Stolk Brothers in Bergschenhoek is een anthuriumkwekerij met een lange historie, ook waar het innoveren betreft. De recente keuze voor een waterontsmetter op basis van ultrafiltratie past in dit beeld. “Na uitbreiding van ons ene bedrijf liepen we tegen de grens van onze capaciteit. We hebben gekozen voor een nieuwe installatie waar we de waterstromen van onze beide kassen kunnen ontsmetten”, vertelt Pieter Stolk.
Als vierde generatie Stolk weten Pieter en David de familietraditie van kwaliteitsteelt en innovatie door te zetten. Zo’n dertig jaar geleden waren hun vader en oom pioniers in biologische bestrijding in de sierteelt. Samen met Koppert werkten ze aan een goed werkend systeem met een evenwicht tussen plaaginsecten en natuurlijke vijanden.
“Via monitoring volgen we intensief of de beestjes die we inbrengen ook actief blijven. Verder zetten we biostimulanten in en ligt er een biodiversiteitsstrook langs de kassen”, vertelt Pieter Stolk. Hij is verantwoordelijk voor teelt en energie, zijn broer richt zich op personeelszaken, marketing en verkoop.
De inspanning voor een chemievrije teelt was mede de reden dat ze vorig jaar de prestigieuze Tuinbouw Ondernemersprijs in de wacht sleepten. Ook het veenvrij telen en uitleveren van hun planten kreeg lof van de jury.
Nieuwe ontsmettingsinstallatie
De broers telen in twee aaneengeschakelde kassen 8,5 ha anthuriums in vele varianten en in de potmaten 7 tot en met 17. Ze kochten een paar jaar geleden de kwekerij van hun buurman aan. Na een verbouwing van een deel hiervan is deze nu volledig geïntegreerd met het bestaande bedrijf. “Aanvankelijk gebruikten we slechts de helft van het aangekochte bedrijf. We kozen ervoor ook het drainwater van dit gedeelte via onze bestaande ontsmettingsinstallatie te laten meelopen. Die was berekend op het oude bedrijf, de capaciteit van de installatie zat aan de limiet.”
In de zomer kon het wel 24 uur duren voordat het ontsmette water weer retour kwam, vertelt hij. “We wisten dat er een nieuwe ontsmetter nodig was zodra de verbouwing gereedkwam. Wij werkten met een verhitter met een capaciteit van 12 tot 20 kuub per uur.”
Ter vervanging koos Stolk voor de Kathari van Van der Ende Group, die werkt op basis van ultrafiltratie. “We keken naar andere technieken dan verhitting, wat geen systeem voor de toekomst is. Ondanks de keuze voor zuinigere ketels verbruikten we nog steeds veel gas. UV kost geen gas, maar de investering is groot en vraagt ook veel onderhoud en vervanging van lampen. Liever had ik een robuuster systeem, zo kwamen we bij ultrafiltratie uit.” De nieuwe installatie heeft een capaciteit van 40 kuub per uur, waarmee de anthuriumtelers ruimschoots vooruit kunnen.
Membraantechiek
“Het was mooi dat we het in een keer helemaal nieuw konden laten installeren”, vindt de teler. In de watertechnische ruimte wordt duidelijk hoe ultrafiltratie in zijn werk gaat. Stolk wijst op de eerste stap, het voorreinigen. Met hoge snelheid spoelt het water uit de vuildrainsilo langs een bandfilterdoek, waar de grove vuildeeltjes vervolgens aan blijven kleven. Dit betreft pathogenen en vaste deeltjes groter dan 25 micron. Het vuil blijft liggen op het banddoek dat opschuift zodra het vol zit. “Het is belangrijk om de doeken regelmatig te controleren.”
Bij de tweede stap, de ultrafiltratie zelf, worden de kleinste deeltjes door middel van membraantechniek uit het water van de vuildrainsilo gefilterd. Pathogenen zoals schimmels, bacteriën en virussen worden afgevangen en het water gaat terug naar de schoondrainsilo. De nutriënten blijven wel in het ontsmette water aanwezig zodat ze ook weer als voedingsstof kunnen dienen voor het gewas.
