De inzet van een biostimulant bij paprikakwekerij Carlo Zwinkels in Wervershoof heeft dit jaar gezorgd voor een weerbaarder paprikagewas, dat minder gevoelig is voor echte meeldauw. Bedrijfsleider Arus Biersteker is er tevreden over. “De zwavelpot hoef ik daardoor minder te gebruiken, zodat de biologische bestrijders van luis zich beter kunnen handhaven.”
In de verpakkingsloods in Wervershoof prijken nu nog de dozen van Harvest House, maar dat gaat veranderen. Vanaf 11 november worden de rode paprika’s via PapriCo afgezet, het blokpaprikamerk van Growers United. De broers Ivo en Ron Jansen uit Andijk, die deel uitmaken van deze coöperatie, namen in juni 2024 het 20 ha grote bedrijf van Carlo Zwinkels over. Biersteker blijft ook onder de nieuwe eigenaren de scepter zwaaien over de teelt. “Dat was onderdeel van de deal”, grapt hij.
Hij is verantwoordelijk voor de teelt van de rode paprika’s, die loopt van week 11 tot week 45. In één blok van 6 ha teelt hij Cadalora RZ, in de andere twee blokken van 6 en 8 ha staat Alzamora RZ. Beide rassen zijn van Rijk Zwaan. “Ik heb voor deze rassen gekozen vanwege de goede kilo’s en kwaliteit. Volgend jaar kies ik waarschijnlijk voor een grotere oppervlakte Cadalora RZ, omdat de vruchten iets grover zijn.”
Goede plantopbouw
Plantweerbaarheid begint voor Biersteker bij de start van de teelt. Een goede plantopbouw is voor hem essentieel. “Omdat wij graag lang op de markt zijn, belast ik de plant in het begin niet te zwaar door een klein zetsel aan te houden. Dat zorgt voor een sterke plant die weerbaar is in de zomer. Klootzakbestendig telen, noem ik dat. Qua bemesting kies ik ervoor in het begin schraal in kali te zitten en hoog in calcium. Zo werk ik aan een sterk wortelgestel,” legt de bedrijfsleider uit.
Het wortelgestel is de laatste jaren onderwerp van discussie in de paprikateelt. Veel telers ondervinden wortelgerelateerde problemen in de teelt, zoals Fusarium en Pythium. Die leiden tot een lagere opbrengst, een slaphangend gewas en soms zelfs tot het compleet uitvallen van de teelt. De exacte oorzaak is onduidelijk. Is er een samenhang met het teeltmedium? Gaat het om een te hoge plantbelasting bij te weinig licht? Komt het doordat de plant stress ervaart? Is de watergift te hoog of juist te laag? Een eenduidige verklaring lijkt er niet te zijn.
Ook enkele bedrijven in de studiegroep van Biersteker kampten ermee. Die testen inmiddels organisch substraat, zoals kokos. “Wortelproblemen, die kennen we hier gelukkig niet. Ik hou het daarom op steenwol. Zelf heb ik het vermoeden dat de watergift een rol speelt.”
Water verversen
Op de waterkwaliteit en watergift is de teeltmanager daarom extra alert. “Door de wortelproblemen zijn sommige telers zuiniger geworden met water. Te zuinig, denk ik. Ik kies er juist voor om genoeg water te geven en de mat regelmatig te verversen. Ik hou vooral rekening met start- en stoptijden. Ik start pas als het gewas actief is geworden. En een het einde van de dag ga ik niet te lang door. Maar tussen 11.00 en 14.00 uur, als de instraling het hoogst is, is watergeven geen probleem.”
Hij neemt verder maatregelen om te zorgen dat het water schoon is. Zo zorgt een pomp in de hoofdleiding dat het water nooit stilstaat en een drijfzeil op het waterbassin dat er geen algengroei ontstaat. “Ik heb in het verleden gemerkt dat de waterkwaliteit het verschil kan maken voor een gezonde teelt.”
Naast schoon water is uitgebalanceerde voeding essentieel voor een weerbaar gewas. Daarom legt Biersteker zijn bemestingsplan aan het begin van het seizoen voor aan Ton van Hulten, bemestingsspecialist bij Van Iperen. Die is ook aangeschoven voor het gesprek. “Biersteker legt zijn plan met streefwaarden aan ons voor en wij schieten erop. Ook geven wij tips bij grote weersveranderingen,” legt Van Hulten uit. De leverancier van meststoffen zorgt dat de silo’s met acht verschillende hoofd- en sporenelementen altijd bijgevuld zijn.
Steviger plant
Om het gewas weerbaarder te maken, past Biersteker dit jaar voor het eerst Stimucrop Siligreen toe. Dit product bevat ortho-siliciumzuur, dat extra goed opneembaar is voor de plant. Van Iperen brengt het samen met producent IntraHorti op de markt. Adviseur Egbert Bok van IntraHorti licht toe wat deze biostimulant precies behelst.
“De plant neemt het silicium op en legt een soort schild om iedere plantencel. Daardoor worden de bladeren harder en steviger en daardoor stressbestendiger. Ortho-siliciumzuur zorgt ook voor een betere meststoffenbalans en houdt het gewas beter in conditie. Voor de plant is het namelijk topsport om zoveel kilo’s te produceren.”
Minder zwavelen
Dat de plant inderdaad sterker is, heeft de bedrijfsleider in de praktijk gemerkt. Hoewel hij niet verwacht er meer kilo’s door te oogsten, biedt het steviger blad wel degelijk voordelen. “De sterkere plant is minder vatbaar voor echte meeldauw. Daardoor hoef ik de zwavelpot niet in januari, maar pas in juni aan te zetten.”
En dat laatste is gunstig voor de talloze biologische bestrijders in de kas. Vooral tegen luizen zet de teeltmanager naast roofmijten als Amblyseius cucumeris, Transeius montdorensis, Neoseiulus californicus ook galmuggen, zweefvliegen, lieveheersbeestjes en sluipwespen in. Veel van deze natuurlijke vijanden zijn slecht bestand tegen het zwavelen. “Luis is de grootste uitdaging in onze teelt. En dan vooral in de donkere perioden in het voor- en najaar, als de natuurlijke vijanden het ook moeilijker hebben. Zonder de inzet van zwavel kan de biologie in de kas beter zijn werk blijven doen. Dat silicium de plant sterker maakt, helpt ook nog eens bij de plaagbestrijding. Luizen of trips kunnen het blad moeilijker aanprikken.”
Spuiten of bijdruppelen
De inzet van deze biostimulant doet hij deels via bespuitingen, deels via de watergift. “Aan het begin van de teelt spuit ik preventief elke week een lage dosering van het biologisch insecticide NeemAzal tegen onder meer trips en wittevlieg. Daaraan voeg ik dan silicium toe. Later in de teelt druppel ik het bij.”
Biersteker ziet het product als een stukje van de puzzel, die hij elke dag moet leggen. “Dit maakt het gewas weerbaarder en zorgt dat de biologie in de kas overeind blijft. Want chemische luizenmiddelen inzetten is door de strikte maximale residulimieten (MRL’s) van retailers steeds lastiger. Zo min mogelijk chemie inzetten, dat is mijn doel.”
Tekst: Karin van Hoogstraten, beeld: Jean Paul Bardelot