst is: hebben wij, door de maatregelen om de planten compact te houden, wellicht groeiruimte laten liggen? Dat is niet uit te sluiten. De planten uit de KAS2030 lieten een iets lagere (13% lager) lichtbenuttingsefficiëntie zien dan de planten die onbelicht bij de telers stonden binnen dezelfde tijd.
Om de vochthuishouding van het gewas in de kas te verbeteren is dit voorjaar ook aandacht besteed aan verbeterde isolatie van de kas; in de volgende teeltronde wordt ook de watergeefstrategie aangepakt. Tevens zou een ander spectrum van de belichting ook aan extra groei kunnen bijdragen.
Dat is de reden waarom in een aanvullend project dat afgelopen maart van start is gegaan, de invloed van het gekozen spectrum op de bloemstrekking wordt onderzocht. Hiertoe worden vijf afwijkende spectra vergeleken met het spectrum uit de kas met het fossielvrije concept in een kleinere kasafdeling, waar wintercondities (met behulp van doeken en kaskoeling) worden gesimuleerd.
Dit project wordt gefinancierd door Kas als Energiebron en het ministerie van LNV.
Tekst: Nieves Garcia Victoria