Met een verplichte, emissieloze glastuinbouw op komst staat de teler voor de opdracht de emissies van zijn bedrijf terug te dringen en te zijner tijd op nul te krijgen. Verschillende partijen steken hem de helpende hand toe, want lang niet iedereen heeft zijn waterstromen goed op orde, concluderen water- en hoogheemraadschappen. Met de datum van 1 januari 2018 in zicht is het de hoogste tijd om per bedrijf het gesprek aan te gaan en samen met de teler verbeterpunten en oplossingen te zoeken.

Door op een zo efficiënt mogelijke manier regionaal samen te werken, hopen Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard, Hoogheemraadschap van Delfland, de gemeenten Westland, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Midden-Delfland, Zuidplas, Waddinxveen en LTO Noord Glaskracht de landelijk vastgestelde nulemissie in 2027 sneller te realiseren. Die samenwerking moet dienen als katalysator. Partijen stemmen acties onderling af, werken samen en agenderen nieuwe initiatieven. Zo wordt sneller resultaat geboekt. “Waterkwaliteit is een gedeelde verantwoordelijkheid, laten we dan ook samen kijken hoe we per locatie de waterkringloop kunnen sluiten. Ik weet zeker dat we kunnen leren van elkaar”, stelt Theo Cuijpers van ‘Schieland’.

Positief op de kaart

Ook Martine Tieleman van de gemeente Westland benadrukt het belang van een duurzame toekomst, zowel voor de sector als voor de leefomgeving. “De glastuinbouw is een belangrijke economische motor van het Westland. Hoe stoer zou het zijn om te melden dat de emissies onder controle zijn? Dat we gewoon de doelstelling van 2027 gaan halen! Daarmee zet je de telers positief op de kaart, met een ongetwijfeld economisch interessante spin-off. Daar werken wij als gemeente graag aan mee. We helpen, assisteren en ondersteunen onze ondernemers waar mogelijk.”
De eerste ervaringen met de gebiedsgerichte aanpak, zoals in de Dorppolder en Oranjepolder in De Lier, zijn zeer positief. In 2014 startte het waterschap hier met gebiedsgericht meten. Via een nauwkeurig meetnet achterhaalden de handhavers de herkomst van vervuilde waterstromen. Vervolgens confronteerden ze de betrokken bedrijven met de normoverschrijdingen en werd het gesprek gestart. Hierna verminderden de lozingen enorm. Nu is het volgens de partijen tijd om de methode over de hele Greenport uit te rollen.

Tuin voor tuin

Dus als het bestuur instemt met de methode, zullen binnen nu en 2021 alle polders in de gemeenten Westland, Pijnacker-Nootdorp, Lansingerland, Midden-Delfland, Zuidplas en Waddinxveen intensief worden onderzocht en bezocht. Cuijpers: “We gaan dan echt tuin voor tuin langs. Een omvangrijke klus, maar wel een waarmee we een belangrijke slag kunnen slaan. Want door de waterstromen op alle glastuinbouwbedrijven in beeld én onder controle te krijgen, verbeteren we absoluut de waterkwaliteit.”
Als de glastuinbouw in staat is om ook de kleinere waterstromen zodanig onder controle te krijgen dat ook die emissies kunnen worden voorkomen, is de kans dat middelen wegvallen door teveel normoverschrijdingen afgenomen. “Hoe sneller we resultaten tonen, hoe beter we kunnen voorkomen dat het middelenpakket nog verder wordt verkleind”, geeft Margreet Schoenmakers, programmamanager Water van LTO Glaskracht aan. “Dat is absoluut een stok achter de deur om hard te werken aan waterkwaliteit, ook door de telers zelf. We merken dat de gebiedsgerichte aanpak dit bewustzijn bij de telers vergroot. Echt, de normen zijn heel streng en elk klein beetje lozingswater heeft een enorme impact.”

