Veel systemen voor actieve ontvochtiging zijn gebaseerd op het op een actieve manier inbrengen van buitenlucht. De luchtramen open zetten is de welbekende passieve manier van buitenlucht inbrengen. Voorbeelden van buitenluchtsystemen zijn Airmix (lucht aanzuigen door het schermdoek heen) en diverse systemen waarbij met LBK’s vanuit de gevel buitenlucht naar binnen geblazen kan worden.
In de chrysantenteelt heeft globaal 75% van de bedrijven inmiddels actieve ontvochtiging. Het geeft een beter klimaat en zorgt voor energiebesparing, vooral in de periode maart tot en met oktober. In de wintermaanden november tot en met februari loopt men tegen het feit aan dat buitenlucht koud is en dus direct of indirect opgewarmd moet worden. Dat kost warmte en dus energie. Het voordeel van een betere klimaatbeheersing blijft dan overeind staan, maar van energiebesparing is maar heel beperkt sprake.
Toenemende belangstelling voor elektrische ontvochtiging
Daarom is er de laatste twee jaar in de chrysantenteelt, en ook in andere teelten, een toenemende belangstelling voor elektrische ontvochtiging. Hierbij worden er in de kas apparaten geplaatst die middels het warmtepomp-principe in het apparaat een koude en warme warmtewisselaar laten ontstaan. Vochtige kaslucht wordt aangezogen en eerst door de koude warmtewisselaar geleid, waar condensatie plaatsvindt. De gedroogde lucht wordt via de warme warmtewisselaar opgewarmd en weer uitgeblazen.
Het bekendste merk van zulke apparatuur is DryGair. In de chrysantenteelt gebruiken telers vooral de ontvochtigers van Van Wijk Techniek omdat deze compacter zijn dan DryGair en boven in de kas gemonteerd kunnen worden, zodat spuitbomen en plantrobots er geen hinder van ondervinden. Praktijkmetingen hebben uitgewezen dat de twee merken weinig voor elkaar onderdoen qua ontvochtigingsefficiëntie.
Ervaringen zijn verrassend goed
De ervaringen met het toepassen van de elektrische ontvochtigers zijn over het algemeen verrassend goed. Het RV verlagende effect is goed merkbaar en bijvoorbeeld heel duidelijk te zien in de klimaatgrafieken. Daarnaast is ook heel goed te merken dat er uit de ontvochtigers warmte vrijkomt. Dat is de condensatiewarmte van het afgevoerde vocht én alle stroom wordt omgezet in warmte.
Bij vijf Van Wijk ontvochtigers per ha is de vrijkomende warmte vergelijkbaar met 15ºC buistemperatuur in het bovennet. Hierdoor is dus in de wintermaanden wél een flinke energiebesparing mogelijk.
Met de stijgende energiebelasting op gas zullen elektrische ontvochtigers de komende jaren steeds interessanter worden. Ik denk dat de combinatie ervan met bijvoorbeeld Airmix ideaal gaat zijn. Het ene systeem hoofdzakelijk te gebruiken in de winter en het andere in de andere seizoenen.
Tekst: Theo Roelofs, Delphy