Marien Lekkerkerk teelt vrijwel volledig chemievrij potgerbera’s, cyclamen, kerststerren en Aloë vera’s. Het leverde hem vorig jaar de tweede plek op bij de Greenovation Award, tijdens de Trade Fair Aalsmeer. We werken met een uitgebalanceerde voedingsstrategie, het is een andere manier van denken, zegt hij. “Door sturing op water, bodem, voeding en sporenelementen zijn we niet meer afhankelijk van chemie.”

De award staat op een mooi plekje in de kantine van Pinc. Plants, de potplantenkwekerij van Marien Lekkerkerk en zijn vrouw Cora. De teler uit ’s Gravenzande is best trots op de prijs. Was hij verrast door de award? “Ja en nee. We telen op een manier die maatschappelijk gezien steeds actueler wordt. De meeste deelnemers waren echter genomineerd voor een product, vooral op verpakkingsgebied. Wij hebben een prijs gekregen voor een bepaald gedachtenplan, een manier van denken. In die zin is de prijs wel bijzonder.”

Vrijwel volledig chemievrij

Het lukt Lekkerkerk nu een jaar om vrijwel volledig chemievrij te telen met de uitgebalanceerde voedingsstrategie. Dat levert hem veel werkplezier op, maar het gaat niet altijd vanzelf. “Het heeft ons ook wel eens geld gekost, niet alles gaat goed. We hebben er vijf jaar over gedaan om deze strategie te ontwikkelen, maar we moeten voortdurend blijven bijsturen. Het lastige is dat je naar de dynamiek van de teelt moet handelen. Elk seizoen vraagt om andere voeding voor de plant, evenals een teeltwisseling. Je moet steeds weer op zoek naar een nieuwe balans.”

Bedrijf rendabel maken

Kwekerij Pinc. Plants is opgericht in 2017 en bestaat uit 1 ha glas. De hoofdteelt is potgerbera, de veredeling en opkweek van jonge planten vindt ook op het bedrijf plaats. Daarnaast worden er cyclamen (winter), kerststerren (najaar) en Aloë vera’s geteeld. Die laatste teelt is nieuw, op plekken in de kas waar potgerbera’s het minder goed doen, zegt Lekkerkerk. “Het gaat hier om een verdere bedrijfsoptimalisatie.”
Daarnaast wordt in het eerste kwartaal van het jaar een deel van de kas verhuurd aan Schneider Youngplants. “Daar hebben we bewust voor gekozen omdat we niet meer volop willen stoken en belichten om de potgerbera in de winter te telen. Dat scheelt een hoop energie en kosten en op die manier passen we ons ook aan de wensen vanuit de maatschappij aan.”
Lekkerkerk liet de kas al in 2007 bouwen, maar moest in 2010 tijdens de bankencrisis stoppen. Het bedrijf werd overgenomen door een externe partij; de teler kwam er als medewerker in vaste dienst. In 2017 begon het te kriebelen en wilde hij weer als zelfstandig ondernemer aan de slag. Er zijn toen meerdere aanpassingen gedaan, zegt hij. “We hadden een tweede locatie, waar de veredeling plaatsvond. Die hebben we afgestoten. Verder zijn we gestopt met het telen van verschillende potmaten en zijn we met een slanker personeelsapparaat verder gegaan.”

Krimpend middelenpakket

In die tijd was ook al bekend dat het middelenpakket zou gaan krimpen. Dat werd een van de doelstellingen om mee aan de slag te gaan, aldus de teler. “Ik zag het wegvallen van chemische middelen als één van de belangrijkste bedreigingen voor de continuïteit van het bedrijf. We zijn als sector veel te afhankelijk van dit soort middelen geworden. Uiteindelijk zijn we op vier pijlers uitgekomen voor een uitgebalanceerde voedingsstrategie voor de potplanten: water, bodem, voeding en sporenelementen. We nemen elke maand een bladsapanalyse om de voedingsgift te optimaliseren.”