Waterstromenmodel

Eén van de partijen, die telers hulpmiddelen aanbieden om hun waterstromen in kaart te brengen, is Wageningen University & Research. Eind vorig jaar lanceerde het kennisinstituut het Waterstromenmodel. Dit is een webtool waarmee telers, na een eenmalige registratie, de waterstromen in kubieke meters en de emissie in kilogrammen stikstof kunnen berekenen. Dit jaar is daar een beslissingsondersteunende rekentool voor zuiveringstechnieken aan toe gevoegd. Zo kunnen telers zichzelf inzicht in hun individuele positie verschaffen.
Samen met drie collega’s ontwikkelde onderzoeker Erik van Os het programma. “Met de berekeningen kunnen telers zien of ze aan de huidige en de toekomstige stikstofemissienormen kunnen voldoen. Daarnaast laat het model zien hoe groot de lozingsstroom is die van resten van gewasbeschermingsmiddelen moet worden gezuiverd. Dit maakt het voor de teler gemakkelijker om te bepalen welke stappen nodig zijn om emissieloos telen technisch mogelijk te maken.”

Oriëntatie op investeringen

Met de cijfers kan een teler zonodig naar zijn toeleverancier stappen en berekenen wat op zijn bedrijf de beste investeringen zijn om de spuistroom en de emissies te verminderen. Veel telers weten volgens Van Os nog niet hoeveel ze precies lozen en wat ze moeten doen om de lozingen terug te dringen. Waterstromen maakt dat inzichtelijker.
LTO Glaskracht en adviesbureau Delphy ontwikkelden in 2015 de KasWaterWeter en introduceerden deze webtool begin 2016. Net als Waterstromen bevat dit instrument rekenmogelijkheden waarmee de teler kan achterhalen hoe zijn EC zich ontwikkelt, hoe het met het natriumniveau is gesteld, hoe groot de afvalwaterstroom is, hoeveel stikstof die stroom bevat, hoe groot de drain is, enzovoort.
Het basismodel plaatst daar vervolgens tal van onderzoeksresultaten bij. Dit betreft onderzoeken die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd binnen onder meer het onderzoeksprogramma Glastuinbouw Waterproof. De resultaten zijn kort en bondig samengevat. Deze database ‘op de achtergrond’ wordt regelmatig aangevuld en geactualiseerd. De gepresenteerde onderzoeksresultaten maken het de teler mogelijk achter de computer naar oplossingen te zoeken en de kennis die er al is te gebruiken.

Toegankelijk en laagdrempelig

De KasWaterWeter presenteert de onderzoeksgegevens zó dat de teler ze makkelijk kan vinden, de materie kan begrijpen en de informatie op zijn eigen situatie kan toepassen. “Het moet laagdrempelig en gemakkelijk zijn om met behulp van de beschikbare kennis te onderzoeken hoe het bedrijf kan werken aan een emissie die nul benadert”, aldus Schoenmakers. Dat is nodig, zegt zij, want emissies naar het milieu voorkomen is belangrijk, maar op een bedrijf zijn nog zoveel andere prioriteiten. Volgens haar voorziet de webtool in een behoefte. “Wij zien het bezoek aan de site gestaag oplopen. Dat valt te begrijpen, want uiteindelijk heeft elke teler de opdracht iets te doen aan zijn emissies naar het milieu.”
De hoop is dat de tool nog onbekende knelpunten naar voren brengt. “Wij kunnen ons voorstellen dat er vragen leven waarvan de antwoorden allang bekend zijn. Dat is dan informatie die we eenvoudig aan de site kunnen toevoegen. Maar misschien zijn er ook vragen waarop nog geen antwoord bekend is. Die kunnen we dan in voorstellen voor nieuw onderzoek meenemen.”

Watergebruik en emissie

Een derde instrument dat voor telers beschikbaar is, is de Bedrijfsscan Waterstromen. Anders dan Waterstromen en de KasWaterWeter is dit geen webtool. Komkommerteler Twan Prinse in Breda heeft er goede ervaringen mee.
Op zijn 3 ha grote bedrijf gebruikt hij de Bedrijfsscan Waterstromen van Royal Brinkman. Deze scan brengt het totale watertechnische systeem in beeld en berekent het watergebruik en de emissie. Daaruit volgen aandachtspunten voor de waterstromen. Ook adviseert de toeleverancier maatregelen waarmee de teler het volume restwater kan minimaliseren en waarmee hij tot een nul-emissie in 2027 kan komen. Het rapport verschaft de teler inzicht in de noodzakelijke, toekomstige investeringen.

Tekst: Jos Bezemer en Jojanneke Rodenburg, beeld: Fotostudio G.J. Vlekke