Met ingang van 1 januari 2017 is de NOx emissienorm 70 mg/nm3 van kracht voor bestaande gasbranders met een thermisch ingangsvermogen van meer dan 1.000 kW. De overheid is nu al een campagne gestart. Genoemde norm bestaat al sinds 1998 voor nieuwe installaties. Hij is door de overheid in stappen afgebouwd: in 1992 werd voor het eerst een NOx norm voor nieuwe installaties ingesteld: 100 mg/nm3. Deze norm is tot 1998 gehandhaafd en is toen verlaagd naar 70 mg.
Voor die nieuwe installaties moest een milieuvergunning worden afgegeven. Van bestaande installaties werd geaccepteerd dat ze hoger zaten in de NOx. Daar gaat dus over twee jaar verandering in komen. De handhaving op de NOx-emissie wetgeving berust bij de milieu-ambtenaar van de gemeente of provincie.
Er staat nog een groot aantal branders in de glastuinbouw die zijn geleverd voor 1998. Die moeten dus per 1 januari 2017 zijn aangepast om ook onder de 70 mg te kunnen komen. “Wat we aan gasbranders kunnen doen om dit te bereiken verschilt per installatie”, zegt Rein Tichelaar van de firma Zantingh, leverancier van professionele stookinstallaties en CV-componenten. De volgorde is doorgaans dat eerst wordt gemeten hoe hoog de NOx emissie echt is; stap 2 is kijken of realisering van de norm kan met opnieuw afstellen/inregelen, of dat een retrofit noodzakelijk is. Dat is het verder aanpassen of ombouwen van de installatie. Als dat technisch gezien niet kan, moet de brander geheel of gedeeltelijk worden vervangen.
Er is overigens een uitzondering gemaakt voor installaties die minder dan 500 uur per jaar worden gebruikt, bijvoorbeeld als back-up installatie. In dat geval hoeven bestaande installaties niet aan de 70 mg norm te voldoen, alle nieuw geleverde wel. Het aantal draaiuren moet uiteraard wel aantoonbaar zijn.
Om te voorkomen dat iedereen tegelijk en op het laatste moment in actie moet komen, heeft de overheid er voor gekozen om deze campagne nu al te starten. “Want het zal nog wel even duren voordat het tot elke gebruiker van een stookinstallatie is doorgedrongen wat er gaat veranderen en wanneer. De wetgeving is ook vaak lastig te doorgronden, vandaar dat wij in ieder geval trachten om de markt daar zo goed en objectief mogelijk over te informeren”, aldus Tichelaar. “Zeker op bedrijven waar telers het momenteel al moeilijk genoeg hebben, proberen wij het uiterste te doen, om de investeringskosten voor aanpassing zo laag mogelijk te houden.”
Roger Abbenhuijs