Zes jaar na de start van Pachagreens, is de tijd rijp voor een opschaling van het microgroentenbedrijf. “De teelt staat gesteld en het is nu een kwestie van kopiëren en plakken”, vertelt de Vlaamse eigenaar Tom De Windt die zich dit jaar wil richten op marketing om zijn product bekender te maken.

Boven de zaaimachine waar de trays ook met potgrond gevuld worden, staat een grote parasol. “Dat is omdat de kas daar lekt”, legt Tom De Windt uit. In het Oost-Vlaamse Desteldonk, nabij Gent, huurt hij 500 m² kas op een oude azaleakwekerij. De teler in kwestie legde de teelt zo’n tien jaar geleden stil en verhuurt zijn 5.000 m² tellende kas aan verschillende personen en bedrijven, van een autorestaurateur tot marktkoopman en nu dus ook aan een microgroententeler.
De oude Venlo-kas vertoont nog meer lekkages, maar voldeed tot voor kort voor de startende teelt van microgroenten. De Windt begon zes jaar geleden met de teelt, zonder achtergrond in de glastuinbouw. Tijdens een verblijf in Zuid-Amerika ontdekte hij zijn groene vingers en terug in België startte hij met de teelt van tarwegras, de microvariant van tarwe, waarmee hij ervaring opdeed.

Van vensterbank naar kas

“Het begon als een teelt voor eigen gebruik op de vensterbank en na verloop van tijd verkocht ik op steeds meer plaatsten”, vertelt De Windt. In de horeca, waar hij zijn hoofdinkomen genereerde, viel hem op dat veel microgroenten uit Nederland komen. “Zo is het idee ontstaan om de teelt van tarwegras te combineren met andere soorten”, legt hij uit.
In 2015 volgde de verhuizing naar de kas in Destelbergen en in 2017 werd Pachagreens opgericht. De naam is een erfenis uit zijn tijd in Zuid-Amerika. “Pacha is ontleend aan Pacha Mama wat Indiaans is voor Moeder Aarde”, vertelt de ondernemer die aangeeft dat respect voor moeder natuur een belangrijke rol speelt in zijn bedrijfsvisie en teelt. “Het substraat van houtsnippers is het enige restproduct dat de kas verlaat en ook hier proberen we circulaire toepassingen voor te vinden. Zo starten we volgend jaar met een onderzoek om het substraat te gebruiken voor kleinschalige paddenstoelenteelt.”

Laatste cirkel sluiten

Niet alleen zou hiermee het restsubstraat een nuttige toepassing hebben, ook zou de teelt van kiemen kunnen profiteren van de teelt van champignons. “Paddenstoelen stoten CO2 uit tijdens de ontkieming van het mycelium en met deze CO2 zouden we onze groenten beter kunnen laten groeien”, aldus de Oost-Vlaming. Het project wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid en het Vlaamse ILVO treedt op als onderzoekspartner.
Het substraat van houtvezels is overigens het vierde substraat dat op het bedrijf gebruikt wordt. De Windt: “We zijn gestart met potgrond en hebben het daarna ook geprobeerd met hennepvezels en gerecyclede jute zakken.” Nadat hij een jaar geleden op de huidige substraatmix overstapte, is de ziektedruk en schimmelvorming in de kiemgroenten sterk gedaald. Er wordt slechts een kleine hoeveelheid meststof aan het substraat toegevoegd, omdat houtsnippers stikstof opnemen.

Leergeld betaald

Ook op gebied van trays was het een zoektocht naar het juiste exemplaar, vertelt hij. “De oogstmachine had moeite met fragiele exemplaren, terwijl gangbare, stevige exemplaren te diep zijn. Dat had weer tot gevolg dat we veel overbodige substraat gebruikten.” Met de huidige tray heeft hij volgens eigen zeggen het ideale model gevonden en wordt de verkoop naar andere telers overwogen.
Door de zoektocht naar de juiste teelttechnieken en materiaal, waarbij de ondernemer vaak op YouTube te rade ging, heeft hij de eerste jaren leergeld betaald, maar het heeft erin geresulteerd dat de teelt nu gesteld staat. Door een goede marketingstrategie, met de nadruk op circulariteit en lokale productie, wist hij snel te groeien en draaide het bedrijf de eerste jaren break-even.

Terugval door corona

Corona gooide roet in het eten, omdat met het sluiten van de horeca een belangrijke afzetmarkt wegviel. Van de productie gaat 60% naar de horeca en 40% naar de retail waar Pachagreens zich toelegt op de samenstelling van pakketten met meerdere microgroenten. De Windt wil ook het grote publiek bereiken. Dat probeert hij door pakketten voor een betaalbare prijs aan te bieden. “De voedingswaarde gaat bij mij voor de esthetische functie van deze gewassen”, legt hij uit.
Nu de pandemie achter ons ligt, heeft hij net als veel andere telers te kampen met de hoge energiekosten. Hierdoor heeft hij de teelt koud gelegd en zijn drie personeelsleden op non-actief gezet. Onder de koudere teeltomstandigheden is de weekproductie teruggeschroefd van 300 kilo naar 150 kilo en kan de ondernemer het werk alleen af.

Opschaling en specialisatie

In het voorjaar, als de dagen lengen, zal de Vlaming weer op volle toeren draaien. Sterker nog: voor dit jaar heeft hij opschaling van de productie voor ogen. Hij is momenteel op zoek naar een andere, modernere teeltlocatie waar ruimte is voor uitbreiding. “Ik voer momenteel gesprekken met een azaleateler en met een kruidenteler”, vertelt hij.
Een verhuizing naar een andere locatie moet idealiter ook gepaard gaan met de participatie van de bewuste teler. “Ik zou het werk graag met een ander delen zodat ik mij op minder zaken moet focussen”, vertelt De Windt die herhaalt dat het teeltsysteem na de nodige trial and error goed is. “Met de huidige installatie kan ik de productie vrij eenvoudig opschalen. En hoe groter de teelt, des te groter de productiviteit per werknemer.”
Zelf zou hij zijn aandacht liefst willen verleggen naar verkoop en marketing. Hij ziet mogelijkheden voor een vertienvoudiging van de productie. Ik kan met het vergroten van de naamsbekendheid van kiemgroenten een grotere markt creëren”, besluit hij.

Tekst en beeld: Jerom Rozendaal