Stabiliteit en rust zijn volgens tomatenteler Rob Oosterom uit Moerkapelle de belangrijkste voorwaarden als het gaat om een goede teelt. Het gebruik van enkelvoudige vloeibare meststoffen in combinatie met directe injectie zijn een onderdeel van zijn strategie. “De flexibiliteit van het systeem is mij veel waard.”

De eerste tomatenplanten staan sinds half december, weer in de kas. Voor Rob Oosterom van Kwekerij Lijntje uit Moerkapelle het begin van een nieuw teeltseizoen. Wederom hoopt hij minstens 72 kg losse tomaten per vierkante meter te oogsten. Zijn teeltadviseur had het in eerste instantie voor onmogelijk gehouden en dacht dat hij op 70 kg zou blijven steken, maar de tomatenteler heeft het tegendeel inmiddels bewezen. “Rust in de teelt is een van de belangrijkste voorwaarden. Daarnaast heb ik een bepaalde bewijsdrang en dat heeft me tot nu toe altijd verder gebracht.”
Wellicht zit dat in de genen. Zijn opa Breugem begon op deze locatie in 1976 met vaste meststoffen. In 1989 bouwde Breugem een nieuwe kas en omdat hij geen zin meer had om te sjouwen met vaste meststoffen ging hij over naar enkelvoudige vloeibare meststoffen en schafte een directe injectie-unit aan van NVM. “Mijn opa was daarmee een van de eersten in Nederland”, blikt Oosterom terug.

Besparing van arbeid

Oosterom heeft nooit getwijfeld om over te stappen op vaste meststoffen. “Het bespaart gewoonweg veel arbeid. Je kunt de unit met een druk op de knop sturen, waardoor je makkelijk van schema wisselt. Nu doe ik dat niet vaak, maar als uit je monster blijkt dat bijvoorbeeld het calciumgehalte te laag is, heb je dat zo bijgesteld. Die flexibiliteit is mij veel waard.”
Dat er vertraging in het systeem zit wanneer je aan de voorkant een ander schema inzet, vindt hij verwaarloosbaar. “De vertraging is onze dagvoorraad, maar als je het schema vooraan wisselt, dan heb je in principe binnen tien minuten het nieuwe schema door de hele kas. Bij A- en B- bakken werkt dat toch anders”, gaat hij verder. “Die moeten eerst leeg.”

Meststofinjectie-unit

De NVM-doseerunit van zijn opa staat er logischerwijs niet meer. Deze is in 2003 nog een keer gerenoveerd, maar was twee jaar geleden aan vervanging toe. De teler ging op zoek naar een alternatief en kwam via zijn lokale installateurs Voshol Elektrotechniek en Marck Watertechniek bij Priva uit, die met iets ‘nieuws’ bezig waren dat begin 2020 op de markt zou komen, de Nutronic.
Dit is een verbeterde versie van de unit die al sinds de negentiger jaren op de markt is. “Het concept is gelijk gebleven maar het was tijd voor optimalisatie”, legt Kees van der Kruk van de leverancier uit. “Betrouwbaarheid is voor ons enorm belangrijk. Deze update hebben we gebruikt om op detail-niveau verder te pakken op kwaliteit en betrouwbaarheid. Daarbij hebben we met de leveranciers van enkelvoudige vloeibare meststoffen om de tafel gezeten om de huidige meststoffenpakketten beter te kunnen afstemmen op de unit.”
Oosterom was de tweede teler in Nederland die de unit liet installeren. “De unit sprak me meteen aan, omdat ‘ie hufterproof is, zonder poespas. Daarnaast hoorde ik dat ze deze unit ook op de internationale markt introduceren en dat gaf mij vertrouwen. Als je met zoiets naar het buitenland gaat, dan moet je er wel zeker van zijn dat het goed werkt.”

Weinig ruimte

Ook neemt de unit weinig ruimte in beslag. Hij is 160 x 80 x 100 cm. “We konden de oude ertussenuit halen en deze erin zetten. We hoefden er niets voor te verbouwen”, vertelt de teler. “We hebben hem wel 2 x 10 centimeter hoger gezet, zodat je er tijdens onderhoud beter bij kan. Dat is misschien maar een klein detail, maar op die manier maak je het jezelf wel makkelijker.”
De nauwkeurigheid is een ander voordeel. “Je gaat inderdaad efficiënter met je meststoffen om, maar dat is niet in geld uit te drukken. Je gebruikt niet minder meststoffen, maar die nauwkeurige dosering werkt wel efficiënter voor je teelt.”
Daarnaast is het systeem minder foutgevoelig dan het handmatig vullen van A- en B-bakken, meent hij. “De Nutronic in combinatie met de procescomputer maakt het recept klaar. Natuurlijk kan het zijn dat je een verkeerde knop in drukt, maar ik denk dat de kans op fouten achter een computer kleiner is dan als je een bak handmatig vult.”
Hij geeft toe dat de investering (iets) hoger is dan bij een ‘reguliere’ A/B-meststofunit. “Je hebt een bepaalde schaalgrootte nodig voordat iets uit kan en wij hebben maar 2,5 hectare. Het was dat de oude aan vervanging toe was, dus ik moest wel. Maar aan de andere kant, een A- en B-bak is wellicht goedkoper maar als je niet met de hand wilt vullen, dan moet je toch ook een vuller aanschaffen en ik denk dat de kosten elkaar dan niet veel ontlopen.”

De laatste procenten

De keuze voor enkelvoudige vloeibare meststoffen in combinatie met directe injectie is onderdeel van zijn strategie. Bij Oosterom draait alles om rust en stabiliteit in de teelt. “Ik denk dat je daarmee het meeste wint”, zegt hij. “Grote stappen kunnen we niet meer maken in de Nederlandse glastuinbouw, maar het draait echt om die laatste procenten. Voor mij draagt het gebruik van enkelvoudige vloeibare meststoffen daaraan bij.”
De teler is daarom ook erg geïnteresseerd in de proef die Priva in samenwerking met onder andere The Sensor Factory, Van Iperen en Stolze bij WUR Glastuinbouw uitvoert om de ionen-samenstelling van drain- en irrigatiewater realtime te kunnen meten. “Als je elke maandag een monster neemt en dinsdag gaat er wat mis, dan merk je dat pas die maandag erop. Dat betekent dat je zo zes dagen achterloopt voordat je erop kan anticiperen. Als je realtime kunt meten, dan kun je misschien net die laatste procenten extra pakken.”

De moeite waard

Op zich is het gebruik van enkelvoudige vloeibare meststoffen en directe injectie voor iedere teler toepasbaar, stelt Van der Kruk. “Het meest logische is de combinatie met telen op substraat, gezien de relevantie van sturing middels watergift, maar in principe is dit in de volle breedte van teelten inzetbaar. Directe injectie, en daarmee sturing, is vooral handig voor telers die vaak van schema wisselen.”
Dat niet iedereen staat te springen om over te stappen op vloeibare meststoffeninjectie snappen beiden. “Ik begrijp dat telers graag bij het oude vertrouwde blijven”, zegt Oosterom. “Dit vraagt een andere manier van denken en van rekenen. Maar toch denk ik dat het de moeite waard is om ook eens naar dit vloeibare alternatief te kijken, als je iets moet vervangen. Die bakken vullen is gewoon geen pretje. Het kost arbeid en je zult zien dat dat altijd op zaterdag of zondag gebeurt.”
Maar uiteindelijk draait het om de stabiliteit in de teelt”, beëindigt hij zijn verhaal. “Alles moet kloppen en er zijn meerdere wegen naar Rome.”

Tekst en beeld: Marjolein van Woerkom