Bergbeek nabootsen

Lekkerkerk ging als eerste met waterverbetering aan de slag. Hij zocht daarvoor contact met tuinbouwadviseur Theo van der Knaap. “We zijn gezamenlijk de reis gaan maken: Theo bracht ideeën en kennis in, ik leerde veel. De weg ernaartoe was soms best lastig, maar het doel hebben we altijd voor ogen gehouden. De glastuinbouw werkt vooral met schoon water, onze vraag was echter: hoe houd je de conditie van het water zo gezond mogelijk? Kijk je naar de natuur, dan zie je dat water moet leven en stromen. Dat betekent dat er lucht en licht bij moet. Dus hebben we eerst het zeil van de watersilo gehaald. In de tuinbouw maken we alles dood.”
Een beekje in de bergen stroomt door rotsen heen, vervolgt hij. “Dat zijn we gaan nabootsen door op verschillende plekken grindstroompjes in het systeem op te nemen en venturi’s te plaatsen. Door veel zuurstof in het water te krijgen, wordt het veel vitaler. Dat helpt om uitval tegen te gaan door bodemziekten. Daarnaast voegen we gericht additieven aan het water toe voor een optimaal resultaat. Ook dat is een kwestie van uitproberen geweest, door producten weg te strepen tegen middelen die beter passend zijn.”

Bladsapanalyses

Verder zet Lekkerkerk in op het verbeteren van de bodemgesteldheid door met meststoffen en sporenelementen te werken. Voor de voeding gebruikt hij kunstmeststoffen en biologische supplementen, aangevuld met bacteriën en schimmels. Vooral schimmels zijn belangrijk, benadrukt hij.
“Door de maandelijkse bladsapanalyses hebben we heel veel data beschikbaar gekregen, waarmee we steeds beter op voeding kunnen sturen. Al die data vormen een waardevol document, waar we veel informatie uit kunnen halen: wat deden we toen, waar zitten we nu en waar willen we naartoe? We hebben er vijf jaar over gedaan om de juiste voedingsstrategie te vinden, we maken steeds minder fouten en komen steeds een stapje dichter bij het optimum.”

Veenvrij telen

Op dit moment zorgt de overgang naar veenvrij telen voor de nodige hoofdbrekers, zegt de teler. “We gaan naar een nieuwe grondsamenstelling toe, daardoor veranderen de elementen in de bodem. Dat heeft invloed op wat de plant opneemt. Dat betekent dat we weer moeten schakelen met meststoffen. Dat zijn de uitdagingen waar we voortdurend mee bezig zijn.”
De teler werkt nauwelijks met biologische bestrijders, alleen bij het oppotten van de planten, tegen wittevlieg en trips. “We zijn opgegroeid met een therapeutische denkwijze: ‘we hebben last van wittevlieg, hoe kunnen we die bestrijden’. Maar er wordt nooit de vraag gesteld: wáárom hebben we last van wittevlieg, of luis of trips? Onze zoektocht is om meer naar het ‘waarom gebeurt het’ te kijken. We werken bijvoorbeeld ook met bladvoeding die we over het gewas spuiten. Het gaat erom het gewas zo weerbaar mogelijk te maken.”

Uitrolbare methode

De Greenovation Award is een initiatief van Royal FloraHolland voor de beste innovatie in de tuinbouwsector. Volgens de jury draagt de teeltmethode van Pinc. Plants niet alleen bij aan het positieve imago dat telen zonder chemische middelen met zich meebrengt. De methode is ook uitrolbaar naar andere telers, zodat het middelengebruik verder kan dalen. “Dat draagt bij aan een betere wereld en komt reputatie van de sector ten goede”, aldus het juryrapport.
Lekkerkerk merkt echter dat mensen uit de periferie, zoals adviseurs en beleidsmedewerkers, enthousiaster zijn over de teeltmethode dan zijn collega-telers. “Dat vind ik merkwaardig”, bekent hij.
Onlangs bezocht hij twee sessies om zijn spuitlicentie te verlengen. Die bijeenkomsten hadden ook raakvlakken met minder middelengebruik. “Ik heb daar aangegeven dat telers die belangstelling voor onze teeltmethode hebben, mij konden aanschieten. Dat gebeurde niet. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat iedere teler kan sturen met bemesting. Een van de aanwezigen klaagde over luis in zijn gewas en hoe dat te bestrijden. De uitdaging is juist om ervoor te zorgen dat je planten schoon blijven van luis. Dat is precies waar wij met onze voedingsstrategie naar streven en een oplossing voor kunnen bieden.”

Tekst: Annemarie Gerbrandy, beeld: Michel Heerkens

 

  • Marien Lekkerkerk: “We hebben er vijf jaar over gedaan om de juiste voedingsstrategie te vinden om volledig chemievrij te telen.”