De gewascoöperatie komkommer is nu zo’n 1,5 jaar actief. Woordvoerder Albert Kosdi uit Oosterhout (Gld) duidt de ontwikkelingen binnen de sector en gaat in op de rol die de gewascoöperatie wil en kan spelen. “Ik zou graag zien dat meer telers zich aansluiten. Samenwerking heeft de sector heel veel gebracht, maar het wij-gevoel is minder sterk dan in het verleden. Dat baart mij wel zorgen.”
De grootste drukte van de teeltwisseling is al achter de rug. Een handvol vaste medewerkers krijgt nog instructies voor het omhoog hijsen van de buisrailverwarming en het schoonspuiten van de buizen, teeltgoten en kolommen. Vervolgens beantwoordt Albert Kosdi enkele vragen van de installateur die de laatste hand legt aan het watersysteem, waarin onlangs een zuiveringsunit is geplaatst.
“Tijdens de teelt lozen we vrijwel niets, maar er zijn door het jaar heen altijd een paar momenten dat je wat restwater kwijt moet”, licht de teler even later toe. “Ik zou dat water ook door een mobiele installatie kunnen laten zuiveren, maar een eigen installatie biedt de meeste flexibiliteit.”
Noord-Oost
Kosdi komt van oorsprong uit het plaatsje Noorden bij Nieuwkoop, waar zijn uit Hongarije gevluchte vader in de jaren ’60 komkommers ging telen. Albert zette het bedrijf voort met zijn jongere broer, die later alsnog voor zelfstandigheid koos.
“In 2011 moest ik verkassen om plaats te maken voor natuurontwikkeling”, blikt de komkommerteler terug. “Dit bedrijf stond toen leeg en het sloot goed aan op mijn wensen en mogelijkheden. Sindsdien draaien we hier drie standaardteelten per jaar.”
De verhuizing van Noorden naar het oosten van het land klinkt door in de bedrijfsnaam Kwekerij Noord-Oost. Na een bescheiden uitbreiding in 2016 omvat het bedrijf nu 3 ha glas. Verder uitbreiden mag niet van de gemeente, maar dat vindt de vijftiger geen probleem.
Wisselende resultaten
De teler is blij met de bedrijfsresultaten in de afgelopen jaren. Komkommertelers hebben in 2015 en 2016 goed verdiend, wat ook hard nodig was. Hij merkt op dat de uitzonderlijke resultaten in 2016 mede het gevolg waren van zware voorjaarshagel rond Someren, die voor een aantal telers dramatisch uitpakte en 8% van het komkommerareaal verwoestte.
In 2017 vielen de resultaten wat tegen. “Ik vond het een lastig jaar. waarin de staart van elke teelt door het grillige en relatief donkere weer moeizaam verliep”, aldus de Oosterhouter. “De virusdruk was in het hele land wat hoger dan in voorgaande jaren en de prijzen fluctueerden zo hevig en snel, dat je er geen pijl op kon trekken.”
Uitbreiding belichte teelt
Desondanks heeft Kosdi vertrouwen in de toekomst van de komkommerteelt in Nederland. Het verbaast hem dat het areaal in het afgelopen jaar niet is gegroeid, maar dat is positief voor de prijsvorming. Voor 2018 is de verwachting dat het komkommerareaal opnieuw stabiel blijft op ongeveer 560 ha. Er vindt wel een flinke uitbreiding plaats in de belichte hogedraadteelt, die toeneemt van 40 naar 70 ha. Dat is bijna een verdubbeling.
Ondanks de bescheiden productiestijging die een groter belicht areaal met zich meebrengt, juicht de woordvoerder deze ontwikkeling toe. “Belichte komkommers zijn in de wintermaanden duidelijk mooier van kleur”, stelt hij vast. “Wellicht geldt dat ook voor de smaak, net zoals bij tomaten. Groeilicht draagt bovendien bij aan een betere spreiding van de productie. Beide aspecten kunnen helpen om de concurrentiepositie van het Nederlandse product te versterken.”
Meer samenwerken
Toch is er meer nodig om het marktaandeel in Europa op langere termijn overeind te houden, meent de teler uit Oosterhout. Hij zoekt de oplossing in een hechtere samenwerking tussen telersverenigingen en afzetorganisaties, in effectievere marktbewerking en promotie en in hernieuwde aandacht – óók financieel – voor gewasgericht onderzoek.
