De zomer van 2024 is historisch gezien een van de warmste ooit. Althans qua buitenklimaat. Veel telers zullen deze zomer herinneren als één die laat op gang kwam en die geen extreem lange hitteperiodes liet zien. Omdat het klimaat warmer wordt, worden er steeds meer teeltmaatregelen genomen om het kasklimaat zo optimaal mogelijk te regelen.

In gerbera is er meer gecoat en bekijken we of andere typen coatings beter functioneren. Het kasklimaat wordt steeds wisselvalliger en om te voorkomen dat het gewas daar veel hinder van ondervindt, is ook hogedruk verneveling bezig aan een comeback. Dekberegening heeft toch wel nadelen in de zin van raamstand beperking tijdens gebruik, verlies van veel water en het kasdek dat na een zomer dan toch wel erg vies is geworden.

Sterke opmars insectengaas

Omdat het middelenpakket kleiner wordt en we maximaal geïntegreerd moeten gaan telen, moeten plagen die sterk gerelateerd zijn aan hogere temperaturen zoals motten en wantsen, ook met fysieke maatregelen zoals insectengaas, buitengehouden worden.
Dat is in gerbera bezig aan een sterke opmars en aan een comeback. Waren het in de jaren ’90 een paar bedrijven die gaas installeerden tegen Floridamot, nu ervaren we dat gaas zoveel meer doet dat alleen motten of wantsen weren.

Werkklimaat vochtiger en benauwder

Door de installatie van gaas ervaren we dat verstorende plagen als motten niet meer naar binnen kunnen vliegen, we ook minder verstoring hebben van andere plagen zoals wittevlieg, trips, mineervlieg maar ook meeldauw. Chemische ingrepen zijn minder snel nodig waardoor het gehele biologische systeem beter blijft functioneren. Dat heeft voordelen. Omdat er minder uitwisseling is, lijkt meeldauw ook minder snel voor te komen, het klimaat is iets stabieler.
Toch wordt het werkklimaat er niet altijd beter door, het voelt wat vochtiger en benauwder. Met hogedruk verneveling kan er iets gecompenseerd worden om het binnen aangenaam te houden voor de medewerkers.

Zomer-proof produceren

Er zijn nog steeds routes waar motten naar binnen komen in de kas; via deuren en kieren maar ook via plantmateriaal. Om maximaal geïntegreerd te kunnen telen, moeten de insecten geen kans hebben om naar binnen te komen. Dat geldt ook tijdens de teeltwisseling: de hele keten van afvoer van gewasresten, de aanvoer van jonge planten en het uitplanten in de kas. Luchtsluizen zijn een voorbeeld waar productiebedrijven proberen de route via de bedrijfsruimte naar de kas te beschermen.
Al met al zie je dat insectengaas en fysieke maatregelen steeds meer nodig zijn om als het ware een licence to produce te verkrijgen om uiteindelijk zomer-proof te kunnen produceren.

Tekst: Marco de Groot, FloriConsultGroup