Bij een krimpend chemisch middelenpakket wordt zorgvuldig uitzetten van de biologie steeds belangrijker. Niet elke medewerker heeft daarvoor de juiste accuratesse in huis. De resultaten van het uitzetten kunnen daardoor verschillend uitpakken. Bovendien kost het een fiks aantal manuren. HNS Kwekerijen heeft de oplossing gezocht in automatisch uitzetten.
Sinds de energiecrisis hanteert paprikabedrijf HNS Kwekerijen verschillende planttijden voor drie tuinen: 1 december, 10 december en 28 december. Bij de vroege plantingen moet er tijd gekocht worden. Midden in de winter floreren veel natuurlijke vijanden, zoals bijvoorbeeld Orius, immers niet. “Vroeg starten met biologie is dan lastig. Later, als je met het licht mee kunt telen, slaan de beestjes veel beter aan”, vertelt eigenaar Sofinus van der Burg.
Daarom volgt na de start van de teelt eerst een aantal rondes Vertimec Gold. Dit jaar hebben ze ook het biologische insecticide Oikos gespoten, alvorens de eerste natuurlijke vijanden in de kas kwamen.
Veel uitdagingen
Samen met broer Nieki teelt hij 12 ha rode paprika’s (Margarethe en Alzamora) op twee locaties in het Gelderse Est. De afzet vindt plaats via Royal ZON, zowel via bemiddeling als de veilingklok. Ze hanteren samen met twee andere kwekerijen het private label So Unique.
Na de vraag wat hij als belangrijkste plagen in paprika ziet, speelt er een glimlach rond de mond van de teler. Bij verschraling van het middelenpakket is dit bijna een domme vraag. Wat is er tegenwoordig niet een probleem? Luis, spint, trips, rupsen van diverse motten. Tegen luis is er nog maar één middel voorhanden. Floramite (tegen spint) is sinds eind 2023 geschrapt. Het is meer dan ooit zaak dat de geïntegreerde bestrijding (IPM) op alle punten klopt. Dat is een belangrijke reden dat de broers gekozen hebben voor het automatisch uitzetten van biologie.
Pest in first
Eind februari beginnen ze met de roofmijt Swirskii uit te zetten tegen trips. Daarna volgt de roofwants Orius, gevolgd door de alleseter Macrolophus. Daarna wekelijks galmuggen en sluipwespen tegen bladluizen. “Zo tegen eind april komt spint op en dat is door het wegvallen van Floramite een stuk lastiger geworden”, vertelt Van der Burg.
“Bij spint hanteren we de ‘pest in first’ strategie. Al voordat je te maken hebt met aantasting, brengen we zelf een zwakke spintstam in, gecombineerd met de roofmijt Phytoseiulus. Hierdoor kunnen de ‘phyto’s’ alvast hun populatie opbouwen voordat er een grote spintdruk is. Vervolgens is het goed opletten, door middel van scouten. Je moet op het juiste moment roofmijten uitzetten”, vertelt de teler. En ook op de juiste plek uitzetten. Zodra je spint ziet, op de kop van het gewas bijstrooien en zorgen voor een goede verdeling van de roofmijten.
Verblazen
Van der Burg: “Op zich kun je, als je netjes uitzet, een goede verdeling bereiken. Maar je moet medewerkers hebben die dat goed kunnen. En daar wringt op den duur de schoen. Vaak vallen werkzaamheden op de tuin samen en kun je niet altijd de beste mensen het meest geschoolde werk laten doen. Dit is een belangrijke reden dat we gestart zijn met automatisch uitzetten. Het bespaart arbeid, wel tot 75 procent, maar de kwaliteit van het uitzetten was ons belangrijkste argument om te kiezen voor deze machine.”
Hij gebruikt de Entomatic van Hortiworld. Die kan de Orius en verder ‘alles zonder vleugels’ verblazen. Niet alleen verschillende soorten roofmijten, maar ook de bijvoeding.
Op robot spuitsysteem
De beestjes worden ingevoerd in een trechter en gaan via een speciale doseeras naar een verblazer. Die verspreidt ze via flexibele slangen over het gewas. Het apparaat kreeg zijn eerste toepassing in de aardbeienteelt. Daar is het uitgerust met meerdere slangen die de beestjes bovenover het gewas verdelen. Voor vruchtgroenten is het apparaat aangepast en heeft het twee uitzetpunten.
Van der Burg heeft het apparaat op het robot spuitsysteem gezet en maakt daardoor gebruik van het onderstel en de software. “Je kunt via het bedieningspaneel de rijsnelheid en de uitgezette hoeveelheid per vierkante meter regelen. Met de software is in te stellen waar je extra wilt uitzetten, bijvoorbeeld de eerste tien meter van een rij”, vertelt Rembrandt van Meegen, eigenaar van machinefabriek Hortiworld in Angeren.
Mortaliteit
De bediening is relatief simpel en ook het apparaat zelf is niet uitzonderlijk high-tech. Maar er is wel veel tijd in gaan zitten om het uitzetten te optimaliseren. Dat heeft niet alleen te maken met de software, maar ook met het mechanische deel.
Alle natuurlijke vijanden zijn kwetsbaar. “Elke handeling kan schade opleveren. Je moet dus zoeken naar een techniek die voor een zo laag mogelijke sterfte, mortaliteit, zorgt. Dat is gelukt. De mortaliteit ligt nu zelfs iets onder die bij met de hand uitzetten”, vertelt Sam Gui van Biobest. “We hebben de verdeler in de doseeras aangepast en verder moet de uitblaassnelheid niet te hoog zijn. De beestjes vallen als sneeuw op het gewas. Bij elke aanpassing heeft Biobest geteld hoeveel mijten er vitaal blijven”, legt Van Meegen uit.
“Verder moet je Phytoseiulus goed koelen voordat je ze uitzet. Anders gaan ze te veel lopen”, vult de teler aan.
Positieve ervaring
Van der Burg heeft nu enkele maanden ervaring met het automatisch uitzetten en is tevreden over het resultaat. De spintdruk is heel laag gebleven. Dat geldt overigens ook voor de andere kas waar met de hand is uitgezet. Maar daar is wel extra aandacht naar toe gegaan. “De arbeidsbesparing is mooi, maar de kwaliteit van uitzetten is belangrijker bij de keuze voor de machine”, zegt hij. Je kunt er ook extreem dun mee uitzetten, iets wat een mens niet zo goed gelijkmatig lukt.
Nadelen ziet hij niet. De mortaliteit blijft zoals gezegd binnen de perken. En de machine veroorzaakt geen gewasschade; voorwaarde is wel dat de buisrail goed recht ligt.
Inmiddels hebben diverse bedrijven met aardbeien en paprika ervaring met het apparaat. Gui: “Bij aardbeien is de arbeidsbesparing groter dan in paprika. Maar net zo belangrijk is dat je bij aardbei maar één kans hebt bij de spintbestrijding. Je moet precies op het juiste moment ingrijpen. Dit soort ontwikkelingen past bij de gang naar high tech IPM gebaseerd op data. En dat is steeds meer nodig omdat de teelt door het smallere middelenpakket kwetsbaarder wordt.”
Tekst: Tijs Kierkels, beeld: Wilma Slegers