“Collectief investeren in onderzoek en innovatie heeft de sector groot gemaakt”, licht Kosdi toe. “Natuurlijk kan niet alles bij het oude blijven. Zonder verandering is geen verbetering mogelijk. Ik moet echter ook constateren dat er in het recente verleden oude schoenen zijn weggegooid voordat er nieuwe waren gekocht. Daarmee doel ik onder andere op de afschaffing van het Productschap Tuinbouw, dat via de collectieve vakheffing structureel en substantieel investeerde in onderzoek, promotie en marktverkenning. Daar had iedere teler profijt van. Ook de telers die zich daar niet bewust van waren en van mening waren dat het allemaal wel wat minder kon. Het is inderdaad minder geworden, maar zijn we daar iets mee opgeschoten? Ik vind van niet.”
Vorming gewascoöperatie
Kosdi en vele andere telers vreesden terecht dat met de afschaffing van het PT de continuïteit van gewasgericht onderzoek op de tocht kwam te staan. In de landelijke gewascommissie werd besloten om – in navolging van andere gewasgroepen – een gewascoöperatie op te richten. “Via zo’n coöperatie kun je de financiële middelen bijeenbrengen om het onderzoek voort te zetten”, licht hij toe. “Dat had en heeft de hoogste prioriteit.”
Om telers niet af te schrikken en een zo breed mogelijk draagvlak te vormen, wilde het bestuur van de gewascommissie, dat tevens bereid was om de op te richten coöperatie te gaan bemannen, de drempel bewust laag houden. De spontane aanmeldingen vielen desondanks tegen, waarop de bestuursleden de telefoon pakten en alle komkommertelers nog eens persoonlijk benaderden. Met effect, want van het totale areaal van 560 ha is nu 370 ha in de coöperatie vertegenwoordigd. Het bestuur van de gewascoöperatie bestaat onder andere uit: Klaas Limburg (voorzitter), Gerard Aarts (vice-voorzitter), Willem Doorn (penningmeester) en Ed Classens (secretaris). Albert Kosdi is aangewezen als woordvoerder, namens LTO Glaskracht vult Mark Meijers de functie van netwerkcoördinator in.
Goede eerste stap
De woordvoerder noemt het een goede eerste stap, maar een derde van het areaal staat nog steeds langs de zijlijn. “Dat stelt me teleur en ik hoop dat we dit alsnog kunnen ombuigen”, zegt hij. “Als we de gelederen kunnen sluiten, biedt dat meer mogelijkheden om nieuw gewasgericht onderzoek in gang te zetten. Daar zat de afgelopen 1,5 jaar te weinig beweging in.”
Op initiatief van de gewascoöperatie is er een spintonderzoek uitgevoerd en loopt er nu een vervolgonderzoek. Daarnaast is het gelukt om de toelating van AA Terra tegen Pythium in de zomerteelt te behouden. Kosdi: “Onderzoek naar het vraagstuk van komkommerbontvirus is dringend gewenst, want dat is tot nu toe blijven liggen. Het blijft een terugkerend probleem.”
Om ook financieel een structureel draagvlak voor onderzoek te kunnen vormen, is de contributie vorig jaar verhoogd naar 200 euro per ha. “Dat is een stuk hoger dan de bijdrage waarmee de coöperatie is opgericht, maar hoog is het zeker niet”, vindt de teler. “Wanneer je bedenkt wat je voor dit bedrag als individueel bedrijf aan onderzoek kunt verrichten – vrijwel niets – moet je toch concluderen dat het loont om de krachten te bundelen.”
Concurrentiepositie versterken
Ook op andere vlakken wil de coöperatie de samenwerking bevorderen. “Je hoeft geen geleerde te zijn om te zien dat onze voorsprong op buitenlandse concurrenten is afgenomen en dat die trend aanhoudt”, zegt de woordvoerder. “De concurrentiepositie van de Nederlandse komkommer verdient versterking en daar kun je, óók in een vrije markt met individuele ondernemers, het beste samen aan werken. Vanaf deze plaats roep ik de telers die zich nog niet hebben aangesloten daarom graag op om dat alsnog te doen. Van een sterker wij-gevoel worden we allemaal beter, dus iedereen blijft welkom.”
Tekst: Jan van Staalduinen, beeld: Vidiphoto