In maart was het ineens zomer in de kas. “Je hoort het groeien”, houd ik mijn werkgever voor, die al weken hoopt op een versnelling van ontwikkeling en groei. Bijkomend nadeel is dat de ontwikkeling van plaaginsecten ook gelijk toeneemt. We zien dat direct terug in de ‘cijfers’. We blijven namelijk de hele winter door scouten.

De plekken met trips of luis blijven we markeren en de plaagdruk (ook al is deze nihil) blijven we vertalen naar getallen en grafieken al dan niet met behulp van applicaties. Naar mijn mening een must, willen we het gebruik van chemische middelen minimaliseren. De tijd dat we in de winter het scouten wel eens parkeerden is voorbij. Je kan geen dag ‘te laat’ zijn.

Glastuinbouw Nederland heeft ons inmiddels geïnformeerd over onze ambities. Ik stel mezelf dan de vraag: “Sluiten deze ambities ook aan bij onze (mijn) ambities”. Daar blijf je over nadenken terwijl je elke dag met veel zaken uit het visiedocument bezig bent. Mijn oog viel op twee aandachtspunten uit de ambitie voor een biologisch ecosysteem in een circulaire kas.

De eerste is de aanwezigheid van een leger van biologische bestrijders dat, bij uitbraken van ziekten en plagen, klaar staat om deze indringers aan te pakken. Een ‘standing army’ die de vijand direct kan aanvallen en ‘natuurlijk’ daarna de overwinning behaald. Maar welke onderdelen uit deze parate troepen moet ik nu wáár inzetten? En welke eenheden staan klaar om een nu nog onbekende plaag aan te pakken? Ik ben ervan overtuigd dat we hier stappen moeten en ook kunnen maken. Maar alles wat ons als telers bezighoudt, moet ergens op tafel komen bij de instanties en bedrijven die ons hier verder mee kunnen helpen.

Een tweede aandachtspunt volgt op het eerste. Een betere registratie van de eigen gegevens, dankzij verdere digitalisering, voor het vergelijken en analyseren van data. Dat sluit dan weer aan bij mijn eerste opmerking. En nu doorpakken. Scout apps blijven optimaliseren. Drones en camerasystemen snel verbeteren. We hebben haast. Het is zo 2030.

Ed Konijn, teeltmanager potanthurium bij Stolk Brothers in Bergschenhoek