Nieuwe veredelingstechnieken die het dna van gewassen veranderen, komen neer op genetische modificatie, ook al wordt er geen nieuw dna toegevoegd. Dat heeft het Europees Hof woensdag bepaald. “Een klap in het gezicht van de sector”, zegt Niels Louwaars, directeur van branchevereniging Plantum.
De uitspraak is een domper voor veel plantenveredelaars omdat nieuwe technieken als Crispr-Cas9 nu onder strenge Europese regels gaan vallen. Met Crispr-Cas9 kan gerichter dan ooit een eigenschap worden veranderd. Dit gebeurt met behulp van een eiwitschaartje (Cas9). Die kan zeer precies in het DNA een of meerdere genen aanpassen. Naast Crispr-Cas9 wordt nog een aantal vergelijkbare methoden in de uitspraak van het hof genoemd. Crispr-Cas9 is echter de bekendste.
Verplaatsing onderzoek dreigt
Commercieel werden de nieuwe technieken nog niet gebruikt, maar achter de schermen experimenteerden veredelaars er al volop mee, in de hoop gewassen te maken die beter bestand zijn tegen ziekten of droogte. Louwaars verwacht dat veredelaars onderzoek naar de nieuwe technieken zullen verplaatsen naar andere landen, zegt hij in het Financieel Dagblad. “Dat is pure logica. Het is veel logischer om onderzoek uit te voeren in landen waar de gewassen wel op de markt gebracht mogen worden.” Hij denkt daarbij aan bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Australië en Argentinië.
Voor- en tegenstanders
Voorstanders van de techniek als LTO Nederland en Plantum vinden dat Crispr-Cas niet onder de huidige Europese gmo-wetgeving zou moeten vallen. Er ontstaan immers genmutaties die ook spontaan in de natuur kunnen optreden en er wordt geen soortvreemd DNA ingebracht. Met de techniek is het mogelijk om sneller varianten te ontwikkelen die resistent zijn tegen bepaalde ziektes die daarmee een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de wereldwijde voedselzekerheid. Milieuorganisaties als Greenpeace en de brancheorganisatie van de biologische keten Bionext, zijn tegenstander van deze toepassing.
Mutagenese
In de Europese GGO Richtlijn is een uitzondering opgenomen voor mutagenese, maar het hof stelt dat deze alleen kan worden aangewend voor traditionele mutatietechnieken (chemische behandeling en straling). Deze hebben immers een geschiedenis van veilig gebruik. De nieuwe mutatietechnieken moeten worden gereguleerd als GGO zodat er een volwaardige risicobeoordeling dient plaats te vinden. Een dergelijke beoordeling kost in verband met een veelheid aan toetsingen op effecten op mens en milieu al gauw tussen de tien en honderd miljoen euro per aangepaste eigenschap. Dit is alleen een optie voor de allergrootste akkerbouwgewassen ter wereld, maar is voor alle overige gewassen financieel gezien een no go, meldt Plantum op haar website. Niels Louwaars: “Wij zijn van mening dat je met gerichte mutaties minder schade aanbrengt aan het DNA dan met traditionele mutaties en dat daardoor de risico’s vergelijkbaar of zelfs kleiner zijn. Als we moeten wachten op een geschiedenis van veilig gebruik dan zijn we misschien zo een halve eeuw verder.”
Bron: FD/Plantum/EU.