De historische druivenkwekerij “Sonnehoeck” in Kwintsheul kweekt met meer dan honderd jaar oude techniek druiven van de allerhoogste kwaliteit. Een bijzondere prestatie, mede dankzij de inzet van vele vrijwilligers. Er zijn meer uitdagingen, zoals de financiering, marketing en opvolging. Over de charmes en onzekerheden van een stukje nostalgie in tijden van snelle verandering.
De druivenrassen die op Sonnehoeck groeien klinken bij veel oudere Westlanders nog als muziek in de oren: Alicante, Gros Maroc en Frankenthaler. Sommige bomen op de kwekerij zijn wel zeventig tot tachtig jaar oud. De oudste kas dateert uit 1905, al zal deze voor het einde van het jaar tegen de vlakte moeten, vanwege een restauratie. Dit betekent dat de “rotte poten” van de kas en de druivenstammen net boven de grond zullen worden afgezaagd. De stalen kas zal er na restauratie weer uitzien als het origineel, wordt verzekerd. Al zal het nog zeker vier jaar duren voor deze – met geduld en vakmanschap – weer in volle productie komt. Wie het origineel – een van de oudste druivenkassen van het Westland – dit jaar nog wil aanschouwen, moet dus snel zijn.
Historie
Heel mooi op Sonnehoeck is de ontwikkeling van de Westlandse tuinbouw te zien, van fruitmuur tot muurkas naar vrijstaande (verwarmde) kas. Een oude watertoren en twee ketelhuisjes completeren het geheel. De tuinderswoning met inpandige schuur uit 1729 is goed bewaard gebleven en bezit fraaie stijlelementen. Alleen de gevel is in de 19 eeuw aangepast aan de moderne eisen van die tijd.
De huidige eigenaar is Geo van Leeuwen, nazaat van Gerrit, die de tuin in 1899 kocht. Formeel is Sonnehoeck in handen van een stichting, wat betekent dat winst maken geen doel is. De continuïteit waarborgen wel. De kwekerij drijft vooral op de inzet van vrijwilligers, waarvan sommigen al dertig jaar krenten op Sonnehoeck. “Daar zijn we best trots op”, zegt Van Leeuwen. “Het is een specialistisch werkje. En heel belangrijk voor de kwaliteit.” Zijn drive: de lekkerste druif van het Westland telen.
Erfenis
Het telen van tafeldruiven is geen sinecure, weet ook vrijwilliger Krijn Buitelaar, voormalig voorlichter en onderzoeker van het opgeheven proefstation in Naaldwijk. Al wist Geo er na het plotselinge overlijden van zijn vader in 1991 ook niet het fijne van. Hij werkte meestal in de tomaten, zijn vader in de druiven. “Het was zijn lust en zijn leven”, zegt Geo. “Met zijn overlijden ging veel kennis verloren. Ik wist er eigenlijk niet zoveel van.”
Na enkele moeilijke jaren en heel veel lange dagen tussen de druiven kwam de kwekerij er in de jaren ’90 weer bovenop. Ook zijn broer Peter stapte in de onderneming, die eigenlijk meubelmaker was. In 2001 werd Sonnehoeck omgezet in een Rijksmonument. En veranderde de rechtsvorm in een stichting. Geo bedong bij het bestuur dat hij er als teeltman mocht blijven, wat hij tot op vandaag nog steeds is.
Topkwaliteit
Sonnehoeck teelt de lekkerste tafeldruiven van het Westland, zegt Krijn met wetenschappelijke zekerheid. “We meten voor de oogst altijd het suikergehalte. Er gaat geen druif de deur uit die niet aan die minimumnorm voldoet (18% suiker/red.)”.
Plagen, vooral trips, worden biologisch bestreden. Tegen meeldauw, in het Westland beter bekend als ‘Het Kwaad’, wordt zwavel ingezet. Andere punten van aandacht zijn het aantal trossen per boom, het dieven en binden, en het krenten.
De juiste boombelasting is heel belangrijk, zegt Krijn: “Als een boom het ene jaar wat minder goed groeit, dan bepaalt Geo – dat is het oog van de meester – hoeveel trossen er aan mogen blijven hangen. Wordt een boom te zwaar belast, dan gaat dat ten koste van de kwaliteit. Ook heel belangrijk is het krenten van de druiven. Wij hebben hele goede krentsters, die mooie trossen kunnen maken.”
