Terwijl veel glastuinders kiezen voor centralisatie telt het aardbeienbedrijf van Martijn en Ilse van Oers maar liefst zeven verschillende locaties. Dit biedt volgens de jonge ondernemers een duidelijke meerwaarde. Op deze manier creëren zij risicospreiding en voorkomen ze bedrijfsblindheid. Ook houden broer en zus zoveel mogelijk zaken in eigen beheer, om op die manier maximale controle te houden en een optimale kwaliteit te kunnen realiseren.

Voor Martijn van Oers (28) was het altijd al een uitgemaakte zaak dat hij in het ouderlijk aardbeienbedrijf in Prinsenbeek zou stappen. “Als kind vond ik het werken met planten, en de hele organisatie eromheen, al fascinerend”, geeft hij aan. “Na de middelbare school ging ik dan ook naar de HAS Den Bosch, om in 2019 in het bedrijf van onze ouders Joost en Edith te stappen. Sindsdien ben ik ook medeaandeelhouder.”

Andere toekomst

Zijn zus Ilse (26) had aanvankelijk een hele andere toekomst voor ogen: zij ging na een studie Bouwmanagement en Vastgoed aan de slag als projectontwikkelaar. Afgelopen januari besloot zij echter om ook in het familiebedrijf te stappen. “Ik heb de liefde voor de tuinbouw van huis uit meegekregen en de sector nooit helemaal losgelaten”, geeft ze aan. “Daarbij vond ik het bedrijf, naarmate dit verder groeide, steeds interessanter worden. Dit bracht namelijk steeds meer uitdagingen met zich mee op het financiële vlak en qua ondernemerschap. Deze zaken liggen mij wel. Ik heb ook nog geen moment spijt gehad van deze stap. Als je een eigen bedrijf hebt, is iedere dag anders. Daar houd ik van.”
Aardbeienkwekerij Van Oers omvat vandaag de dag 26 ha, maar begon ooit heel kleinschalig. “Mijn ouders startten eind jaren tachtig met het telen van tomaten en komkommers, en na enkele jaren ook met de teelt van buitenaardbeien”, weet Martijn van Oers. “In 1996 switchten ze helemaal naar aardbeien en gingen ze deze ook onder glas telen. Uiteindelijk kwam de nadruk volledig op de kasteelt te liggen en gingen mijn ouders ook hun eigen trayplanten opkweken. Dit is een belangrijke pre: op die manier kun je de kwaliteit beter waarborgen.”
In de loop der jaren groeide het bedrijf geleidelijk, maar de laatste drie jaar was sprake van een groeispurt: tussen 2019 en 2022 werd het areaal verdubbeld. Het bedrijf omvat vandaag de dag zeven verschillende locaties, in Zevenbergen, Etten-Leur en Prinsenbeek. Naast de 26 ha aan productielocaties, is 7 ha gereserveerd voor de opkweek van trayplanten.

Bredere opzet

“We hebben de geschetste groei met name gerealiseerd door leegkomende bedrijven in de omgeving op te kopen”, licht Martijn toe. “Maar de uitbreiding stond niet op zichzelf. We hebben de laatste jaren ook onze klantenkring uitgebreid, zijn meer klantspecifiek gaan telen en verpakken nu ook zelf. We kunnen inmiddels ook 52 weken per jaar oogsten, mede doordat een deel van ons bedrijf is voorzien van belichting. We hebben een breder palet aan rassen en kunnen de bedrijfsmiddelen efficiënter benutten. Kortom: ons bedrijf is veel breder van opzet geworden. Door dit alles weten we afnemers én medewerkers beter aan ons bedrijf te binden.”
De aardbeien van bepaalde locaties worden afgezet in samenwerking met Coöperatie Hoogstraten, het product van andere locaties gaat rechtstreeks naar marktpartijen. “Het doel is om zoveel mogelijk zaken in eigen hand houden, om op die manier maximale controle te houden en een optimale kwaliteit te kunnen garanderen. Om die reden werven we bijvoorbeeld ook al onze seizoensarbeiders zelf en houden we ook de huisvesting in eigen beheer.”
Op dit moment runnen de twee jonge ondernemers het bedrijf dus samen met hun ouders.  Dat werkt prima, geven ze aan. “Dat komt mede doordat we een duidelijke taakverdeling hebben: mijn vader en ik zijn verantwoordelijk voor de algemene zaken en de teelt, mijn moeder doet de personeelsadministratie en Ilse is verantwoordelijk voor de loonadministratie en tal van organisatorische zaken”, vertelt Martijn.
“De samenwerking tussen de jongere en oudere generatie kan de bedrijfsvoering versterken, zo merken wij in de praktijk. Wanneer wij als ‘jonge honden’ te enthousiast zijn, trappen onze ouders op de rem. Tegelijkertijd leren zij van onze frisse blik. Samen komen we tot realistische en ‘behapbare’ doelen.”

