Op verzoek van enkele rozentelers is een spuitrobot ontwikkeld die alleen daar ingrijpt waar het nodig is. Na vijf maanden proefdraaien is Aad van Luijk van kwekerij Porta Nova overtuigd van de voordelen. “Volvelds spuiten tegen meeldauw is niet langer nodig”, zegt hij. “Dat scheelt minstens een kwart in het middelenverbruik én het gewas blijft beter aan de groei.”
Op het eerste gezicht valt er weinig nieuws te ontdekken aan de spuitrobots die bij Porta Nova in Waddinxveen en bij SK Roses in Den Hoorn door de kas rijden. Ze zijn vrijwel identiek aan de Mark II, die op tal van bedrijven al jaren in gebruik is. “Het was niet nodig om een compleet nieuwe robot te ontwerpen”, zegt fabrikant Theo Straathof. “We moesten alleen een klein beetje hardware en de nodige software toevoegen aan het bestaande platform van de Mark II. Het resultaat staat hier voor ons, de Micothon M III.”
Hoe het ging
In de afgelopen tien jaar heeft de biologische gewasbescherming in de rozenteelt een sterke ontwikkeling doorgemaakt. Niet in de laatste plaats bij Porta Nova, dat MVO hoog in het vaandel heeft staan. Tegen echte meeldauw, met afstand de belangrijkste schimmelziekte in kasrozen, kunnen de telers het echter nog niet zonder chemische middelen stellen.
“Ik schat dat je 90% van het middelenverbruik in de rozenteelt kunt toeschrijven aan meeldauwbestrijding”, zegt vennoot Aad van Luijk. “Rozen zijn nu eenmaal gevoelig voor deze ziekte en aangetaste bladeren maken een tak onverkoopbaar. Het is dus een noodzakelijk kwaad. Om die reden hebben we op ons bedrijf van 11 ha vijf spuitrobots in gebruik, die de basisbespuitingen voor hun rekening nemen. Je hebt echter altijd wat plaatsen waar de ziekte vaker de kop op steekt en hardnekkiger is. Die plaatsen krijgen dan met de spuitstok een extra beurt.”
Selectief werkende robot
Intensief spuiten houdt de ziekte weliswaar uit het gewas, maar geeft de planten telkens opnieuw een tikje dat ten koste gaat van de groei. “Ook dat is een reden waarom we de standaard werkwijze graag wilden aanpassen”, voegt de sierteler toe. “Het is ons heel wat waard als we op een verantwoorde wijze met minder chemische bestrijding toe zouden kunnen.”
Samen met zijn collega’s van SK Roses, die met dezelfde apparatuur werken, ging Van Luijk in gesprek met Theo Straathof. “Het kostte weinig tijd om de oplossingsrichting vast te stellen”, vat de spuittechnicus samen. “Er moest een robot komen die niet alleen baantjes kon trekken, maar ook selectief kon werken: alleen daar, waar het echt nodig was.”
Digitale plattegrond
Om dat voor elkaar te krijgen was er in de eerste plaats een betrouwbare, digitale plattegrond van de afdelingen nodig. Hierop houden de met scouten belaste medewerkers met behulp van een laptop drie keer per week bij in welke vakken (5 meter padlengte x halve bedbreedte) er meeldauwvlekjes zichtbaar zijn en of het om een lichte (1) of zware (2) aantasting gaat. Dit gebeurt overigens ook voor andere ziekten en plagen.
Daarnaast had de spuitrobot een geavanceerder navigatiesysteem nodig. Naast de al aanwezige scanner die de padnummers registreert, kwam er een telwiel dat de exacte (geijkte) positie in het pad registreert.
“In essentie hoef je de digitale plattegrond dan alleen nog maar via een USB of het internet aan de robot te koppelen, samen met wat aanvullende instructies voor spuitwerk en gegevensregistratie”, legt Straathof uit. “Onze vaste partner heeft daarvoor de software geschreven.” Eén van de standaardinstructies bij Porta Nova luidt dat de spuit van 1 meter voor tot 1 meter na de te behandelen vakken (of een enkel vak) aanstaat.
Vijf maanden beproefd
In april nam Van Luijk het prototype in gebruik. Met een tweede exemplaar als back-up werd de M III toegewezen aan een sector van drie tralies, waar hij meerdere maanden kon proefdraaien. Anders dan op de rest van het bedrijf, waar als vanouds volvelds wordt doorgewerkt, kreeg de nieuwe robot de taak om zolang als mogelijk alleen pleksgewijs in te grijpen. Hoe is dat bevallen?
“Uitstekend”, zegt de teler uit Waddinxveen. “Onze verwachtingen zijn zelfs overtroffen. We hebben geen enkele keer volvelds hoeven spuiten. Natuurlijk waren er momenten dat een flink deel van de vakken een beurt nodig had, maar er zijn ook plaatsen waar niet of nauwelijks is gespoten. Op plaatsen waar de ziektedruk hoger was en de robot wat vaker moest teruggekomen, hebben we niet handmatig hoeven ingrijpen.”
Kwart minder middelen
In september konden teler en bouwer vaststellen dat de robot volledig op zijn taak is berekend. “Ik moet wel opmerken dat louter pleksgewijs spuiten in de rozenteelt valt of staat met de kwaliteit van het scouten”, zegt Straathof met nadruk. “De robot herkent zelf nog geen ziekten of plagen en doet alleen wat hem wordt opgedragen. Bij Porta Nova wordt zeer intensief gescout. Dan kun je er met dit apparaat heel goed bovenop blijven zitten.”
“Op basis van onze registratie weet ik dat we volgens de nieuwe benadering nog sneller in actie kwamen dan op de rest van het bedrijf”, vult Van Luijk aan. “In die vijf maanden hebben we ruim een kwart minder middelen verbruikt, wat beter is voor het gewas, voor de biologische bestrijding en voor het milieu. We hebben Theo inmiddels opdracht gegeven om ook de andere robots – we hebben er vijf in totaal – om te bouwen.”
Ook voor andere gewassen
Bij SK Roses wordt inmiddels ook ervaring opgedaan met de M III, al gaat het hier om een iets afwijkende versie met extra functies. “SK Roses wilde een robot die via de smartphone kan worden bediend, dus daar zat wat extra softwareontwikkeling aan vast”, licht Straathof toe. “Je kunt er verschillende functies aan hangen. Naast een storingsmelder, die min of meer tot de standaard uitrusting behoort, kun je denken aan een thermometer om de temperatuurverschillen binnen de kas te registreren. We zien ook mogelijkheden voor dit spuitconcept in andere gewassen, zoals gerbera en vruchtgroenten. Eventuele aanpassingen hoeven dat niet in de weg te staan.”
Samenvatting
Op basis van degelijk scouten, een digitale plattegrond en nauwkeurige navigatie kan een spuitrobot op iedere plaats in de kas naar behoefte in actie komen. Dit beperkt de noodzaak van volvelds spuiten. Dat resulteert in een lager middelenverbruik en is beter voor het gewas en voor de biologische bestrijding. In de rozenteelt zijn hiermee op twee bedrijven goede resultaten geboekt.
Tekst en foto’s: Jan van Staalduinen.