Kwekerij Bosplant uit ‘s-Gravenzande is gespecialiseerd in bloeiende potplanten. De afgelopen vier jaar zijn er op verschillende fronten stappen gezet om duurzaam te kunnen telen in de toekomst. Energie, gewasbescherming, schoon uitgangswater en veenvrij telen zijn belangrijke aandachtspunten. “Waar mogelijk krijgt onze omgeving aandacht. We zijn met veel mensen op aarde en er wordt veel vervuild”, zegt Johan van Antwerpen, die samen met Jelle van den Bos het bedrijf leidt.

Het bedrijf is 4 ha groot en bestaat uit elf gescheiden afdelingen. Door het jaar heen worden er vier verschillende bloeiende potplanten in verschillende kleuren en maten geteeld: gloxinia, potlisianthus, Pelargonium grandiflorum en poinsettia. Voorheen werden er ook cyclamen en primula’s geteeld. “Het rendement van beide liep terug. De planten zijn gemakkelijk te telen en hebben weinig energie nodig. De markt is overspoeld”, vertelt Van Antwerpen. Klanten zijn supermarkten en bouwmarkten.

Gasverbruik gehalveerd

Verminderde afhankelijkheid van fossiele energie is een belangrijk aandachtspunt. “De afgelopen vier jaar zijn we gehalveerd in gasverbruik door een combinatie van andere schermdoeken en een ander teeltregime: rustiger telen en seizoensproducten. We hebben geïnvesteerd in enkele doeken voor belichting en energie.”
Luchtontvochtiging met warmteterugwinning is in dit bedrijf niet nodig. Vlak boven het gewas, dat maximaal 25 tot 35 cm hoog is, hangt hijsverwarming. “Met 35ºC kun je je temperatuur halen en voldoende vochtverlaging. Met betonvloeren is het sowieso droger in de kas.”
Er zijn nog geen alternatieven voor gas op de huidige plek. Aardwarmte is geen optie, omdat ze precies op een breukvlak in de omgeving zitten. Aansluiting op andere bronnen is niet mogelijk, omdat de beschikbare warmte rondom al wordt gebruikt. “We zijn niet bezig met restwarmte. Daar heb je gezonde industrie voor nodig. Ik zie meer bedrijven in het havengebied waar het slecht mee gaat.”

Energiebelasting van 20.000 naar 125.000 euro

Van Antwerpen vindt het een zorgelijk verhaal wat de overheid aan energiebelasting rekent. “De energiebelasting is nu 20.000 euro; in 2030 is dat 125.000 euro. Dat is de komende vijf jaar 100.000 euro meer aan energieheffing op alleen aardgas. Dat wil zeggen of het eindproduct moet meer opbrengen, of een andere teelt met minder energie, of verhuizen naar een locatie met alternatieve warmtebronnen. We hebben nog vijf jaar voordat de maximale kosten van energie dusdanig de pan uitrijzen voordat het financieel lastig wordt.”
De teler vindt het jammer dat de WKK’s onder druk staan vanwege het energieverbruik. Het is teleurstellend dat de voordelen voor de netbeheerder, om de onbalans op het net op te vangen, niet worden bekeken. “WKK’s in de glastuinbouw kunnen de schommeling op het elektriciteitsnet opvangen. Hoe betrouwbaar is de overheid? De capaciteit van het elektriciteitsnet over vijf jaar kan heel anders zijn.”

Hygiëneprotocol

Gelukkig zit het op ander gebied meer mee. Bosplant heeft nu alweer een jaar of vijf minder dan één procent uitval door bodemschimmels. Ze beginnen met een schone start. “We hebben het geluk dat we op betonvloeren zitten. Dat was toen geen bewuste keuze. Het heeft voor ons voordelen. Beton lag er al of we hebben het er nieuw laten leggen. We hebben elf gescheiden afdelingen op het bedrijf. Als de teelt eruit gaat, vegen we de vloer en starten we schoon met een nieuwe teelt. Dit in tegenstelling tot jaarrond telers, die iedere keer een stuk van een vak vernieuwen.”
Het schimmelverhaal is redelijk getackeld met een hygiëneprotocol en het ontsmetten van de waterstromen met gestabiliseerde waterstofperoxide. “We geven continu een onderhoudsdosering van de gestabiliseerde waterstofperoxide mee, zodat leidingen en putten tijdens de teelt ook schoon blijven.”
Bosplant maakt voor de gewasbescherming steeds meer gebruik van biologische middelen: grotendeels beestjes en bacteriën. Ze proberen weerbaar te telen en niet gejaagd. “We telen rustig en op het moment, dus niet buiten het seizoen.”

Al voor 65% veenvrij

Vanuit de retail komt de wens naar veenvrij geteelde planten. “Het is nog geen verplichting, maar je moet er als bedrijf wel oog voor hebben. Vanaf volgend jaar zijn onze substraten voor 65 procent veenvrij. Daarvoor in de plaats zit er kokos en bark in het teeltmedium. Per gewas liggen de percentages iets verschillend. We kijken nog uit naar een extra ingrediënt in plaats van veen. We zijn twee jaar bezig geweest met proeven.”
De telers gaan nu verder met testen om 100% veenvrij te kunnen telen. “Wij vinden het belangrijk om te zoeken naar alternatieven die op de langere termijn beschikbaar blijven. Dat is medebepalend bij de keuze.”
Van Antwerpen kijkt wel kritisch naar de meerwaarde van veenvrij. “De grondstof kokos komt uit een ‘ver weg’-land. Er is fossiele brandstof nodig voor het transport. Bij het afgraven van veengronden komt CO₂ vrij. Om een rekensom te maken van milieubelasting is lastig. Maar we begrijpen wel dat we naar veenvrij moeten streven.”

Tekst en beeld: Marleen Arkesteijn