Meer dan ooit vergt de bestrijding van wittevlieg een geïntegreerde aanpak met biologische bestrijders aan de basis, zachte gewasbeschermingsmiddelen ter ondersteuning en in geval van nood zwaardere chemische correctiemiddelen. Daar zijn heel wat afwegingen bij te maken. Met het verdwijnen van Plenum (‘effectief en integreerbaar’) is het adequaat onderdrukken van wittevlieg in vruchtgroenten nog complexer geworden, stelt Jan Hulst vast.
De eerste vraag die vooral paprikatelers moeten stellen na het waarnemen van wittevliegen, is om welke soort of soorten het gaat. “Juist in dat gewas zien we de laatste jaren meer tabakswittevlieg dan kaswittevlieg”, vertelt de crop advisor van Bayer Crop Science.
Resistentie
Tabakswittevlieg (Bemisia tabaci) is – naar we inmiddels weten – voor veel chemische middelen minder gevoelig dan de oude, vertrouwde kaswittevlieg (Trialeurodes vaporariorum). “Het onderscheid tussen beide soorten en het belang daarvan is nu wel bekend, maar een paar jaar geleden zijn daar nog behoorlijke fouten mee gemaakt”, vervolgt Hulst.
“Tabakswittevlieg is zoals gezegd vrij snel resistent tegen chemische middelen en houdt zich meestal in meerdere lagen in het gewas op. Kaswittevlieg kun je vaak effectief reduceren door een of enkele keren door de kop van het gewas te spuiten wanneer de vliegjes actief zijn. Tabakswittevlieg is in een volgroeid gewas soms lastiger te raken met spuitvloeistof.”
Biologisch arsenaal
Tabaks- en kaswittevlieg zijn biologisch te bestrijden met sluipwespen (Encarsia formosa en Eretmocerus eremicus), roofwants (Macrolophus pygmaeus,), roofmijten (Amblydromalus limonicus, Amblyseius swirskii, Transeius montdorensis ) en roofkever (Delphastus catalinae). Ook gaasvlieglarven (Chrysoperla), die vooral opgang maken in de biologische luisbestrijding, weten wel raad met witte vliegen, daarnaast kan men nog kiezen uit diverse insecten-parasitaire schimmelpreparaten op basis van Beauveria bassiana, of Verticillium lecanii en uit kaliumzouten/vetzuren.
Tomaat en paprika
Afhankelijk van het gewas, de soort witte vlieg en eventuele andere biologisch te bestrijden plagen zullen telers meestal enkele biologische bestrijders inzetten, aangevuld met zachte natuurlijke middelen die de biologie geen kwaad doen.
Hulst: “In de paprikateelt zijn roofmijten als A. swirskii of T. montdorensis de basis, want zij hebben naast tripslarven ook wittevlieg op het menu staan. Van de parasieten heeft Eretmocerus vaak de voorkeur boven encarsia, omdat deze effectiever is tegen tabakswittevlieg. De schimmelpreparaten lijken in dit gewas vanwege het optimale klimaat ook effectiever te zijn dan in de andere vruchtgroenten. Producten op basis van vetzuren en kaliumzouten, zoals Flipper, zijn in de paprikateelt minder in trek vanwege mogelijke gewasschade. In de laatste teeltfase geldt dit bezwaar niet. In tomaat is dit probleem geen issue en is Flipper goed te gebruiken.”
Komkommer
In de komkommerteelt worden geen wantsen gebruikt, het roofmijten- en parasietenleger is wel beschikbaar. In de eerste teelt vormt witte vlieg meestal geen probleem volgens de crop advisor. In de tweede en eventueel derde teelt zal best eens gecorrigeerd moeten worden. “Batavia is dan een goede optie”, zegt hij. “Het werkt goed tegen witte vliegen én luizen, het is tweezijdig systemisch en het wordt goed verdragen door biologische bestrijders.”
Stevig ingrijpen
Bij corrigeren pleit Hulst voor stevig ingrijpen. “Corrigeren met chemische middelen is nog steeds mogelijk, maar de keuze is beperkt en dat geldt in de meeste gevallen ook voor het aantal toegestane bespuitingen per teelt of per jaar”, licht hij toe. “Grijp plaatselijk in als het kan, maar wees niet te voorzichtig. Pappen en nathouden beperkt je alleen maar meer in je mogelijkheden. Ik zou er voor kiezen om de druk direct van de ketel te houden met een effectief chemisch middel, en om de populatie vervolgens met biologie en zachte middelen laag te houden.”
Deze aanpak kan echter ook tikken uitdelen onder nuttige insecten. Roofwantsen en sluipwespen houden bijvoorbeeld niet van producten als Closer of Sivanto Prime. Bewaar dergelijke middelen indien mogelijk liever tot het einde van de teelt, wanneer het wegvallen van biologische bestrijders minder bezwaarlijk is. Hulst: “In tomaat zou ik beginnen met Oberon, dat veilig is voor alle nuttige insecten en bestuivers die in die teelt worden toegepast. Je zou ook voor Admiral kunnen kiezen of daarmee nog een tweede bespuiting uitvoeren. Als dat niet nodig is zou ik het lekker in de kast laten staan tot de laatste teeltfase.”
Kennis essentieel
De adviseur benadrukt dat de combinatie Sivanto Prime en Flipper, die zeer geschikt is voor wittevliegbestrijding, nog effectiever én veiliger is wanneer de waterontharder Dynex wordt toegevoegd aan de spuitoplossing. De vetzuren uit Flipper zullen dan minder gemakkelijk magnesium- en calcium- en ijzerionen binden en daardoor langdurig werkzaam blijven.
Last but not least wijst Hulst op het belang van de juiste spuittechniek. “Moderne middelen zijn meestal contactmiddelen. Als je de ziekte of plaag niet goed raakt, schiet de effectiviteit heel vaak tekort. Kennis van plagen, middelen en techniek is essentieel voor een goed resultaat.”
Tekst en beeld: Jan van Staalduinen