Stolk wijst naar de dikke kunststofbuizen op een rij, waar het drainwater doorheen geperst wordt. “De pomp duwt het water door de buizen heen. De buis bevat poreuze rietjes, die als membraan werken. Ze laten water en nutriënten door, virussen, bacteriën en schimmels niet. De rietjes worden ook geregeld automatisch gespoeld.”
Maatwerk
Een ultrafilter kan op maat gemaakt worden, afhankelijk van de benodigde capaciteit en de wensen van de teler. Bij Stolk zijn er drie series filtratiebuizen aan elkaar geschakeld. “Elk project vraagt om maatwerk, zowel het ontwerp, de installatie als het inregelen”, geeft Manager Techniek Ruud Schulte van Van der Ende Group aan.
Samen met de installateur rekent de leverancier voor welke capaciteit nodig en gewenst is. “Wij adviseren meestal een installatie die het drainwater kan ontsmetten in 16 à 18 uur. In 24 uur zou het goedkoopste zijn, maar dat is riskant want je hebt geen uitloop meer. Een teler kan ook wensen dat het ontsmetten binnen 8 uur klaar is, maar dat vraagt een veel grotere en dus duurdere installatie.”
De kosten van ontsmetten gaan veel verder dan de aanschaf alleen. Schulte: “De onderhouds- en energiekosten zijn minstens zo relevant. Wij rekenen daarom ook de operationele kosten voor. Voor Stolk kwam het erop neer dat de energiekosten zo’n 95 procent lager werden dan bij zijn oude installatie.”
Inregelen en finetunen
Het inregelen van de ontsmetter vraagt veel aandacht, vertelt Schulte. Ook bij Stolk moest er in de eerste maanden na installatie af en toe een monteur bijkomen. Schulte: “Het drainwater is bij elke kwekerij anders van samenstelling, gelet op de teelt, EC-waarde, de in het water opgeloste nutriënten en het seizoen. We regelen de installatie zo goed mogelijk in op basis van het functioneren en we gaan daarna finetunen. Wat ons helpt is dat we inmiddels een enorme database hebben opgebouwd uit de circa tachtig projecten die we wereldwijd hebben gerealiseerd.”
Voor de aanschaf van de installatie had Stolk een aantal specifieke vragen. “Haalt dit systeem bijvoorbeeld de Xanthomonas bacterie eruit, dat vond ik heel belangrijk. Dat is het vervelendste wat je in de anthuriumteelt kan overkomen, al hebben wij dat gelukkig nooit meegemaakt. Daar ging de leverancier serieus mee om.”
Een ander punt is de speelruimte in de mestdosering. Stolk verklaart: “Bij onze ontsmetter gebruikten we een warmtewisselaar. Om de platen daarvan schoon te houden moesten we salpeter toevoegen, waardoor ook het stikstofgehalte omhoogging en dat verstoorde ons bemestingsrecept.”
Veenvrij uitleveren
Veenvrij is ook een thema waarin Stolk tot de voorlopers in verduurzaming behoort. “We leveren sinds 2,5 jaar volledig veenvrij uit, nadat we zeven jaar geleden met testen begonnen. Traditioneel gebruikten we al weinig veen, zo’n 40 procent. Inmiddels bestaan onze mengsels uit combinaties van kokosvezel, schors, compost en houtvezel.”
Dat de teler met de Kathari volledige sturing heeft over de stikstofgift is ook hier een voordeel, geeft hij aan. “We telen al enkele jaren op veenvrije potgrond. Dat is minder ‘vergevingsgezind’ dan veen, dus het vraagt om extra dicht op de bal te spelen met de water- en nutriëntengift. En dat kan goed met deze ontsmettingstechniek”, licht hij toe. Bovendien waren ze al gewend zo precies te sturen op de nutriënten, onder meer via regelmatige grond- en bladmonsters. Ook bij de luisbestrijding zoekt de teler het in beperking van de stikstofgift.
Hoe goed de nieuwe ontsmettingsinstallatie bevalt, kan hij pas na een jaar draaien echt vertellen, zegt Stolk. “De ‘storinkjes’ van de beginperiode zijn vervelend, maar ik sta wel 100 procent achter mijn keuze.”
Tekst en beeld: Koen van Wijk

















