Inca Orchids is gespecialiseerd in een breed assortiment orchideeën met verschillende kleuren en bloemvormen. Deze kwaliteitsorchideeën staan lang in de kas. Ze vormen daardoor een aantrekkelijke prooi voor slakken. Ze kruipen van de ene naar de andere tafel, op zoek naar malse wortelpuntjes, bloemtakken en bladeren. Van het probleem af komen, is lastig volgens orchideeënteler André van der Goes. Hij houdt de schade beheersbaar door een combinatie van maatregelen.
Inca Orchids is een familiebedrijf in Nootdorp. André van der Goes, de huidige eigenaar, nam het 1,9 ha grote bedrijf vijf jaar geleden over van zijn ouders. “We zijn gespecialiseerd in potorchideeën met ieder hun eigen teelteigenschappen. Odontoglossum, Brassia, Zygopetalum, Miltoniopsis en Oncidium staan in onze top vijf qua aantallen. Het leeuwendeel van deze planten gaat via exporteurs door heel Europa, van retail tot de hoogwaardige bloemist.
“Er is weinig parate kennis te vinden over de teelt. Veel kennis hebben we zelf moeten ontwikkelen. We hebben collega’s met een vergelijkbaar breed assortiment, maar parallellen trekken is lastig. Je moet het vertalen naar je eigen situatie”, vertelt de teler.
Dure en lange teelt
De orchideeënteelt is relatief duur. Dat begint met de kosten voor de stekken en opkweek tot jonge planten. Het plantmateriaal is van verschillende leveranciers: van Floricultura, Anthura en eigen vermeerdering vanuit de weefselkweekfles.
De lange teelt is kostbaar. Daarbij komt dat er voortdurend gevaren op de loer liggen in de vorm van ziekten en plagen. “Schade als gevolg van insecten kunnen we aardig in de hand houden met natuurlijke vijanden. Een uitzondering vormen wol- en dopluis en rupsen, met name van de Turkse mot en in mindere mate Duponchelia-motten.”
Spaanse aardslakken
Naaktslakken vormen een probleem apart. Er zaten altijd wel slakken in de kas. Dit lijkt toe te nemen. Ze veroorzaken cosmetische schade: gaten in bladeren en bloemen, tot aan verlies van hele bloemstengels als ze aan net gevormde bloemtakken eten. Dit is pas zichtbaar op het moment dat er geen bloemtakken verschijnen. Dan is het de vraag: bloeit de plant nog niet of waren het slakken? Ook vraat aan jonge wortelpunten blijft lang onopgemerkt. De naaktslakken zitten vaak verscholen. De teler schat dat Inca Orchids circa 5% productieverlies heeft door slakken.
Dat was de reden dat Van der Goes vanaf 2024 intensiever met het probleem bezig is. Bij Inca Orchids gaat het om de Spaanse aardslak. In de praktijk ziet Martijn Braber, technisch specialist gewasbescherming biologie bij Van Iperen, meer verschillende soorten naaktslakken − ook in andere gewassen − die problemen veroorzaken. Hij begeleidt de teler bij de gewasbescherming. Braber: “Slakken zijn jaarrond latent aanwezig. In de donkere maanden is de druk hoger. Dat heeft te maken met de luchtvochtigheid en temperatuur in de kas.” Aandachtspunten voor Van der Goes zijn: inzicht in waar de slakken zitten, het voorkómen van verspreiding en bestrijding in de verschillende teeltstadia van de planten.
Betere hygiëne en strakkere planning
Het verbeteren van de hygiëne is een maatregel, die overal goed voor is. “We houden de grond goed schoon en de gewassen onkruidvrij, zodat de maatregelen die we nemen meer effect hebben, zoals het goed raken van de slakken met slakkenaaltjes en -korrels.”
De teelt heeft een duidelijk begin en einde. Voorheen gingen planten zonder bloemtakken aan het einde van de teelt weer terug in het logistieke proces. Nu doet de teler deze planten weg. Overjarige planten zijn vatbaarder voor slakken en wolluis.
Ook de start is beter gestructureerd. Van der Goes: “We beginnen met een verlengde opkweek. De teelt start in trays met kleine potjes. In het verleden gingen ze daarna gelijk door naar een 12 cm pot als de planten groot genoeg waren. Het nadeel is dat kleine plantjes in een grote pot in het begin relatief vochtig bleven. Slakken houden van vocht. Nu gaan ze eerst in een tussenmaat en pas als ze groot genoeg zijn naar de eindpot. Deze maatregelen tegen de slakken resulteren tegelijkertijd in een betere selectie op grootte in het begin, waardoor de planten per partij gelijkmatiger weggroeien en de oogstspreiding minder groot is.”
Slakken signaleren
Sinds 2024 gebruikt de teler slakkenvalletjes, die hij laat maken bij zorgkwekerij Bloei in Pijnacker. “Vanaf het begin van de teelt gebruiken we de valletjes om slakken weg te vangen. Het blijkt ook heel geschikt om te signaleren hoe hoog de slakkendruk op tafel is. We kunnen op basis van de gevonden slakken bepalen welke andere maatregelen we moeten inzetten.”
Per teeltfase kijkt Van der Goes wat hij het beste kan gebruiken tegen de slakken. Gedurende de jongere teeltfasen werkt hij met aaltjes en slakkenkorrels. Er zijn twee soorten slakkenkorrels en twee soorten aaltjes te koop.
Aaltjes en slakkenkorrels
Braber: “BASF verkoopt Nemaslug 2.0 met slakkenparasitaire aaltjes Phasmarhabditis californica in het derde larvale stadium. Exhibitline van PH Bioline bevat Phasmarhabditis hermaphrodita. Voor de toepassing van beide producten gelden min of meer dezelfde voorwaarden en omstandigheden. “Vlak voor het watergeven aaltjes doseren, is het beste, is de ervaring van de teler. Hij spuit dit met lage druk mee bij een rondje spuiten. De pH is van belang.
Van der Goes: “Ik gebruik op dit moment alleen Nemaslug 2.0. Laatstgenoemde is in de grootste verpakking beschikbaar, 250 miljoen aaltjes. De keuze wordt ook beïnvloed door de slakkendruk en de te behandelen oppervlakte. Ons voordeel is dat het om een niet al te dicht gewas gaat, waardoor de raakkans met aaltjes op de slak groter is dan bij veel andere teelten.”
Er zijn twee soorten slakkenkorrels: Sluxxs HP op basis van ijzer(III)fosfaat en slakkenkorrels op basis van metaldehyde. Braber: “We werken hier met beide producten en wisselen deze ook af. We moeten dit doen omdat je bij veelvuldig gebruik tegen de gebruikslimiet van één of meer van de producten kunt lopen. Daarnaast is mijn advies om ze af te wisselen.”
Afstotende middelen
In de bloeifase als de slakken in het gewas zitten, spuit hij kunstmest met een hoge EC. Hierdoor vormt zich een zoutlaagje over het gewas om te voorkomen dat de slakken langs de plant omhoog kruipen en het maakt de planten onaantrekkelijk voor naaktslakken.
Daarnaast zoekt hij naar andere repellerende (afwerende of afstotende) middelen tegen slakken, zoals bijvoorbeeld knoflook en middelen met koper, zodat de slakken weg blijven van takken en wortels. “We zien dat de slakkendruk ten opzichte van begin 2024 is afgenomen. Je komt er nooit vanaf. Iedereen heeft slakken. Het is vooral belangrijk dat het beheersbaar blijft”, zegt de orchideeënteler.
Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn