Hoewel het bij een teelt als sla op water nog niet veelvuldig wordt toegepast, is ontsmetten met ozon in de tulpenbroeierij al jaren gemeengoed. “Ik zou niet meer zonder kunnen”, stelt pionier Bert Karel van Karel Bolbloemen uit Bovenkarspel. “Hygiëne is alles en met deze techniek houd je je waterkwaliteit onder controle.”

De kas staat leeg. Nu, half augustus, vindt de temperatuurbehandeling van de bollen plaats. In oktober zullen de eerste worden opgeplant en in december komen de eerste bloemen tot bloei. De laatste bollen plant hij in mei en de laatste tulpen oogst hij eind juni.
“Deze teelt staat of valt met hygiëne”, zegt eigenaar Bert Karel. “Hoe beter de hygiëne, hoe minder uitval, hoe lager de kostprijs.”

Eb- en vloedsysteem

Het bedrijf heeft een teeltoppervlakte van 100 hectare. De teler broeit 65 miljoen bollen per jaar, waarvan tweederde in een eb- en vloedsysteem en een derde is stilstaand. Jaarlijks gaan er zo’n 100 miljoen tulpen over de grens, voornamelijk voor de retail. Karel kan zich geen fouten veroorloven. “Die markt vergelijkt kostprijzen. Ik moet dus kritisch kijken waar ik in investeer en of de meerwaarde wordt terugbetaald.”
Zo besloot hij in 2000 over te gaan op containerteelt, tulpen broeien in stilstaand water. “Samen met mijn vader, die toen nog in het bedrijf zat, wilde ik eerst uitdokteren hoe dit werkte. Ik bedoel, in een eb- en vloedsysteem zit alles door elkaar, dus als er ergens een schimmel opduikt, zit dat meteen in je hele systeem in plaats van in een kistje. We wilden dus eerst leren hoe we binnen dit stilstaande systeem de waterkwaliteit onder controle konden houden.”
Pas toen dat lukte, koos hij ervoor om tweederde van zijn broeierij over te zetten naar een eb- en vloedsysteem. “Dat werkt geweldig. Je hebt meer zuurstof in het water, de wortels zijn actiever. Ik denk dat mijn bloemen daardoor wel 15 procent zwaarder zijn.” Toch koos hij er niet voor om heel zijn broeierij over te doen op een ander systeem. “Sommige soorten groeien van zichzelf al heel weelderig en worden al zwaar. Die wil ik juist slanker maken.”

Toverstok

Met ozon kwam hij enkele jaren later in aanraking. Een collega in Canada vertelde hem dat hij duidelijk kwaliteitsverschil in zijn bollen zag, die van twee verschillende exporteurs kwamen. Een van hen werkte met ozontechniek. “We zijn toen met ozon de lucht gaan ontsmetten om verspreiding van schimmels te voorkomen”, vertelt Karel. “Daardoor hadden we ineens minder last van penicilium.”
Het water ontsmette hij indertijd nog met een UV-installatie en filters van 25 mµ. “De meeste collega’s gebruikten toen een filter van 50 mµ, dus dit was al een erg fijn filter. Toch vond ik het niet schoon genoeg. Het water werd naarmate het seizoen vorderde, steeds viezer, maar ik wilde niet na elke teelt al het water lozen.”
De oplossing kwam uit onverwachte hoek: het Dolfinarium in Harderwijk. “Ik hoorde dat ze daar het water schoonmaakten met ozon. Daar wilde ik meer van weten.” In 2012 besloot hij, als eerste tulpenbroeier in Nederland, te investeren in een ozonontsmettingsinstallatie. “Het was als een toverstok”, blikt hij terug. “Het water ging er als thee in en kwam er als drinkwater uit. Maar als we te veel ozon toevoegden, werd het water paars; ijzer en koper verbrandden dan.”

