We zitten weer in de donkerste weken van het jaar. Dit houdt in dat de gewenste kastemperaturen in de komende tijd relatief laag moeten zijn. Zeker in onbelichte teelten zoals cymbidium. Koeler telen in de donkerste periode leidt tot betere bloei en betere takkwaliteit

In onbelichte teelten, zoals cymbidium, is licht in de periode van november tot en met half februari de beperkende factor voor de groei. Het is al langere tijd bekend dat de productie in vroege afdelingen (bloeitijd augustus tot en met oktober) voor een groot deel bepaald wordt door de etmaaltemperaturen die van november tot en met januari worden gerealiseerd.

Koeler telen

Lage temperaturen (etmalen tussen 11 en 13ºC) resulteren in betere bloei dan wanneer er hogere kastemperaturen worden aangehouden. Ook het vroeg uitzetten van de planten en het voldoende ruim telen (dus meer licht voor de jonge scheuten), resulteert in betere bloei.
In afdelingen die in de komende maanden bloeien, zien we dat koeler telen met name resulteert in betere takkwaliteit en bloemkleur. Van belang is hierbij wel, dat in afdelingen met bloemen het vocht goed in de hand gehouden wordt. Hoe koeler er wordt geteeld, hoe hoger de RV. Zeker bij relatief warm weer. Zorg dus voor een goede vochtregeling.

Minder hard stoken in late afdelingen

In het verleden werd in late afdelingen (bloeitijd juni/juli), in het najaar altijd juist een hoge temperatuur aangehouden om de uitgroei van de scheuten te bevorderen en de uitgroei van de takken af te remmen. Vaak werd tot begin of soms half december doorgestookt en gestreefd naar etmaaltemperaturen van minimaal 18ºC.
Met de kennis van Het Nieuwe Telen wordt de laatste jaren op veel bedrijven in late afdelingen steeds minder hard gestookt. Nu worden in late afdelingen vaak etmalen aangehouden van 14 tot maximaal 15,5ºC. Hoewel de bloei dan wel iets meer gespreid lijkt te komen, zien we de productie in (extreem) late afdelingen hierdoor wel toenemen.

Tekst: Gert Benders, Holland Flower Consulting