Gemiddeld zit er 10 tot 15 km verwarmingsbuis in één hectare kas. Een hoge luchtvochtigheid, temperatuurwisselingen en slijtage door mechanische belasting, zoals buisrailwagens, doen een aanslag op deze buizen. Een roestige buis heeft minder warmtegeleiding en uitstraling. Een degelijke basislaag en vervolgens goed onderhoud zijn in meer opzichten besparend: het rendement van de verwarmingsinstallatie is zo hoog mogelijk en de frequentie van het onderhoud zo laag mogelijk.

Het begint allemaal bij de basis. Wanneer verwarmingsbuizen uit de fabriek komen, zit er vuil en vet op. Dat moet eraf, voordat er een primer op kan worden gezet. Het is belangrijk om de nog onbehandelde buizen droog op te slaan, zodat ze niet gaan roesten. Als ze gaan roesten, loop je meteen achter de feiten aan.
Een primer zorgt voor een goede hechting tussen de ondergrond en de erop volgende laklaag en is roestwerend door de verschillende grondstoffen zoals zinkpigmenten, die in de verf zijn verwerkt. Laat het reinigen en het opbrengen van de primerlaag bij voorkeur meteen door een gespecialiseerd bedrijf doen, dat de buizen op een duurzame wijze reinigt, ontvet en vervolgens spuit. Vele installateurs kunnen hierin adviseren voor nationale en internationale projecten.

Verven, spuiten of poedercoaten

De verschillende onderdelen van een verwarmingsinstallatie vragen om een verschillende aanpak van behandeling. Een primer als éénlaagssysteem wordt ingezet wanneer de installatie mechanisch wordt belast en nagenoeg geen licht reflecteert, zoals een buisrail.
Een bovennet daarentegen heeft meer sierwaarde en moet zo weinig mogelijk licht onderscheppen of absorberen. Deze krijgt vaak een behandeling met een primer en een finish, of wordt gepoedercoat. Laagdikte is duurzaamheid; doe gelijk twee lagen op het bovennet. Dit voorkomt vroeg onderhoud op hoogte.
Er bestaan verschillende tuinbouwverven. Deze zijn bestand tegen invloeden in de kas. Watergedragen ‘groenere’ verven zijn in opkomst, maar nog niet uitontwikkeld. De gangbare verven zijn nog veelal met oplosmiddelen. In de kas heeft verven met een verfhandschoen de voorkeur boven spuiten. Bij spuiten ontstaat nevel, die ook andere delen raakt.

Onderhoud

Goed onderhoud voorkomt kosten. Wanneer buizen eenmaal gaan roesten, helpt alleen schuren en dat is een hels karwei. Maak een goed onderhoudsplan en neem daarin het schilderwerk mee. Controleer regelmatig, bijvoorbeeld in de zomer, of het verfwerk nog goed is. Dan is het schilderwerk tijdens de teeltwisseling nog in te plannen.
Hoe vaak de buizen een schilderbeurt nodig hebben, is afhankelijk van het stookregime tijdens de teelt. Wanneer de buizen voortdurend warm zijn, is de onderhoudsperiodiek langer dan in een kas met grote temperatuurschommelingen of waarbij de verwarming een periode uit is. Als alles klopt kan een verwarmingsbuis tien tot vijftien jaar mee voordat er een onderhouds- en/of verfbeurt nodig is. Maar het kan ook al na drie tot zeven jaar nodig zijn door vochtbelasting, bijvoorbeeld wanneer er minder wordt gestookt.

Zelf doen of uitbesteden

Verven is specialistisch werk. Daarom wat tips voor telers die het zelf willen doen:
– Wees bewust van de hoeveelheid werk en calculeer ruim voldoende tijd in voor de werkzaamheden;
– Vraag advies over de te gebruiken verf. Verf bestaat uit veel bestanddelen met allemaal een eigen kwaliteit. Dit komt terug in de kwaliteit;
– Bewaak de veiligheid van de werknemers. Bescherm ze tijdens de schilderwerkzaamheden door het laten dragen van een handschoen of het insmeren van de handen met lijnolie;
– Maak de buizen schoon. Verf hecht alleen op een schoongemaakte ondergrond;
– Zorg dat de temperatuur tijdens het schilderwerk boven het dauwpunt ligt, zodat er geen vocht tussen de buis en de verflaag kan ontstaan;
– Gebruik een verfwashand. Zorg dat het werk goed wordt uitgevoerd. Vraag zonodig advies aan een specialist, die het werk begeleidt en het gewenste eindresultaat in de gaten houdt;
– Schakel bij twijfel een specialist in die een voldoende dikke laag verf opbrengt met de juiste kwaliteit verf, zodat de verwarmingsbuizen er weer een flink aantal jaren tegen kunnen.

Tekst: Marleen Arkesteijn. Foto: Spuitbedrijf R. van der Horst.





[/wcm_restrict]

Gerelateerd