De druiven met het kenmerkende dauwlaagje – een kwaliteitskenmerk – worden voorzichtig geoogst vanaf half juli, al zijn de eerste Frankenthalers dit jaar twee weken vroeger dan normaal. Op zaterdagen verkoopt Sonnehoeck ze aan de voordeur en daarnaast aan groepen bezoekers. De druiven die overblijven gaan naar de groothandel, Meesterbakker Roodenrijs en ambachtelijke ijssalon Vanilla.
Marketing
De marketing van Sonnehoeck is de verantwoordelijkheid van Jan van Geest, al ziet hij zich meer als een verkoper en een PR-man. Hij richt zich op de werving van groepen bezoekers en op de verkoop van het product aan handelspartijen. Om de verkoop van druiven aan particulieren te stimuleren is een aantrekkelijke cadeauverpakking ontwikkeld in de vorm van een kas. Een webshop heeft Sonnehoeck niet. Daar is geen capaciteit voor. Sonnehoeck – jaarlijks goed voor zo’n 4.000 bezoekers – gebruikt de inkomsten van het bezoek voor het financieren van renovaties en restauraties. Ook sponsors en Monumentenzorg dragen hieraan bij met giften en subsidies.
De PR richt zich op traditionele persmomenten, zoals de eerste tros van het seizoen, de Open Monumentendag in september en de samenwerking met programmamakers, zoals BinnensteBuiten van omroep Max. Krijn doet de digitale promotie, er is sinds een jaar een nieuwe website en ook een facebook-pagina. Daarnaast houdt hij zich bezig met het aanleggen van een digitaal archief, ‘voor het nageslacht’. Met veel inzet en creativiteit wordt gewerkt aan meer zichtbaarheid voor Sonnehoeck. Budget is er eigenlijk niet, al zijn er gelukkig nog wel vrijwilligers te vinden, zegt Krijn.
Nieuwbouw
De omgeving van Sonnehoeck is de laatste jaren sterk in verandering. Sinds dit voorjaar verrijst naast de druivenmuur een nieuwe woonwijk. Letterlijk, want de huizen van nieuwbouwproject De Ranken bleken toch wat hoger te worden dan vooraf gedacht, waardoor het uitzicht in westelijke richting voorgoed is veranderd. Na overleg tussen Sonnehoeck, de gemeente Westland en de projectontwikkelaar is besloten om tussen de huizen en de druivenmuur een bomenrij te planten, waarmee de kwestie wat Jan betreft van de baan is. Hij ziet de nieuwbouw ook nadrukkelijk als een kans, al is het uitzicht nog wel wennen. “Dit voorjaar was er een Dag van de Bouw en die gelegenheid hebben we gebruikt om meteen kennis te maken met de toekomstige bewoners. Die reageerden positief verrast, zo van: wanneer kan ik druiven kopen, kan ik hier ook een kopje koffie krijgen en kan ik met mijn familie langs komen? Ook positief is dat de ontsluiting van Sonnehoeck is verbeterd en we nu ook bussen kunnen ontvangen.”
Toekomst
Grote vraag blijft wat de toekomst voor Sonnehoeck gaat brengen. De meeste vrijwilligers – circa vijfendertig, waarvan tien rondleiders en tien koffiedames – zijn al aardig op leeftijd. Door het stijgen van de pensioenleeftijd neemt de instroom van nieuwe vrijwilligers af. Een opvolger voor Geo van Leeuwen is nog niet beschikbaar. Hij is nooit getrouwd geweest en kinderloos gebleven. De druiventeelt is zijn grote liefde. “Eigenlijk zou ik nu al mijn opvolger moeten gaan inwerken. Maar vind die maar eens. Voor de druiventeelt heb je bevlogen mensen nodig. En je wordt er ook niet rijk van”, aldus Geo.
Er moet meer financiering komen om de restauraties te kunnen betalen en om betere voorzieningen te krijgen, zodat we meer publiek kunnen ontvangen, zegt Krijn. “We hebben extra geld nodig om ons beter te promoten, onder meer op internet. Dat is er nu niet. De gemeente Westland waardeert ons wel, maar drukt die waarde meestal in woorden uit.
Een tweede punt van zorg is de opvolging: wie komt er na Geo van Leeuwen? Hij heeft wel een broer, maar die is ook al aardig op leeftijd. Hoe zorgen we er voor dat de kennis van vier generaties Van Leeuwen niet verloren gaat? Hoe kan de druiventeelt hier blijven en hoe kunnen we die aantrekkelijk blijven presenteren? Dat is een grote zorg.”
Gerrit de Bruijn (73), werkte ooit als teeltvoorlichter bij een chrysantenstekbedrijf, is nu rondleider en coördinator van de rondleidingen bij Sonnehoeck: “Ik doe dit werk nu al negen jaar. Thuis zit ik vaak achter de pc voor het regelen van de rondleidingen. Verder ben ik hier een keer per week voor het onderhoud, zoals het schoffelen en snoeien van de appel- en perenbomen. Mijn vader had vroeger een hectare fruitteelt. Daarnaast doe ik zelf ook rondleidingen. Ik deel mezelf vaak als laatste in, ik ben dan de ‘sluitpost’. Als er op korte termijn een rondleiding gedaan moet worden, bijvoorbeeld via Bakkie Fietsen, dan spring ik vaak even bij. Het ontvangen van groepen vind ik het leukste werk, met name als ze niet uit het Westland komen. Die staan vaak stijf verbaasd, omdat ze dit totaal niet kennen. We hebben ook weleens Japanners gehad en een groep Duitsers en Italianen. Mijn grootste uitdaging is om meer bezoekers binnen te krijgen, omdat dit geld binnen brengt dat nodig is voor renovaties en restauraties. Vroeger waren er overal van dit soort kwekerijen, met zeven tot tien druivenkassen, tegen de bebouwde kom. Dit is de enige die overgebleven is. Hier kun je nog zien hoe het vroeger echt was. Wij telen de lekkerste druiven omdat we minder druiven per boom laten hangen. Dat is eigenlijk het vakmanschap van Geo. Door minder druiven te laten hangen worden ze zoeter, maar is de opbrengst lager. We gaan pas oogsten als het suikergehalte minimaal 18% is, maar dat loopt al heel snel op naar 20%. Dat is eigenlijk zo’n beetje het verhaal.”
Krijn Buitelaar (80), voormalig onderzoeker/voorlichter, nu rondleider, onderhouds- en internetman bij Sonnehoeck: “Ik heb 35 jaar gewerkt voor het proefstation voor de groenten- en fruitteelt onder glas. Ik heb daarvoor ook gewerkt voor de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst, in het gebied van Naaldwijk. Daar had je 50 jaar geleden nog veel tuinders met druiven. Daar kwam ik mee in aanraking en zo ging ik me er in verdiepen. De basis voor mijn kennis van de druiventeelt is toen gelegd. Gerrit kende mijn achtergrond en zodoende ben ik voor Sonnehoeck gevraagd. Ik was op het proefstation gewend om informatie vast te leggen, lezingen te geven en rondleidingen te houden. Dat was dus geen probleem. Dat deed ik heel makkelijk. Ik kan mijn kennis hier kwijt en ik heb nog steeds interesse in de druiventeelt, ik leer nog steeds. Het is ook een mooi stukje historie. Ik houd hier de website bij met twee keer per jaar een nieuwsbrief. En sinds een jaar plaats ik ook berichten op Facebook. Ik heb vaak overleg met Jan, bijvoorbeeld als er een actie is. Zo moesten er pas druiven worden overhandigd aan de burgemeester van Den Haag en dan maak ik daarvan een bericht met foto’s. Ik heb ook een documenten- en fotoarchief opgezet. Toen ik hier begon was er op dat gebied niks. Ik ben onder meer oude documenten aan het scannen, soms uit de 17e en 18e eeuw. Die mogen niet verloren gaan. Ik houd ook bij wat de pers over ons of de druiventeelt schrijft. Totaal ben ik zeker twee dagen in de week met Sonnehoeck bezig. Ik krijg ook weleens vragen van hobbyisten, bijvoorbeeld: er is een rups in mijn druiven gevonden: wat is het en wat kun je er aan doen. Dat zoek ik dan uit.”
Jan van Geest (73), voorheen handelaar op groenteveiling Westerlee, nu coördinator rondleidingen en PR-man bij Sonnehoeck: “Wij hebben jaarlijks 4.000 bezoekers, dat aantal is door de jaren heen vrij constant. Toen wij hiermee begonnen kregen we veel Westlanders, nu zien we ook steeds meer bezoekers van buiten het Westland. We zitten ook als partner bij Bezoek Westland, dat willen we volgend jaar verder uitbouwen. We laten onze bezoekers altijd bij binnenkomst een ’tissie’ (een takje/red.) druiven proeven en bij vertrek geven we een folder mee, waar vaak weer nieuwe bezoekers uit voortkomen. Uiteraard kunnen ze dan ook bij ons druiven kopen in onze speciale cadeauverpakking. Verser kun je ze niet kopen. We willen ook weer niet teveel bezoekers in de kassen hebben, want dan wordt de grond teveel vastgelopen en dat gaat uiteindelijk ten koste van de kwaliteit. We moeten daarin een goede balans zien te vinden. Het gaat de mensen om de beleving en dat moet je ze meegeven. Wij zijn geen museum, maar een levend monument.”