Overnametraject

Hoewel een overname nog niet gepland staat voor de korte termijn, zijn de gesprekken hierover wel al gaande. Martijn: “Onze ouders zijn 54, dus willen zelf nog wel even door. Maar omdat we ons realiseren dat je een overnametraject tijdig in gang moet zetten, hebben we nu al een adviseur in de arm genomen. Op die manier willen we helder krijgen hoe we een en ander het beste kunnen inkleden, zowel financieel als qua structuur.”
Naast de overname van het bedrijf in Nederland, nemen Ilse en Martijn op termijn ook de aandelen in Boem Berry Farms over. “Dit aardbeienbedrijf van 30 hectare in Canada runt mijn vader samen met twee compagnons. Hier heb ik ook stage gelopen, om de fijne kneepjes van het aardbeien telen onder de knie te krijgen.”
Groei is naar de toekomst toe geen doel op zich voor de jonge ondernemers. “De basis van het bedrijf staat; in de afgelopen jaren is een toekomstbestendig bedrijf neergezet”, benadrukt Ilse. “Maar als er kansen liggen, zullen we die natuurlijk grijpen. Het belangrijkste is om de kwaliteit te waarborgen en op alle vlakken de puntjes op de i te zetten. Ook luisteren naar je afnemers en inspringen op specifieke klantwensen zal naar de toekomst toe belangrijker worden. Daarmee kun je het verschil maken in de markt.”
Broer en zus hebben geen plannen om de zeven bedrijfslocaties samen te voegen. Sterker nog: zij zien een duidelijke meerwaarde in de huidige bedrijfsstructuur. “Met zeven locaties word je nooit bedrijfsblind”, lacht Martijn. “Je hoeft immers niet bij collega’s te gaan kijken hoe zij het doen, maar hebt voldoende vergelijkingsmateriaal in eigen huis. Daarbij hebben we een eigen data-analist in dienst, die onder meer de productie, de personeelsprestaties, et cetera van de diverse locaties monitort. Dit maakt de verschillen inzichtelijk en laat zien aan welke ‘knoppen’ we moeten draaien om het beter te doen. Dit helpt om onderbouwde keuzes te maken en de kosten in de hand te houden.”

Risicospreiding

De verscheidenheid aan locaties heeft ook een meerwaarde in de personeelsvoorziening. “Doordat iedere bedrijfslocatie zijn eigen team heeft, hebben onze medewerkers niet het gevoel dat ze in een megabedrijf werken. Dit ervaren velen als prettig, ook stimuleer je op deze manier de eigen verantwoordelijkheid”, geeft Ilse aan.
Met de verschillende kaslocaties creëren de ondernemers ook een stukje risicospreiding, onder meer qua ziektedruk. Martijn: “Onze bedrijfsvoering is er sowieso op gericht om zoveel mogelijk risico’s te minimaliseren. Om die reden hebben we bijvoorbeeld meerdere trayvelden, is onze huisvesting gespreid, werken we met meerdere rassen en een verscheidenheid aan leveranciers. Gaat er ergens iets fout, dan gaat het niet compleet mis. Dat is veel waard en daarom houden we naar de toekomst toe vast aan deze koers.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Marcel Otterspeer