John van der Lee en zijn vrouw Jolanda kijken geïnteresseerd naar de roze vleestomaat Tomimaru Muchoo in de ‘Market’ van het nieuwe Experience Center in Bleiswijk. In de winkelschapdemo ligt het hele sortiment tomaten. Ze laten zich voorlichten door John van der Knaap, omdat ze dit ras binnenkort gaan telen op de kwekerij in Azerbeidzjan. Voor die tijd willen ze beknopt voldoende informatie opdoen over dit voor hen onbekende ras. Hét grote verschil met de ouderwetse rassenproeven is de betere ondersteuning bij het maken van een rassenkeuze.

Van der Knaap, manager van het De Ruiter Experience Center, laat hen na een korte introductie het eindproduct zien en neemt ze mee de kas in, waar ze het gewas kunnen zien groeien naast andere rassen. De weken die ze nog hebben in Nederland willen ze efficiënt benutten.

“We vertrekken binnenkort naar Azerbeidzjan. De kas is nog maar één jaar oud. Op 20 augustus, als we er net zijn, worden de roze vleestomaten voor het tweede teeltjaar geplant. Ze zijn bestemd voor de Russische markt. Het bedrijf is van een lokale eigenaar. Wij worden bedrijfsleider op een gloednieuw bedrijf van 11 ha”, legt Van der Lee uit.

In de kas wil het telersechtpaar ook graag de proef met onderstammen bekijken. Azerbeidzjan ligt op de hoogte van Spanje en heeft een vergelijkbaar klimaat. Dus mogelijk een andere onderstam in de toekomst? Of zelfs andere tomaten, wanneer ze eenmaal vaste voet aan de grond hebben op de plaats van hun nieuwe bestemming?

300 tomatenrassen

De nieuwe locatie is op 22 maart van dit jaar geopend ter vervanging van het eerdere Tomato Experience Center in ‘s-Gravenzande. Het ziet er uitnodigend uit: een ontvangstruimte, een winkelschap en verschillende zaaltjes. Alles is erop ingericht om kleine en grote groepen uit binnen- en buitenland te ontvangen. “Hier is doorlopend bezoek mogelijk en daarmee meer contact en discussie met telers. Zo kunnen we ze beter ondersteunen bij het maken van hun keuze.”

Achter de metershoge glazen wand trekken de tomatenplanten vol rode vruchten de aandacht. Ze staan in een nieuwe, standaard moderne kas met normaal helder glas in het dek, deels belicht en deels onbelicht, met in het belichte deel een verduisteringsscherm en in het onbelichte deel een energiedoek. “Er staan 300 verschillende tomatenrassen op 8.000 m2; alle commerciële tomatenrassen van ons zelf en andere zaadhuizen en uiteraard onze nieuwe rassen.” Ze staan in 1.700 verschillende veldjes. Dat wil zeggen van ieder ras vier tot vijf herhalingen om gevel- en padeffecten uit te sluiten, belicht en onbelicht. Verder staat er een demo met verschillende onderstammen, maar met dezelfde rassen erop: Tomimaru Muchoo en Merlice.

Dagelijkse verzorging

Het is de bedoeling om in de toekomst ook iets dergelijks voor paprika en komkommer te gaan doen in de 8.000 m2 grote kas achter de nieuwe tomatenkas. Voorlopig staan er alvast dozen van vier interessante paprikarassen in de ‘market’. Van ieder segment één: een rode, oranje, gele en een rode puntpaprika.

Het veredelingsbedrijf werkt samen met teeltbedrijf Brabander-Zantman van Rob Brabander en Paul Zantman. Dit bedrijf, met meer locaties, is gericht op specialties van tomaten en paprika. Ze zijn de ‘telers’ van de onderzoeks- en demonstratiekas. Zij verrichten de gewone gewaswerkzaamheden. Het veredelingsbedrijf doet zelf de dataverzameling en metingen.

“We maken monsters voor supermarkten, de handel, andere telers en restaurants. Op die manier kunnen we op kleine schaal marktervaring opdoen met nieuwe rassen. In het verleden leverden we producten op verzoek, nu bieden we het zelf aan. Alles wat we niet nodig hebben, gaat naar Brabander-Zantman”, vertelt Van der Knaap.