Geo van Leeuwen (75), tuinder en huidige eigenaar van Sonnehoeck: “Wij doen ons uiterste best om hier een topdruif te kweken. Dat lukt niet altijd hoor, wij werken met honderd jaar oude techniek en met oude druivenstammen. Daar komen dan jaarlijks een paar duizend bezoekers bij. Als teeltman zeg ik: liever niet teveel bezoekers tegelijk, maar voor ons voortbestaan hebben we die natuurlijk wel nodig. Het is zoeken naar de juiste balans en dat maakt onze uitdaging alleen maar groter. Ik weet inmiddels aardig wat van de druiventeelt, maar mijn vader had veel meer kennis. De druivenkwekerij was zijn lust en zijn leven. Hij zei altijd tegen ons: gaan jullie maar werken in de tomaten. Ik keek natuurlijk weleens met hem mee, maar ik kon niet goed binden of krenten, echt niet. Het laatste jaar hielp ik hem weleens met mesten of watergeven, maar snoeien? Dat deed ik nooit. Er stond ook niks op papier. Het gezichtsvermogen van mijn vader ging de laatste jaren achteruit, waardoor mijn broer Peter – hij was meubelmaker – hem hielp met snijden. Maar mijn vader deed alles het liefst alleen. Veertien dagen voor zijn overlijden (in 1991/red.) zei hij nog: zaag de druiven maar af, want het wordt toch niks. Hij voelde waarschijnlijk toch wat aankomen. Wij vonden hem levenloos tussen de druiven, hij werd 85. Het was een hele sterke man.”
“In het begin was het niet makkelijk. Ik stopte er heel veel uren in. Mijn bankier zei altijd: waarom breek je die oude zooi niet af. Maar mijn omgeving hield me tegen: dat mag je niet doen. In 2001 werden we een Rijksmonument. Ergens ben je daar trots op, maar je mag er niks meer aan veranderen. Je vraagt je ook af: kan ik het later nog wel verkopen. Maar het ging gewoon door. Het moet nu in deze staat blijven. Als ik er niet meer ben moet er een beheerder op komen. Die moet betaald worden. Ik ben verleden jaar begonnen met Krijn Buitelaar, om vast te leggen hoe ik de teelt doe. Digitaliseren, daar heb ik niks mee. Ik heb ook geen mobiele telefoon. Ze worden weleens op internet aangeboden, die druiven. Daar heb ik ook een hekel aan. Dan moet je het op tijd klaar zetten en dan komen ze niet. Of op een andere dag. Dat werkt niet. Het product gaat snel achteruit. Je moet het na de oogst meteen verkopen. Vers van de boom is toch het lekkerst. Dan proef je de echte Westlandse druif.”
Samenvatting
Al draagt de Westlandse tafeldruif niet meer bij aan het exportsucces van onze tuinbouw, Sonnehoeck is een plek om te koesteren. Het is een tijdmachine, die je honderd jaar terug laat reizen in de tuinbouwgeschiedenis. Het biedt bezoekers een mooi streekproduct met een unieke beleving en daarnaast een zinnige tijdbesteding voor veel vrijwilligers. Sonnehoeck vormt het laatste levende bewijs van de druiventeelt, de kurk van de Westlandse economie in de jaren ’20 tot en met ’40 van de vorige eeuw. Een oase van rust in een zee van hightech kassen en nostalgische nieuwbouw. Een stukje van de identiteit – lees: DNA – van de Nederlandse tuinbouw, die sneller dan ooit verandert.
Sonnehoeck is te bezoeken op zaterdag 9 september 2017 tijdens Open Monumentendag en verder op afspraak. Kijk voor meer informatie op de website of de facebook-pagina.
Op vrijdag 8 september werd door het TV-programma BinnensteBuiten op NPO2 een documentaire uitgezonden over Sonnehoeck.
Tekst en foto’s: Mario Bentvelsen.