De nieuwe variant van de groene perzikluis is een grote uitdaging in de paprikateelt. Vorige winter begonnen de problemen met de luizen, die resistentie vertonen tegen chemische gewasbescherming. Extra schoon de teelt starten en een breder palet ‘biologie’ inzetten zijn nu de meest getrokken kaarten, maar het blijft zoeken.

Het teeltseizoen 2023 is nog maar pas begonnen, maar wederom blijkt de resistente luis in de paprikateelt aanwezig. Volgens paprikaconsultant John van de Pasch van tuinbouwtoeleverancier Mertens lijken grote problemen zich nog niet voor te doen, maar wordt de luis wel aangetroffen. Hij baseert zijn beeld op klantbezoeken in het zuiden van het land. “Het gros van de telers heeft zijn best gedaan om schoon te beginnen na enkele chemische behandelingen onder meer tegen trips en luis. Vervolgens zetten ze bestrijders in om trips, luis en spint onder controle te houden. Hoe het gaat lopen is koffiedik kijken. Biologisch starten doen weinig telers.”

Variant van groene perzikluis

Het probleem in de bestrijding van de groene perzikluis doemde vrij plotseling op in het najaar van 2021 en manifesteerde zich meteen door heel Nederland. Aanvankelijk konden gewasbeschermingsdeskundigen deze luis niet goed plaatsen. Ze leken sterk op de groene perzikluis maar vertoonden ander gedrag.
Koppert en Wageningen University & Research stelden in het voorjaar van 2022 met behulp van DNA-techniek vast dat het om een nieuwe variant van de groene perzikluis gaat. De luizen zijn sneller en beweeglijker, daardoor hebben sluipwespen mogelijk meer moeite met aanprikken. Het meest lastige is dat deze variant zich twee keer zo snel voortplant.
De variant toont zich resistent tegen de gangbare chemische gewasbeschermingsmiddelen. Specialisten in gewasbescherming gaan er van uit dat dit een gevolg is van versmalling van het middelenpakket. Door ongeslachtelijke voortplanting breiden deze groene perzikluizen zich vervolgens uit.

‘Luisjes in de kop’

Lisa Broekhuizen van Koppert ziet dat de luis alweer aanwezig is aan het begin van dit seizoen. Soms komt de luis al mee in de jonge planten die door de plantenkweker zijn aangeleverd, ook zijn ze na de teeltwisseling in kassen achtergebleven, constateert de consultant groenteteelt. “Bij het uitplanten moeten teeltmedewerkers de nieuwe planten al op de kar screenen op luisjes in de kop”, adviseert ze.
Telers gaan er verschillend mee om. “Ze halen besmette planten direct uit de kas, of ze zetten meteen chemie in. Het is bij iedereen een strijd. Dé ideale oplossing hebben we nog niet, er zal een combinatie van beestjes nodig zijn om dit probleem onder controle te krijgen”, stelt Broekhuizen.
Volgens haar zijn er ook volop telers die direct het biologische pad bewandelen. “Die aanpak geven wij de grootste kans van slagen. Gangbaar is om aan het begin van de teelt nog veel middelen te spuiten, dat gaat echter ten koste van je biologische bestrijders.”

Breder palet bestrijders

Om de nieuwe variant toch onder controle te krijgen wordt naar diverse opties gekeken.
Broekhuizen: “Onze inzetstrategie is werken met meerdere bestrijders tegelijk en een meer preventieve aanpak. Telers die preventief starten en consequent doorgaan met biologie, met wekelijks voldoende bestrijders per meter, houden meer controle over de populaties.”
Ook Van de Pasch ziet dat telers het zoeken in een breder palet aan bestrijders. “Sluipwespen en galmuggen blijven de basis, maar we adviseren die nu aan te vullen met onder meer lieveheersbeestjes, zweef- en gaasvliegen. Vorig jaar hebben diverse telers daar al mee gewerkt. Er zijn positieve geluiden, maar het is nog niet zo dat die bestrijders het eventjes gaan doen.” In elk geval is een structureel inzetschema van natuurlijk vijanden nodig dat breder en robuuster is dan voorheen, denkt hij. “Het vraagt maatwerk per bedrijf en de kosten moeten in balans blijven. Telers moeten niet pas reageren als ze luis zien, dus meer scouten.”

‘Luisveelvreters’

Volgens Broekhuizen zijn meer generalisten onder de bestrijders nodig. “We koersen nu af op de inzet van ‘luisveelvreters’, zoals de larven van lieveheersbeestjes en gaasvliegen. Zodra die uit de eitjes komen, beginnen ze gelijk te vreten.” Een nadeel is dat deze bestrijders wel een daglengte nodig hebben van minimaal acht á tien uur om actief te worden, geeft ze aan.
De consultant verwacht dat de bestrijding dit jaar beter zal verlopen dan vorig seizoen toen telers door de nieuwe variant werden overvallen. “De voortplantingssnelheid is hoger en ze maken veel eerder vleugeltjes aan dan de gangbare perzikluis, zodat een plaag zich sneller door de kas kan verspreiden. Vorig jaar liepen telers daardoor achter de feiten aan, nu zit iedereen er meer bovenop”, merkt ze. “Dat moet, want zodra het uit de hand loopt, komt het niet meer goed. Belangrijk is dat we leren uit de ervaringen die veel telers dit jaar opdoen met een bredere inzetstrategie.”

Spuiten met een hulpstof

Als aanvulling op natuurlijke vijanden en bekende middelen om te spuiten wordt ook gekeken naar alternatieven. Zoals Sinergy GrowShield dat wordt geproduceerd en verkocht door Cindro Bereiding in Andijk. Dit middel is toegelaten als hulpstof in alle teelten en gemakkelijk toepasbaar met de spuitrobot in de tankmix. Het heeft geen maximale residu limiet (MRL) en geeft geen residu, aldus de leverancier.
“Je kunt het gebruiken in een geïntegreerd systeem, het gaat ook samen met de meeste biologie. Dit hulpmiddel zorgt ervoor dat de opneembaarheid van andere middelen die je spuit op de plant beter wordt, waardoor die beter gaan werken.” Dat vertelt Thomas Verburg, productontwikkelaar en algemeen directeur van Cindro.
“We weten dat die luizen wat trager worden door dit middel. Normaal is die nieuwe luisvariant beweeglijker, maar door dit middel oogt hij een beetje stoned. Hij gaat niet dood van Growshield alleen maar wordt wel makkelijk te pakken door sluipwespen en andere natuurlijke vijanden”, volgens Verburg. Hij stelt dat het relatief nieuwe product langzaamaan geaccepteerd wordt door telers. Twee Noord-Hollandse paprikatelers hebben het recent tijdelijk toegepast, met wisselende tevredenheid. Het is voor hen te vroeg om duidelijke conclusies te kunnen trekken, laten ze weten.

Tekst: Koen van Wijk, beeld: Wilma Slegers