Veel sensoren

In de groene paden mogen mensen lopen en proeven. De rode paden zijn verboden terrein voor de bezoekers in verband met betrouwbare dataverzameling. “Hier tellen, wegen en meten we. Naast de normale opbrengst- en plantmetingen gebruiken we nu ook sensoren. Er zitten enkele sensoren in de mat om de pH en EC te meten en we hebben een aantal gewichtsensoren. Daarmee meten we het gewicht van mat en plant en met behulp van een programma berekenen we de verdamping en groeisnelheid van de planten. Dat is nuttige informatie, wanneer een teler op zoek is naar argumenten voor een nieuw ras. Stel, je kunt laten zien dat het nieuwe ras meer verdampt voor dezelfde kilo tomaten dan het bestaande ras Merlice, dan kan hij zijn watergift aanpassen als hij beslist om dit nieuwe ras te gaan telen. Het meegeven van dit type teeltinformatie is nieuw.”

De Ruiter kijkt momenteel volop naar de digitale mogelijkheden. Er hangen veel sensoren in de kas. De leveranciers leveren wel de techniek, maar niet de data-analyse. “Deze extra data willen we gaan koppelen aan al bestaande data, om zo nog meer bruikbare informatie over onze rassen mee te kunnen geven. Het nieuwe centrum is de ‘pilot’ locatie. Maar de nieuwe digitale technieken willen we ook op proeflocaties bij telers gaan toepassen. In de toekomst willen we er naartoe dat telers ons bovendien virtueel kunnen bezoeken om de groei van de verschillende rassen real-time thuis naast elkaar te kunnen vergelijken”, verduidelijkt Van der Knaap.

Meerwaarde voor teler

Volgens hem heeft de nieuwe opzet een duidelijke meerwaarde ten opzichte van de ‘gewone’ rassendemo’s. Niet alleen kunnen telers het hele teeltseizoen langs komen. Ze kunnen tevens hun eigen ras onder dezelfde teeltomstandigheden zien als de potentiële opvolger. “We laten zien hoe het staat met de smaak en houdbaarheid. De teler is het hele jaar op zoek naar argumenten waarom hij een ander ras zou moeten telen. Op een gegeven moment moet hij een beslissing nemen, die dan wel voor het héle volgende jaar geldt. Daarbij willen we ze zo goed mogelijk faciliteren, door het gewas te beoordelen, de supermarkten erbij te betrekken en extra gegevens te verzamelen met behulp van sensoren.”

En het verdienmodel? “Wij willen dat onze klanten een goede boterham verdienen, zodat ze het jaar erop opnieuw een positief resultaat behalen.”

Bezoek aan de kas

De aanloop is groot. In het verleden trokken ze ongeveer 750 bezoekers per jaar. In de vier maanden na de opening van het nieuwe centrum zijn er al meer dan 1.500 bezoekers geweest. Het bezoek komt letterlijk overal vandaan. “Bijvoorbeeld een rassenkeuzecommissie die tien keer per jaar langs komt om de teelt te volgen. Er komen verkopers van handelshuizen die willen weten wat er te koop is. Supermarkten vormen de grootste uitdaging. We hebben dit centrum gebouwd om telers te ondersteunen. Door ook supermarkten erbij te betrekken, kun je gericht samen zorgen voor de juiste keuze. De stem van de supermarkt bepaalt mede welk ras wordt geteeld”, is de mening van Van der Knaap.

“Stel er komt een Prominent-teler langs die twijfelt over drie rassen met toegevoegde waarde ten opzichte van Merlice. Zij kaarten dit aan bij hun afnemers. Dan is het fijn dat hun afnemers er al over hebben gehoord. We zijn allemaal partners in de keten.” Een leuk voorbeeld is de groep Italiaanse telers die op bezoek kwam. “Op hetzelfde moment kwam er een groep inkopers van Oostenrijkse supermarkten langs. Dit bleken de klanten van deze Italiaanse telers te zijn.”

Samenvatting

Begin dit jaar is in Bleiswijk een nieuw experience center voor vruchtgroenten gebouwd. Hier kunnen telers en afnemers uit binnen- en buitenland gedurende het hele teeltseizoen langskomen om de nieuwe tomatenrassen te bekijken en te vergelijken met bestaande rassen. Tevens kunnen ze zien hoe het staat met de smaak en houdbaarheid van de producten. Datzelfde geldt voor andere ketenpartners, zoals inkopers van supermarktketens.

Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn.





Gerelateerd