In het kader van de komende Gewasgezondheidsdagen Sierteelt in het World Horti Center voerde onderzoeker Sergio Harinck bestrijdingsproeven uit tegen meeldauw in potroos en pepertrips in anthurium. Vooruitlopend op dit event voor telers en adviseurs belicht hij de voorlopige resultaten van laatstgenoemde proef, die eind augustus van start ging. “Voor succesvolle bestrijding zijn nieuwe strategieën nodig. Wij zien dat je op biologische basis heel ver kunt komen.”

De ene soort trips is de andere niet en dat maakt het soms lastig om ze effectief te onderdrukken. “Je kunt trips niet over één kam scheren, zoals gebleken is in de praktijk. De levenswijze verschilt per soort en dat vraagt telkens weer om een specifieke aanpak qua middelen en toepassingswijze”, verklaart Sergio Harinck. De onderzoeker van Vertify voerde in de afgelopen maand proeven uit om meer grip te krijgen op de bestrijding van pepertrips (Thrips parvispinus), die veel schade kan aanrichten in onder andere potplanten. Het onderzoek is gefinancierd door Corteva, ECOstyle, Koppert, Lallemand en Syngenta.

Gaaskooien

Voor de proeven zijn acht potanthuriums in gaaskooien van 0,5 m² geplaatst, waarin op 27 augustus telkens 20 bevruchte pepertripsvrouwtjes werden geplaatst. Daags daarna vonden de eerste curatieve behandelingen plaats. Afhankelijk van het bestrijdingsresultaat op de uitgangspopulatie volwassen trips werden er meer of minder eitjes afgezet, die vanaf 3 september uitkwamen en voor nakomelingen zorgden. Deze larven zijn op hun beurt blootgesteld aan de verschillende bestrijdingsregimes. Zo kon er onderscheid worden gemaakt tussen de effectiviteit van de bestrijding op de verschillende ontwikkelingsfasen van deze tripssoort.

Beestjes en middelen

Voor de behandelingen met biologische bestrijders (de roofmijt Transeius montdorensis – product: Montdo-Mite – en eieren van de gaasvlieg Chrysopa) waren de natuurlijke vijanden al eerder ingebracht, zodat ze zich konden settelen in de planten. Er vonden in totaal zeven behandelingen plaats in verschillende frequenties, die waren afgestemd op de desbetreffende middelen. De tellingen en de beoordelingen van gewasschade en zichtbaar residu op bloemen en bladeren vonden wekelijks plaats.
Harinck: “In de behandelingen met Montdo-Mite is er bijgevoerd met Nutemia. De roofmijten zijn ofwel wekelijks ingezet in de volle dosering van 250 stuks per m², ofwel twee keer per week in de halve dosering. Het idee was om daarmee een betere spreiding in de tijd te verkrijgen en mogelijk een beter bestrijdingsresultaat.
Conserve, Mainspring en Vertimec moeten door het insect worden opgenomen en zijn daarom toegepast in combinatie met lokfructose. Dat stimuleert de opname, waardoor de trips meer werkzame stof binnenkrijgt en de effectiviteit hoger wordt. Deze middelen behouden hun werkzaamheid meerdere dagen. Een nadeel van lokfructose is dat het een zichtbaar residu achterlaat op de plant.”

Bestrijdingsresultaten, gewasschade en residu

Onder het voorbehoud dat de laatste van vier waarnemingsrondes nog verwerkt moet worden, ziet de onderzoeker dat bijna alle behandelingen effect sorteren ten opzichte van de onbehandelde referentiekooien. Enkele springen er in positieve zin uit. “De behandeling met het middel Mainspring, Montdo-Mite en lokfructose, vond twee keer plaats. Conserve mag vaker worden ingezet, wat in combinatie met lokfructose drie keer is gedaan. De bestrijding van adulten en larven was in beide gevallen erg goed, waardoor er ook weinig schade zichtbaar was. Dat gold dan weer niet voor het residu, vanwege de lokfructose.”
Harinck is ook enthousiast over de effectiviteit van montdorensis solo (volle dosering) en van montdorensis (in halve dosering) aangevuld met Chrysopa. “De gaasvlieg lijkt wel wat toe te voegen en staat erom bekend dat hij ook andere plaaginsecten bestrijdt, zoals luizen. Dat kan een pre zijn om voor deze biologische aanpak te kiezen. Maar met montdorensis alleen kun je dus ook al ver komen. Wanneer er op enig moment toch aanvullende maatregelen nodig zijn, zou je een behandeling met Mainspring of Conserve kunnen overwegen. Zonder lokfructose verwacht ik op basis van de praktijkervaringen minder goede resultaten dan we in de proeven hebben gezien. De andere middelen kwamen in deze proef wat minder goed uit de verf. Spruzit geeft bij hoge tripsdruk wel een snel knockdown effect, maar is minder goed integreerbaar dan Mainspring. Je zou het achter de hand kunnen houden voor noodgevallen.”

Gewasgezondheidsdagen Sierteelt 1 en 2 oktober

Tijdens de Gewasgezondheidsdagen Sierteelt, die Vertify samen met Glastuinbouw Nederland jaarlijks organiseert, gaat de onderzoeker nader in op de proefresultaten en beantwoordt hij vragen van de bezoekers. ”Ik ga graag in gesprek met telers en adviseurs, ook over de meeldauwproef die we dan presenteren. Geïnteresseerde telers zijn welkom op woensdag 1 oktober. Het programma begint om 14 uur, aanmelden kan via het formulier op de website.”

Tekst: Jan van Staalduinen