Eigenlijk is elk nieuw fysiologisch inzicht bij braam welkom; er is simpelweg nog weinig bekend. Daarom gaat de impact van het onderzoek over Het Nieuwe Telen (HNT) verder dan alleen de ontwikkeling van een energiezuinig teeltsysteem. Tachtig procent van de bramenteelt onder glas is vertegenwoordigd in de begeleidingsgroep. Dat geeft de grote betrokkenheid bij dit onderzoek aan.

Momenteel staat er 50 ha braam onder glas in Nederland en België. Er is potentieel voor groei, maar dat vergt meer fysiologisch inzicht, verhoging van het rendement door energiezuinig telen en marktontwikkeling met zoetere rassen. Door gebrek aan kennis wordt braam momenteel geteeld zoals aardbei. Het dag/nacht ritme van aardbei is bijvoorbeeld leidend. Maar braam is een heel ander gewas.
“Dit is het eerste project met fundamenteel onderzoek bij braam. We willen weten waar de knelpunten liggen en essentiële data achterhalen. Bij welk wattage trek je het scherm dicht? Hoe ver mag de ventilatietemperatuur oplopen? Hoe gedragen de huidmondjes zich gedurende de dag? Dit zijn inzichten die voor alle bramentelers nuttig zijn, ook als ze niet zomaar op een ander teeltregime over durven gaan”, vertelt Vera Theelen. Zij is als onderzoeker vanaf het begin betrokken bij Delphy Innovative Soft Fruit Centre (ISFC) in Horst en sinds kort de manager van de vestiging.

Zestig procent minder gas

In de praktijk verbruiken bramentelers zo’n 25 kuub gas per m² per jaar. Dat is relatief veel voor een gewas dat als ‘koud’ bekend staat. “Maar je hebt een relatief hoge teelttemperatuur nodig om twee teelten per jaar te kunnen realiseren. Bovendien maakt het gewas veel blad en produceert daardoor veel vocht. Ook als je koud teelt, kost de ontvochtiging aardig wat energie”, zegt Theelen.
Doel van het HNT-onderzoek is om een goede opbrengst te realiseren met niet meer dan 10 kuub gas per jaar. De instrumenten daarbij zijn: met de zon mee telen, twee energieschermen, geen minimumbuis gebruiken en de buistemperatuur begrenzen, vertelt onderzoeker Pim Kleeven. Met de zon mee telen levert de grootste bijdrage aan de energiebesparing. Je maakt optimaal gebruik van de gratis warmte van het zonlicht. Officieel heet dit: telen met RTR, wat staat voor radiation temperature ratio.
Kleeven: “We bepalen op dagbasis de etmaaltemperatuur aan de hand van het invallende zonlicht. Bij de najaarsteelt vorig jaar, geplant 5 juli, hanteerden we drie fasen.” In het begin van de teelt een basistemperatuur van 12ºC die per 10 mol instraling met drie graden verhoogd werd (12+3ºC). Dat was om de lateralen (zijtakken) goed uit te laten groeien. Daarna hanteerden de onderzoekers zeven weken 12+4,5ºC en vanaf september 14+3ºC.

Creatief schermen

Er werd zoveel mogelijk gewerkt met laagwaardige warmte door de buistemperatuur op 40ºC te begrenzen. De minimumbuis werd niet ingezet om te ontvochtigen. “In plaats daarvan gebruiken we verticale ventilatoren”, vertelt hij.
In de kas hangen twee schermen: het energiedoek Luxous 1147 en het diffuse zomerscherm Harmony 2047. Beide doeken zijn isolerend. ’s Nachts liggen ze allebei dicht om de uitstraling te minimaliseren. Bij hoge instraling gaat overdag het zomerdoek dicht om verbranding te voorkomen. De schermen lopen tegen elkaar in en zijn onafhankelijk van elkaar dicht te trekken. Zo kan er gevarieerd worden met de gecombineerde stand om een actief klimaat te krijgen en een goede vochtafvoer.

Vochtbeheersing

De najaarsteelt haalde het productiedoel bij een gasverbruik van slechts 1,5 m³/m² (juli t/m november). “De telers in de begeleidingsgroep waren blij verrast over de productie. Maar over de kwaliteit van het ras Von ten opzichte van de praktijk waren ze nog niet zo tevreden”, vertelt Theelen.
Het was niet zo’n gemakkelijk najaar voor de proef. Omdat het erg warm was, viel het energieverbruik gunstig uit. Daar stond tegenover dat de vochtbeheersing een serieuze uitdaging was, omdat het verschil in absoluut vocht tussen binnen en buiten de kas vaak te klein was. Dat speelde waarschijnlijk een rol bij de houdbaarheidsproblemen bij Von. “We moesten gedurende vier weken de schermen vrijwel gesloten houden en naderden vaak het dauwpunt. Daardoor kon je vocht op gewas en vruchten krijgen, wat een rol speelde bij schimmelvorming in de bewaring. Als je weer zo’n jaar krijgt, zou je eigenlijk actief moeten ontvochtigen”, vertelt de onderzoeker.

Voorjaarsteelt op schema

Momenteel staat de voorjaarsteelt in de kas, geplant op 16 januari als longcane. Wederom zijn de smaakrassen Von en Sweet Royalla gekozen, terwijl in de praktijk veel Loch Ness wordt geteeld. Dat is teeltzeker, maar geeft vruchten met een lagere brixwaarde.
Deze teelt loopt nog tot eind juni. Er is dus nog niets over opbrengsten te zeggen. “Het gasverbruik ligt volgens planning onder de tien kuub op jaarbasis. De buitentemperatuur was wel hoog in het najaar, maar daar stond tegenover dat het in het voorjaar erg donker was. Dat kost dan weer meer energie”, vertelt Theelen.
De begeleidingscommissie van telers bekijkt de voortgang elke maand. Ze zagen in het voorjaar een ongewenste variatie in plantkwaliteit bij het ras Von. Dat liep wat minder sterk uit met korte lateralen. Het is niet helemaal duidelijk waar dat aan ligt. “Wellicht een combinatie van het type uitgangsmateriaal en de lange donkere periode. Misschien moet je voor energiezuinig telen wel beginnen met een ander type uitgangsmateriaal. Als je een meer generatieve plant zou hebben, kun je energiezuiniger telen. Dan moet je de planten dus in de opkweek al generatiever maken”, zegt de manager.

Veel nieuwe inzichten

Er zijn dus wel wat kinderziekten te overwinnen. Maar in principe is het mogelijk om tien kilo per vierkante meter op jaarbasis te halen met smaakrassen, terwijl de teelt maar tien kuub gas kost. Maar net zo belangrijk is dat het onderzoek nieuwe gegevens genereert op heel veel vlakken. Dit betreft de plantbelasting, lichtverdeling in het gewas, LAI, lichtrespons, fotosynthese, gedrag van de huidmondjes, optimaal CO₂-verbruik en vochtbeheersing. Het zijn allemaal nieuwe inzichten die de bramenteelt onder glas naar een hoger plan kunnen tillen.
Het onderzoek wordt breed ondersteund met financiering vanuit het energieprogramma Kas als Energiebron, Ministerie van LNV, Fruitmasters, Greenery, Svensson en de 24 Delphy ISFC-innovatiepartners.

Tekst: Tijs Kierkels, beeld: Wilma Slegers