De kwaliteit van het oppervlaktewater in glastuinbouwgebieden is de afgelopen jaren op veel punten verbeterd. Desondanks meten waterschappen vooral in concentratiegebieden met glastuinbouw structurele, soms forse normoverschrijdingen van een aantal werkzame stoffen. Om deze knelpunten op te lossen en de toelating van middelen voor de glastuinbouw zoveel mogelijk te behouden, volgen de stakeholders al geruime tijd een meersporenbeleid, gericht op verplichte zuivering van restwater en aanscherping van de gebruiksvoorschriften van middelen.

De etiketten van een aantal gewasbeschermingsmiddelen zijn de afgelopen twee jaar al voorzien van de plicht om restwater voor het lozen te zuiveren. Dit in de aanloop naar de individuele zuiveringsplicht vanaf 1 januari 2018 en de tot uiterlijk 1 januari 2021 uitgestelde zuiveringsplicht voor telers die werken aan een collectieve oplossing. Om toch een verantwoord gebruik mogelijk te blijven maken in de periode dat telers nog niet kunnen zuiveren, was in het Hoofdlijnenakkoord afgesproken om de gebruiksvoorschriften te synchroniseren met de milieuwetgeving.
“Aanvankelijk wilde de Tweede Kamer de individuele zuiveringsplicht al op 1 januari 2016 invoeren, maar dat was niet realistisch”, blikt Helma Verberkt van LTO Glaskracht Nederland terug. “Eén van onze bezwaren was dat er meer tijd nodig was om geschikte zuiveringstechnieken te ontwikkelen, te beproeven en goedgekeurd te krijgen. Een ander bezwaar was dat een individuele zuiveringsplicht voor veel, vaak kleinere bedrijven, economisch geen haalbare kaart was en dat er ruimte én tijd moest komen om collectieve oplossingen uit te werken. Gelukkig vonden deze argumenten gehoor.”

Voor de muziek uitgelopen

Van een aantal middelen waren de normoverschrijdingen van dien aard, dat het Ctgb en de toelatingshouders de etiketten in de afgelopen twee jaar al flink hebben aangescherpt. Hierdoor rustte in de glastuinbouw al een zuiveringsplicht op zes werkzame stoffen. Een groot aantal telers – waaronder het gros van de ‘collectieven’ – beschikt nog niet over de daarvoor benodigde, goedgekeurde installaties. Aangezien het om voor de glastuinbouw belangrijke middelen gaat, werd gezocht naar een compromis dat aanvaardbaar was voor alle in Bestuursoverleg betrokken partijen: de ministeries van EZ en Infrastructuur en Milieu, het Ctgb, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Stichting Natuur en Milieu, LTO Glaskracht Nederland, de Unie van Waterschappen en de gewasbeschermingsindustrie.
In het Hoofdlijnenakkoord is in dat verband afgesproken om de (aangescherpte) gebruiksvoorschriften van deze middelen te synchroniseren met de milieuwetgeving. De juridische grondslag voor de besluitvorming hieromtrent wordt gevormd door het Activiteitenbesluit, dat op 14 juli jongstleden werd gepubliceerd.

Twee stoffen nu al zuiveren

Verberkt: “Op voorhand was duidelijk dat we geen synchronisatie zouden nastreven voor imidacloprid, de werkzame stof van Admire, Gaucho, Kohinor en WOPRO Imidacloprid 70WG”, vervolgt de beleidsspecialist en programmamanager Plantgezondheid. “Deze stof komt nog steeds in veel te hoge concentraties voor in het oppervlaktewater. Het was alle betrokkenen, waaronder LTO en de toelatingshouders, duidelijk dat voor deze stof niemand aan verplichte zuivering kon ontkomen. Het enige alternatief was beëindiging van de toelating, waardoor de genoemde middelen definitief uit het pakket zouden verdwijnen.”
Voor de werkzame stof thiacloprid (Calypso) heeft toelatingshouder Bayer evenmin ingezet op synchronisatie. Ook voor dit product blijft de nu al geldende zuiveringsplicht van restwater dus onverminderd van kracht. “Ondanks de acute omzetderving op korte termijn, leek ons dit voor Calypso de beste optie”, licht Tom Smit van Bayer Crop Science toe. “Het is beter om nu te remmen en op tijd stil te staan, dan de concentraties in het oppervlaktewater nog verder te laten oplopen, zoals nu gebeurt.”

