‘Alles eruit, alles erin’. Dat is het credo tijdens de teeltwissel bij Van Onselen Aubergines, die plaatsvindt tussen eind oktober en begin januari. Geen grote haastklus dus; de broers nemen er de tijd voor.

Van Onselen Aubergines omvat zo’n 17 ha aubergines, verdeeld over vier locaties in ’s-Gravenzande en De Lier. De focus ligt op de teelt van reguliere, paarse aubergines. “Daarnaast is één locatie gereserveerd voor specialties”, vertelt Arjan van Onselen, die het bedrijf samen met zijn broer Martijn runt. Het bedrijf is lid van Coöperatie Growers United, die verantwoordelijk is voor de verkoop en marketing.
De oogst loopt tot eind oktober. Dan begint de teeltwissel, die tot begin januari duurt. “We zouden de benodigde werkzaamheden in drie weken kunnen uitvoeren, maar kiezen er bewust voor om pas in januari te planten. Een aubergine is namelijk lastig te telen bij een lage lichtsom. En eerder planten, kost meer energie. Dat halen we er niet uit.”

Kas leegmaken

Eind oktober worden de laatste vruchten geoogst. Daarna laten de telers de steenwolmatten even droogtrekken. Vervolgens wordt het watersysteem vol gezet met salpeterzuur om de organische vervuiling te verwijderen. “Het reinigen van het watersysteem is belangrijk, om de ‘crazy roots’, die worden veroorzaakt door een bacterie, tegen te gaan. Daarna halen we de druppelaars los, zodat we deze kunnen schoonmaken. Ook knippen we de stengels aan de onderkant door, waardoor de planten alleen nog aan het touw bovenin hangen. Staande op een buisrailkar knippen onze medewerkers het gewas dan los van het touwtje. De planten leggen we op het doek in de rij. Vervolgens versnippert de loonwerker het gewas plus touw, waarna dit wordt gecomposteerd.”
Daarna worden de steenwolmatten handmatig op het doek in de rijen gelegd. Een machine rolt het doek plus de matten op, waarna de matten worden ‘uitgespuugd’ op het betonpad. “Deze gaan naar een afvalverwerker. Na het oprollen van de witte grondfolie is de kas dan helemaal leeg.”

Geen haastklus

Het laatste bladafval wordt handmatig opgeruimd, waarna een loonwerker met een reinigingsmiddel de binnenkant van het kasdek schoon spuit. “Hierbij wordt ook de rest van de kas goed schoon”, zegt Van Onselen.
Daarna gaat nieuwe grondfolie in de kas, de steenwolmatten worden netjes neergelegd en er worden druppelaars bijgestoken. “Vervolgens druppelen we de matten helemaal vol en laten we deze 24 uur vol water staan. Dan maken we een sneetje aan de onderkant van de matten, zodat het overtollige water kan weglopen. Daarna is het tijd om de kas te gaan opstoken. Twee dagen daarna kunnen de eerste planten de kas in.”
Al met al verloopt de teeltwissel op het bedrijf vrij relaxed; het is geen haastklus. “Natuurlijk willen we wel schoon beginnen, maar gelukkig is de ziekte- en virusdruk in aubergine lager dan in de meeste andere vruchtgroenten. Hierdoor hoeven wij minder op het scherpst van de snede te opereren.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Michel Heerkens