In de Demokas 2030 proberen we integraal de emissie van CO₂, fossiele brandstof, water en nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen te minimaliseren om uiteindelijk op een nulemissie uit te komen. In die kas is veel mogelijk.

Op jaarbasis zijn we al prima in staat om vanuit de ontvochtiging, eventueel aangevuld met wat warmteoogst in de zomer, in de warmtevraag te voorzien. Daarmee wordt de energievoorziening van de kas all-electric en is deze fossielvrij. In het afgelopen jaar van 1 april tot 1 april hadden we bij potanthurium zelfs warmte over.

Seizoenpatroon in warmtevraag

Naast de belichting, die de meeste stroom verbruikt in deze teelt, is er stroom nodig voor de luchtbehandeling en de warmtepomp. Op jaarbasis is deze teelt met in totaal een 120 kWh/m² elektriciteit van warmte, licht en ontvochtiging voorzien. De grootste uitdaging is de gelijktijdigheid van warmte en koude vraag. Hier zit helaas nog een seizoenpatroon in, waarbij de warmtevraag zich op de slechte dagen tussen november en april concentreert.

Elektriciteitsgebruik terugdringen

Een efficiëntere warmtepomp zal vooral behulpzaam zijn om het elektriciteitsgebruik verder terug te dringen, evenals een efficiëntere ontvochtiging. Dat alles gaat onze onbalans nog niet oplossen. Al vele jaren is er een zoektocht naar alternatieve opslagsystemen voor de aquifer. Daarbij is nog geen economisch rendabele oplossing gevonden.

Tekst: Frank Kempkes