Als een bliksemschicht

“Het werkt als volgt”, zegt Roy Imming van Agrozone, gespecialiseerd in ozontechniek. “We gebruiken omgevingslucht onder druk: perslucht. Daar maken we pure zuurstof van. De ozongenerator zet deze zuurstof, O2, om naar ozon, O3. In de natuur gebeurt dit ook ten tijde van een bliksemschicht. Dan wordt O2 omgezet naar O3. Wij bootsen dit proces na. Vervolgens mengen we O3 met water en dat zorgt ervoor dat alle organische deeltjes verbranden: de organische afvalstoffen, bacteriën en schimmels. Na behandeling van het water vindt men alleen nog een verhoogd zuurstofgetal terug, tot wel 300 procent.”
“Ozon is trouwens ook geschikt om pesticiden af te breken, wat nodig is om legaal water te mogen lozen”, gaat hij verder. “Onze installaties waren de eerste met de daarbij behorende BZG-certificering.”
Maar hoe zorg je ervoor dat de behulpzame stoffen niet verbranden? “Daarom bemeten we de waterkwaliteit met behulp van de redoxwaarde”, legt Imming uit. “Die term is een samentrekking van reducerende en oxiderende stoffen. Dat gaat aan de hand van een sensor. Als de redoxwaarde te laag is, dan blijven de afvalstoffen, bacteriën en schimmels in het water achter, als deze te hoog is, worden de meststoffen verbrand en is het schadelijk voor de wortels.” De juiste waarde is per bedrijf verschillend: het hangt af van de pH van het water, van het teeltmedium, van de kwaliteit van de meststoffen etc.

Zoeken naar evenwicht

Het zoeken naar de juiste waarde was voor teler Bert Karel meteen de grootste uitdaging toen hij met dit systeem begon. “We wisten niet precies welke grens goed was. Waar ligt het evenwicht? We willen de schimmels en bacteriën onder controle houden, maar het gewas mag er natuurlijk niet onder lijden. Daarnaast begonnen we tijdens het seizoen met dit systeem. Dat is niet ideaal. We waren aan het schoonmaken in plaats van aan het schoonhouden.”
Uiteindelijk is het gelukt. Hij heeft nu twee ozonsystemen draaien om zijn water te ontsmetten. Een om zijn hele watervoorraad van 200 m³ schoon te houden en een tweede installatie om batchtanks van 5 m³ schoon te maken. De UV-installatie staat nu uit. Hij heeft alleen nog een chloorinstallatie om ervoor te zorgen dat het water na de ozon schoon blijft.
Toch is het daar niet mee klaar. Ten eerste vroeg het om een nieuwe bemestingsstrategie. “We gebruiken vloeibare meststoffen en recirculeren al het water. Dat betekent dat wanneer je met schoon water aan een nieuwe teelt begint, er nog meststoffen inzitten van de vorige teelt. Daar moet je rekening mee houden.” Ten tweede is het niet een kwestie van de stekker erin steken en klaar, benadrukt hij. “Je moet er wel aandacht aan blijven besteden. Een paar uur per week heb ik iemand die de installatie naloopt. Je moet het water blijven meten, de redoxsensoren schoonmaken etc.”

Voorbehoedend bezig

Toch zou de teler niet anders meer willen. “Hygiëne is alles in de tulpenbroeierij op water. Door dit systeem heb ik minder uitval, weinig last van ziektes. Dat is gewoon een zorg minder. Zeker met teelten op water, bouwt de ziektedruk zich heel langzaam op en ineens explodeert het. Een parabool. Als je het ziet, ben je te laat. Deze installatie zorgt ervoor dat ik voorbehoedend bezig kan zijn.”
“Water is lastig beheersbaar, maar door deze techniek wordt het proces goed meetbaar en stuurbaar”, is Karels ervaring. “Ik zie het aan mijn bollen. Ik heb geen last meer van verslijming. Ik heb een mooiere en stabielere teelt met betere wortels.”
Of de investering wordt terugbetaald? “Doordat ik minder uitval heb, heb ik de installatie terugverdiend en de betere kwaliteit van mijn product is mijn bonus.”

Tekst: Marjolein van Woerkom, beeld: Pieter Prins