Overgangsperiode

Smit benadrukt dat zijn bedrijf de gebruiksvoorschriften ook buiten de glastuinbouw heeft aangescherpt. Zo is een specifieke toepassing in de boomkwekerij van het etiket gehaald en voor alle resterende toepassingen in buitenteelten het gebruik van 90% driftreducerende doppen voorgeschreven.
Van de overige werkzame stoffen op de verplichte zuiveringslijst zijn de gebruiksvoorschriften in de afgelopen maanden wel gesynchroniseerd. Dit cluster omvat abamectine (Vertimec Gold en parallelle toelatingen), pirimicarb (Pirimor, Pirimor rook en UPL Pirimicarb), teflubenzuron (Nomolt) en het voor bolbehandeling toegelaten fluazinam (Ohayo). Dit betekent dat de zuiveringsplicht voor deze stoffen in de bedekte teelten vanaf 1 januari 2018 van kracht wordt, gelijk met het Hoofdlijnenakkoord. In een aantal gevallen leidde deze synchronisatie tot een aangepast etiket.

Synchronisatie middelenpakket

Voor ondernemers die maatwerk ontvangen voor de realisatie van collectieve zuivering tot uiterlijk 1 januari 2021, is de zuiveringsplicht per 1 januari 2018 nog niet van toepassing. Dankzij het synchronisatietraject kunnen zij de nu al ‘zuiveringsplichtige’ middelen die voor synchronisatie zijn aangewezen volgens de voorschriften op het etiket blijven toepassen totdat zij hun restwater wel kunnen of moeten zuiveren. Deze voorschriften leggen de telers in vrijwel alle gevallen wat meer beperkingen op dan de vorige etiketten, maar de zuiveringsplicht is er in elk geval voor de korte termijn vanaf.
“Zodra de teler is aangesloten op een collectieve zuiveringsinstallatie, gaat de algemene zuiveringsplicht direct alsnog in”, vervolgt Verberkt. “Niet later dan 1 januari 2021 en zoveel eerder als mogelijk.”

Schadelijke gevolgen

Wellicht ten overvloede adviseert Verberkt alle telers om hun verantwoordelijkheid te nemen en zowel het middelengebruik als het lozen van restwater zoveel mogelijk te beperken. “We zijn beslist op de goede weg en er is de afgelopen jaren al heel veel verbeterd”, merkt zij op. “Dat wordt door onze gesprekspartners ook gezien en op waarde geschat. Soms kom je er niet onderuit om chemisch te corrigeren of een teelt schoon te eindigen en schoon te starten. Wanneer het een middel betreft waarvoor het restwater hoe dan ook moet worden gezuiverd en de teler nog niet is aangesloten op een individuele of collectieve goedgekeurde zuiveringsinstallatie, kan het een optie zijn om incidenteel een mobiele zuiveringsinstallatie in te schakelen. Daarvan staat er sinds kort een op de zogenoemde BZG-lijst van goedgekeurde zuiveringsinstallaties.”
Iets lozen wat wettelijk niet mag, is in elk geval geen optie. De waterschappen controleren intensief en wanneer er dingen gebeuren die niet mogen, kan dat zeer schadelijke gevolgen hebben voor de sector. Zover mag het natuurlijk niet komen.
Wie meer wil weten over dit onderwerp, kan onder andere terecht op de website van LTO Glaskracht Nederland onder het hoofdstuk Water & Omgeving.

Tekst en beeld: Jan van Staalduinen en Fotostudio G.J. Vlekke