De Belgische tomatenkwekerij Pijl was een voorloper met de aanschaf van luchtbehandelingskasten. De komst van assimilatiebelichting bleek geen probleem; de capaciteit is net genoeg. Maar eigenlijk ontbrak er nog een puzzelstukje in Het Nieuwe Telen: een dicht energiedoek. Pijl wil namelijk het vocht zoveel mogelijk binnenhouden; daar zit immers veel latente warmte in.

Jos Pijl doktert het liefst zijn eigen teeltsysteem uit, soms tegen adviezen in. Al in een heel vroegtijdig stadium was hij geïnteresseerd in ontvochtiging met luchtbehandelingskasten en terugwinning van de latente warmte in het kasvocht. Hij combineerde de eerste ervaringen van Kwekerij de Grenspaal (Noud en Roy Steegh) met Franse onderzoeksresultaten en kwam tot een uniek systeem.

Dubbele kaswand

De luchtbehandelingskasten (het Air & Energy systeem van Maurice Kassenbouw) zijn geplaatst binnenin een dubbele kaswand. De buitenwand is van isolerende stegdoppelplaten, de binnenwand van glas. De laatste eindigt een halve meter onder de tralie. Dat heeft tot gevolg dat de kaslucht alleen helemaal bovenin richting de luchtbehandelingskasten (lbk’s) kan stromen. Op deze manier is de luchtbeweging in de kas heel gecontroleerd.

“Via de slurven voeren we de droge lucht aan onder het gewas. Die kan nergens anders heen en moet dus omhoog, langzaam door het gewas heen. Gelijkmatigheid is daarbij het criterium. Pas bij de tralie kan hij terug naar de lbk’s. De hoogte van de binnenwand is dus bepalend voor hoe de lucht in de kas beweegt. Uit rookproeven blijkt dat het perfect werkt: de lucht stijgt verticaal op en pas op traliehoogte buigt hij in een rechte hoek richting de wand”, vertelt de teler.

Rendement

Samen met zoon Wim teelt hij 4,2 ha trostomaten en losse kleine vleestomaten in Melsele, vlak tegen Antwerpen aan. De kas met de lbk’s (1,4 ha) is in 2010 gebouwd. Later hebben ze in een bestaande kas ook zo’n systeem aangelegd. Een afdeling van een kleine ha, inmiddels 25 jaar oud, moet het zonder luchtbehandeling stellen

Aanvankelijk was het de bedoeling om het vocht uit de kaslucht deels te verwijderen door condensatie tegen de buitenwand. “Maar dan verlies je juist veel warmte”, realiseerde hij zich en daarom zijn na een jaar de stegdoppelplaten in de wand gezet. Nu moet de condensatie exclusief in de warmtewisselaars plaatsvinden. “Op die manier win je de latente warmte uit het vocht helemaal terug. Het rendement van de warmteterugwinning was al 98% voordat de kunststof wand kwam, zo bleek uit metingen van het Proefstation voor de Groenteteelt. Dat is daarna nog gestegen. Als we vochtige lucht van bijvoorbeeld 20°C naar buiten drukken, dan krijgen we ontvochtigde buitenlucht van precies dezelfde temperatuur terug”, vertelt hij.

Assimilatiebelichting

Het systeem staat altijd aan, gedurende het hele jaar. “Het werkt ook bij vochtig weer. De luchtbeweging in het gewas zorgt ervoor dat het dan actief blijft. We kunnen het vocht voldoende afvoeren, omdat er toch altijd een verschil met de buitenlucht blijft. Zo hoeven we onder zulke omstandigheden niet te verwarmen om het vocht kwijt te raken; dat werkt averechts omdat het gewas dan nog meer gaat verdampen”, zegt hij.

