Grote adviesbureaus adviseren u sinds enkele jaren over inclusiviteit. U dient uw bedrijf zo in te richten dat er een veilige werkomgeving is voor alle uiteenlopende vormen van ‘de mens’. Alles en iedereen moet ook kunnen doorgroeien tot de absolute top. Men roept dat ‘bewezen is dat inclusieve bedrijven beter presteren dan bedrijven met een nog uit de oertijd stammende witte mannenleiding’. Jaar na jaar hamert men op een voldoende hoog vrouw gehalte in de directie of wat daarboven zit. Ook dienen naast diverse geloven en kleuren alle seksuele richtingen vertegenwoordigd te zijn, ‘Pas dan gaat uw tent floreren’. Zegt men, maar hoe zit dat eigenlijk met de leiding van het allerhoogste? De leiding van ons land?
In alle overheden zie en ervaar je de werkelijke tweedeling in onze maatschappij. ‘Was er altijd al.’ Zult u zeggen, dat is waar, maar dat was anders. In de tijden van mijn ouders kwam je als gereformeerde lagere school leerling (die waren er toen nog) zelden ongeschonden langs de katholieke school. Of andersom. Aalsmeerders fietsten in het weekend naar Hoofddorp om daar eens flink op de vuist te gaan. In mijn jonge jaren waren die dorpsoorlogen blijkbaar gestreden want dat gebeurde niet meer. Ik kan het me in elk geval niet herinneren. Dus geen tweedeling? Jawel zelfs een ernstige. De huidige tweedeling is nieuw en voelt harder aan dan de vorige. Ze verloopt niet meer langs religieuze of financiële lijnen, maar is gestoeld op opleiding.
In mijn jeugd groeide een vroege schoolverlater niet op voor galg en rad, maar begon voor een paar tientjes bij zijn eerste baas. Wie niet leren wil, moet maar gaan werken. Was het adagium. Tijdens dat werken leerde je van alles en werd je uiterst praktisch opgeleid en kreeg ‘gezond verstand’. Je werd niet veel dommer dan de leeftijdsgenoten die zich in de schoolbanken door hun examens heen worstelden, maar leerde het leven anders. Dat is de huidige tweedeling: theoretisch en praktisch opgeleid.
De elite kindertjes passen goed in het systeem en zij die iets minder passen worden via bijlessen van het Luzac of een andere vorm van particulier onderwijs à raison van >25k per jaar zo ver opgepimpt dat ze aan de eisen van het theoretisch onderwijs voldoen. Zo blijven ze binnen ‘hun stand’. De schoolzitters worden een extra 6 tot 10 jaar gebrainwashed naar de normen van een gelijkgestemd lerarencordon en de hockeyclub voor ze verdwijnen in de almaar groeiende molen van beleidsmedewerkers, deskundigen, adviseurs, accountmanagers of duiders. Voor alles wat ze doen behoeven zij coaching en in hun eigen beperkte veld coachen zij anderen. De keten om tot iets te komen wat voldoende met rapporten is onderbouwd, wordt zo jaarlijks langer en het onzichtbare gordijn dikker. Twee werelden die elkaar dulden maar niets met elkaar hebben.
Nu, 60 jaar later lijk je kansloos zonder de juiste papiertjes. Niet kansloos omdat geen baas je meer wil hebben, maar kansloos omdat je opgroeit in een omgeving met kansloze vrienden. Die vrienden, die na hun lagere schooltijd definitief worden ontkoppeld van de andere, ‘betere’ ukken die, als ze de school verlaten, op weg zijn naar een ‘kletsende theoretische toekomst’. Zij rekenen ons, vaak voor totaal onzinnig en overbodig maar wel geëist werk, een drie- of vijfdubbel hoger tarief dan de jongens rekenen die ervoor zorgen dat uw gootsteen loopt, uw verwarmingsketel draait en uw gebroken been wordt verbonden.
De laatste groep is niet minder slim, maar praktischer maar mag pas aan het werk nadat hun hoogopgeleide tegenpolen hen ‘certificeren’. We zijn compleet afhankelijk gemaakt van de theoretici en regelgeving verving gezond verstand.
Op mijn 15e bestond de Tweede Kamer nog voor een 25% uit niet academici. Nu is dat een procent of vier. Zelfs een arbeiderspartij als de SP huisvest geen of amper arbeiders. Die SP begon in 1994 met een paar kerels die met hun poten in de modder hadden gestaan, 15 jaar later was het de partij met het hoogstopgeleide kader. Ook al spreekt hun huidige leider graag over zijn werk in de kartonfabriek, zijn profiel zegt toch echt iets anders.
Om ons land draaiende te houden is praktische slimheid zeker zo hard nodig dan de nu alom aanwezige theoretische kennis. Een voetbalcoach wordt niet gekozen op zijn wetenschappelijke titel. Hij moet zijn team simpelweg leren te winnen. De bestaande scheidslijn en het onderlinge onbegrip leidt ertoe dat een groot deel van de Nederlandse bevolking zich ongehoord en ook politiek niet vertegenwoordigt voelt. Dit lijkt me de werkelijke reden dat Nederland niet meer ‘logisch’ stemt. Moeilijk voor de theoretici om dat te duiden. Misschien moet de term inclusief toch iets anders worden ingevuld?
Hans de Vries (was vroeger potplantenteler)
Hans@FrogsFarms.com











