Met een grote gedrevenheid stuwt Peter van der Avoird zijn vermeerderingsbedrijf van aardbeien en frambozen richting steeds grotere duurzaamheid. Let wel: duurzaamheid als balans tussen people, planet, profit. In een steeds voortgaand proces wordt het bedrijf aangepast. Het zorgt tevens voor steeds meer autonomie: de energiecrisis doet het bedrijf niets.

“Peter denkt anders dan andere mensen”, waarschuwt Ilse Stams, verantwoordelijk voor de communicatie, halverwege het gesprek. We zijn bezig aan een eindeloze opsomming van duurzame aanpassingen van het bedrijf. Variërend van vierlagenteelt in een vertical farm en een natuurpark rond de velden tot een blik in de toekomst wanneer je wellicht stroom kunt maken uit opgeslagen warmte.”
Hij wil altijd sneller dan de buitenwacht en soms ook dan zijn eigen mensen. Dat ze daar dan een beetje moeite mee hebben, begrijpt hij ook wel weer. Op de korte termijn kost dat het personeel namelijk geld: hun bonus is afhankelijk van de bedrijfswinst. En die wordt gedrukt omdat Van der Avoird snelle stappen wil en vaak oplossingen kiest die niet gesubsidieerd worden.
“Op rode LED’s zit subsidie, maar ik wil witte. Anders moeten mijn mensen de hele dag in een rode omgeving werken. We hebben gekozen voor warmte/koude opslag – niet gesubsidieerd – en niet voor houtstook of aardwarmte – wel gesubsidieerd. De 1,5 hectare natuurpark rond ons bedrijf heb ik zelf betaald en ingericht op advies van Brabants Landschap. Je had het samen met een natuurvereniging kunnen doen, maar dan had het veel langer geduurd en was het twee keer zo duur geweest. Ik denk dat we wel € 350.000 aan subsidie hebben afgezegd”, vertelt hij.

Nauwelijks gasverbruik

Daar staat tegenover dat hij absoluut geen last heeft van de energiecrisis. Het bedrijf gebruikt vrijwel geen gas, alleen in een strenge winter. Dat is een gevolg van warmte- en koudeopslag in de ondergrond. Per saldo houdt het bedrijf energie over, mede door de grote arealen zonnepanelen, onder andere op de waterbassins. Hij hoopt dat de energiecrisis als trigger werkt om de hele tuinbouw de goede kant op te bewegen.
Volgens een strak masterplan worden de duurzame aanpassingen gerealiseerd. Onderdelen: water, energie, arbeid, omgeving, natuur, biodiversiteit en educatie. Eerst de uitgangspunten: “Duurzaamheid wordt in de huidige tijd vaak gelijkgeschakeld met energie. Maar dat is niet terecht. Duurzaamheid is balans tussen people, planet en profit. Of in het Nederlands: dat we met zijn allen goed kunnen wonen op een schone planeet en ook nog winst maken”, zegt hij.

Opkweek in vier lagen

Een voortdurend aandachtspunt is daarom: zo efficiënt mogelijk telen. “De land- en tuinbouw heeft de technologie in huis om voor een twee keer zo grote wereldbevolking te produceren. Het is onze verantwoordelijkheid om dat ook te realiseren”, geeft hij aan.
Van der Avoird Trayplant met vestigingen in Bavel en Molenschot (64 ha trayvelden en 7 ha kassen) was de eerste plantenkweker die frambozen in pluggen in de kas ging vermeerderen. Dat gaf een enorme ruimtebesparing. “Nu zetten we weer de volgende stap. Opkweek van aardbeiplanten in vier lagen in een vertical farm systeem”, vertelt hij. Dat bespaart opnieuw veel ruimte en water. De energiebehoefte wordt duurzaam ingevuld met stroom uit eigen zonnecellen. Bovendien draaien de teelttafels steeds onder de LED-belichting door, zodat er minder LED’s nodig zijn. Halverwege januari waren de installateurs volop aan het werk om het nieuwe systeem aan de Rimpelaar in Molenschot te realiseren.

Bedrijfsterrein wordt natuur

“Op deze manier kunnen we met zeven hectare bedekte teelt evenveel frambozen- en aardbeiplanten produceren als je vroeger op 360 hectare buitenteelt zou doen. Die 360 hectare hebben we niet nodig en in feite geven we dus areaal terug aan de maatschappij”, vertelt de enthousiaste ondernemer. Deels is dat letterlijk zo. Van het terrein is inmiddels 1,5 ha omgevormd tot natuurpark.
“Het sluit aan bij de Wouwervallei, die is ingericht om bijzondere planten en dieren, zoals de boomkikker, betere kansen te geven”, vertelt Ilse Stams. Om die reden is ook de groenstrook ingevuld met inheemse grassen, bomen, planten en waterplanten. Door het gebied loopt een wandelpad. Informatieborden langs het pad wijzen op het bijzondere karakter en het belang dat het vermeerderingsbedrijf aan biodiversiteit hecht.

Voldoen aan alle eisen van 2027

Een belangrijk onderdeel in het duurzaamheidsplaatje is ook de omgang met water op het bedrijf. Van 8 ha terrein wordt alle water opgevangen. De bassins zijn vier keer zo groot als wettelijk voorgeschreven. Er wordt niets geloosd. “We voldoen al aan de eisen van 2027”, geeft de teler aan. Zijn aanpak dient als voorbeeld binnen het Nederlands-Belgische project Recupa, bedoeld om recirculatie beter mogelijk te maken op trayvelden.
Van der Avoird heeft al een traagzandfilter. “Maar dat kan nog virus doorlaten. Daarom zijn we in samenspraak met Proefcentrum Hoogstraten bezig om een nanofilter te testen. Dat is een forse investering, maar als je daarmee al je water veilig kunt gebruiken is het over tien jaar gerekend juist een goedkope oplossing.”

Inspiratiebron voor anderen

Van der Avoird en zijn communicatiemedewerkster dragen de boodschap uit voorbij de grenzen van het eigen bedrijf. “We willen een inspiratiebron zijn voor anderen”, zegt Stams. De eigen aanpak is daarom vertaald in het masterplan ‘Goed Boeren voor Natuur aan Maatschappij’, bekroond met een prijs van de regionale Rabobank. Het is inmiddels een zelfstandig initiatief, gesteund door bank, provincie en stimuleringsmaatschappij Rewin, uitgevoerd door twee zzp’ers. Het geeft invulling aan de ideeën van ZLTO en provincie over de land- en tuinbouw in 2050, die in nauwe verbinding staat met omgeving, natuur, water en energievoorziening.
Op het nieuwbouwterrein in Molenschot verrijst tevens een demokas, gericht op aardbeientelers. Hier wil Van der Avoird laten zien hoe je tot een productie van 35 kilo/m² komt in plaats van de huidige 15. “Altijd starten met verse planten – dus geen gekoelde. Planmatig telen volgens vooraf bepaalde klimaatfactoren”, schetst hij de uitgangspunten.

Tekst: Tijs Kierkels, beeld: Wilma Slegers