In de tuinbouw worden miljarden producten geteeld, maar geen daarvan lijkt op een ander. Bovendien wil de ene teler het ene moment iets rijper plukken dan op een ander moment. Dat zijn moeilijke omstandigheden voor het ontwikkelen van een robot, vertelt Erik Wekking, sales manager van Irmato, dat veel robots voor tuinbouwtoepassingen ontwikkelt. “Dat robots doorbreken is zeker.”

Waarom is uw bedrijf in de robots gestapt?

“Irmato heeft in 2013 Jentjens Machinetechniek overgenomen. Dat bedrijf was eind jaren ’90 benaderd door een aantal potrozenkwekers die een stekrobot wilde laten ontwikkelen. Jentjens was toen al bezig met robots voor de industrie. Het verschil met de tuinbouw is dat in de industrie alle producten meestal identiek zijn: van het eerste product tot het miljoenste. Dat is in de tuinbouw anders. Geen stekje is hetzelfde. Daarbij speelt het menselijk intellect een grote rol. De ogen vertellen wat de handen moeten doen.”

Is dat er de oorzaak van dat robots nog niet zijn doorgebroken in de tuinbouw?

“Onder meer. In de tuinbouw zijn er verder veel verschillende gewassen met veel verschillende teeltmethodes, en binnen gewassen zijn weer verschillende soorten. Dit vraagt veel specifieke robottoepassingen met bijbehorende nieuwe software om een bloem of vrucht te vinden, het knippunt te bepalen of de rijpheid te herkennen. Maar rijpheid is een subjectief begrip. De ene keer wil een teler afhankelijk van marktomstandigheden rijper oogsten dan de andere keer. Wat ook complex is voor een robot is de muur van groen waartussen bijvoorbeeld paprika’s groeien. Vind daarin maar eens de te oogsten vrucht! En in de tuinbouw zijn er veel seizoensproducten, terwijl het voor de terugverdientijd ideaal is als de robot jaarrond kan werken.”

Wat is ervoor nodig om robots te laten slagen in de tuinbouw?

“Allereerst zou het helpen als teeltmethodes kunnen veranderen, bijvoorbeeld dat de robot van twee kanten het gewas kan benaderen en zo producten makkelijker herkent. Ook de veredeling speelt daarin een rol: gewassen kunnen geschikter gemaakt worden om geoogst te worden door een robot. Het is dus nogal ingrijpend voor de tuinbouw. Het is een kwestie van industrieel denken. De sierteelt en groenteteelt zijn daar inmiddels behoorlijk ver in. Maar telers veranderen pas hun teeltmethode als de techniek van robots bewezen is. De ontwikkeling van techniek en die van nieuwe teeltmethodes moeten dus hand in hand gaan.”

Komt de doorbraak er wél?

“Natuurlijk. Door het wegvallen van subsidies en de financiële crisis liep het even terug: telers kregen geen geld meer. Maar er zijn aantoonbare successen. Onze potrozenstekrobots die al sinds 2002 draaien. En in 2008 toonden we aan dat automatisch oogsten van snijrozen mogelijk was, maar toen stortte de financiële wereld in. Telers kregen geen geld meer om dit soort initiatieven verder te ontwikkelen. Ook zullen we er gezamenlijk voor moeten zorgen dat er op representatieve schaal in de praktijk getest kan worden voordat automatisering breed ingezet wordt. Pilotprojecten zullen gefaciliteerd moeten worden, zoals bijvoorbeeld nu in het Sweeper-project, om teleurstellingen bij de eerste gebruikers die deze pilots juist mogelijk maken te voorkomen. Een teler met een goede business case heeft nu weer een goede kans op (private) financiering. Tegelijk wordt robotica goedkoper en blijft de techniek zich verder ontwikkelen. Dat de robots doorbreken is dus zeker.”

Tekst: Tuinbouwteksten.nl/Mario van Vliet, beeld: Mario Bentvelsen

Download het complete dossier Robots in de Tuinbouw, inclusief expert interviews, conclusies en voorbeelden (13 pagina’s, pdf).