De zaak veranderde met de komst van de assimilatiebelichting (225 µmol/m2/s) in 2015.
Hij had de capaciteit van de luchtbehandelingskasten indertijd al anderhalf tot twee keer zo groot gekozen als voorgesteld was. Dat was een voordeel want de lampwarmte leidt tot meer vochtontwikkeling. In het algemeen kan de installatie het wel aan. Wanneer het toch te vochtig wordt, gaan eerst de luchtramen boven het scherm een beetje open. Als dat nog niet genoeg is, trekt hij het scherm een beetje open.

Warmte terugwinnen

Maar in het algemeen moet het scherm juist het vocht binnenhouden. Daarom heeft hij gekozen voor het dichte PhormiTex Clear van IFG Cresco. Nadat de oude schermen in 2014 beschadigd waren geraakt door een hagelbui heeft hij alles vervangen.

“Daarvoor viel ons al op dat in de oudere kas, waar we naderhand het luchtbehandelingssysteem hebben gebouwd, het klimaat toch niet helemaal goed te krijgen was. Dat lag aan het vochtdoorlatende scherm dat we toen nog hadden. Daar kwamen we achter toen we op een heldere koude winterdag met een infraroodmeter de temperatuur gemeten hebben van de drie soorten doeken, die toen waren geïnstalleerd. Het doorlatende doek was 10°C, het dichte doek 3°C en de enigszins doorlatende variant PhormiTex Bright 5°C. Toen was het duidelijk: het eerste doek warmde te veel op doordat het vocht doorliet. Je verliest daardoor energie. Wij willen geen vocht afvoeren door het scherm; dat moet in de lbk’s gebeuren, want daar kunnen we de warmte terugwinnen.”
Zo werd het dichte scherm in de tweede kas het ontbrekende puzzelstukje om het klimaat naar wens te sturen.

Op zuinige manier actief telen

De teler schat dat hij nog maar 60% van de energie nodig heeft terwijl de kilogramopbrengst is gestegen. “Het zou nog beter kunnen, maar op grond van inschattingen van warmte, weersverwachting en de verkoop van elektriciteit ben je soms verplicht om de WKK te laten draaien. Zo niet, dan betaal je boetes. Het is moeilijk om een zodanig contract af te sluiten dat je altijd voor de teelt het juist doet”, geeft hij aan. Toch is hij in het algemeen tevreden: “Je kunt met dit systeem op een zuinige manier actief telen.”

Heel andere manier van telen

Het is wel een heel andere manier van telen dan voorheen. “De jonge plant moet eerst wennen aan de constante luchtbeweging. Als je daar geen rekening mee houdt, kweek je een te zware plant. Verder is de plant actiever en dat heeft consequenties voor de instellingen. Daar moet je zelf aan wennen. Een luchtvochtigheid van 85%, gemeten door de meetbox, vonden we vroeger te veel. In de nieuwe situatie is dat juist goed. Dat geldt ook voor temperatuur: bij meer verdamping is de plant kouder en heeft hij een hogere teelttemperatuur nodig. Anders wordt hij te zwaar.”

Maar niet alleen de ingestelde waardes worden anders, dat geldt ook voor de acceptabele marges naar boven en naar onder. “Het kost tijd voordat je kunt inschatten wat het beste is”, besluit hij. Pijl heeft inmiddels al aardig wat onderzoekers uit Nederland en België over de vloer gehad, die hun vragen hadden bij de aanpak, maar hij wijkt er niet van af vanwege de goede teeltresultaten.

Samenvatting

Pijl LV in Melsele heeft zijn eigen systeem van Het Nieuwe Telen uitgedokterd. Opvallend is een dubbele kaswand. Die zorgt ervoor dat de kaslucht precies zo beweegt, als de telers willen. De ondernemers zijn zuinig op het vocht in de kas; daar zit immers veel latente warmte in. Het vocht mag daarom alleen condenseren in de warmtewisselaar, zodat de warmte wordt teruggewonnen. Een dicht energiedoek helpt om dat te realiseren.

Tekst: Tijs Kierkels. Foto’s: Wilma Slegers.





Gerelateerd