Mag een tomatenplant best wat vlekken op het blad hebben, bij (bloeiende) potplanten ligt dat uiteraard gevoeliger. Zichtbare afwijkingen gaan ten koste van de sierwaarde en dus de prijs van het product. Zaken als voeding en klimaat luisteren dan ook heel erg nauw. Middels bladmonsters verkrijgt de teler perfect inzicht in de opname van aangeboden elementen. Vervolgens kan hij aan de hand van deze gegevens zijn bemesting optimaliseren.

Gele bladranden, verkleuringen, spikkels of dwerggroei. Het zijn slechts enkele symptomen die duiden op een overmaat dan wel gebrek van de benodigde elementen in de spathiphyllumteelt. Zaken die goed zijn te voorkomen door de plant constant de juiste voeding aan te bieden. En daar ligt nu precies de moeilijkheid, want de plantbehoefte verschilt onder meer per teelt, cultivar, bedrijf en groeistadium.

Natuurlijk kan de teler bij zijn bemestingsstrategie gebruik maken van theorie uit eerdere onderzoeken en zijn eigen ervaring. Maar op de vraag ‘wat gebeurt er nou daadwerkelijk in de plant?’ geven alleen bladmonsters een duidelijk antwoord.

Data verzamelen

En dat is precies de reden dat Olaf van der Voort, spathiphyllumteler en -veredelaar in Honselersdijk, al zolang hij het zich kan herinneren gebruikmaakt van bladmonsters. In al die jaren heeft hij flink wat cijfers verzameld die als referentiekader dienen voor de huidige teelt en eventuele problemen. “Want laten we vooral eerlijk zijn, ieder potplantenbedrijf heeft wel eens vlekjes op een plant. Het gaat om de manier waarop je daarmee omgaat. Kijk, wij besloten zo’n negen jaar geleden met onze deelname aan Decorum om alleen voor de beste kwaliteit te gaan. En dus wil ik weten waar dat spikkeltje door wordt veroorzaakt en wat ik eraan kan doen.”

Daarom neemt het teeltbedrijf in ieder geval maandelijks grond-, gift- en bladmonsters en legt het de uitkomsten naast elkaar. “De grond- en giftmonsters geven de huidige beschikbaarheid van voedingsstoffen weer en de bladmonsters vertellen wat de plant er de afgelopen weken mee heeft gedaan. Ik wil cijfers zien, zoveel mogelijk data verzamelen. Registreren, registreren en nog eens registreren. Zo vergroot je je inzicht in de plantprocessen en kun je scherper reageren.”

Inwendige en uitwendige kwaliteit

Aad van Holsteijn, adviseur kamerplanten bij Delphy begrijpt deze wens maar al te goed. “Voor een goede blad- en bloemkwaliteit is het belangrijk dat de voeding perfect in orde is. Voeding, bemesting, bepaalt voor een groot deel de inwendige kwaliteit van een cel en dus blad of bloem. Een sterke inwendige kwaliteit is belangrijk om licht te kunnen telen. En licht telen is op zijn beurt weer belangrijk voor een goede productie. Ofwel, wanneer de kwaliteit van ieder blad goed is, kun je lichter/sneller telen en dus meer teeltrendement maken. Zeker in schaduwteelten als phalaenopsis, spathiphyllum, bromelia en zamioculcas zie je daarin grote verschillen tussen bedrijven.”

Bij een snelgroeiende schaduwteelt als spathiphyllum heeft een disbalans in bemesting direct invloed op de zuiverheid van de bladeren. De belangrijkste oorzaken van zichtbare afwijkingen zijn boriumovermaat, mangaanovermaat, mangaantekort, magnesiumgebrek, verkeerde K-Ca verhouding, maar ook kalium- of stikstofgebrek. Constante monitoring is dus vereist. Niet alleen om zo snel mogelijk te kunnen telen, maar volgens Van der Voort vooral voor de beheersbaarheid van de teelt. “Je wilt jaarrond een mooi product afleveren.”

Zinkgebrek

Bij Van der Voort betreft dat een ruim assortiment. Het bedrijf levert potmaten van 6,5 cm tot 17 cm en schalen van 17 cm en 23 cm. Diverse planthoogtes, hoezen, etiketten en trays. Samen met zijn adviseurs zoekt hij constant de grens op. Uiteraard in combinatie met de beheersbaarheid van de teelt. “Juist door die kleine verbeterpunten te benutten, kun je je onderscheiden van de rest”, vertelt de teler. “Dat geldt ook voor de bemesting. Door de opnamecijfers in de plant nauwgezet te volgen, zie ik snel of bepaalde elementen te laag of te hoog zijn. Als dit zo is, kunnen we de mestgift aanpassen en de kwaliteit van een volgend nieuw te ontwikkelen blad verbeteren.”

In de tijd dat Olafs vader nog het bedrijf runde, leed het gewas aan zinkgebrek. Het was voor Van der Voort reden om met Van Holsteijn in zee te gaan. De adviseur: “Er waren willekeurige planten die met name in de winter extreem in groei achterbleven. Tevens hadden ze bonte in plaats van groene groeipunten. We hebben toen bladmonsters genomen en constateerden dat het zinkcijfer ver achterbleef. De voeding werd aangepast en het probleem verdween.” Sindsdien laat Van der Voort frequent bladmonsters nemen. Zo wordt van iedere groeiafwijking een bloem of bladmonster genomen ter ondersteuning van een mogelijke voedingsaanpassing. “Let op”, benadrukt Van Holsteijn, “deze teler kiest bewust voor het onderzoeken van grond, gietwater en bladmonsters. De combinatie van die drie geeft het beste inzicht.”

Volgens vast protocol

Dankzij de vele testuitslagen heeft de teler nu een redelijk compleet beeld van gewenste voedingscijfers. Maar nogmaals, de streefwaarden zijn aan meerdere parameters onderhevig. “En daar komen er steeds meer bij. Ik heb bijvoorbeeld planten onder 600 en 1.000 watt belichting staan en constateer per afdeling een andere voedingsbehoefte. Bij elke nieuwe ontwikkeling leer ik weer wat bij. Ik wil het snappen. Er is geen constante, daarom gaan wij door met het nemen van bladmonsters”, aldus de teler.

Enerzijds preventief om afwijkingen te voorkomen en anderzijds curatief om gevonden problemen op te lossen. “Belangrijk, maar ook kostbaar. Het is echt een bewuste keuze en dan moet je de uitkomsten wel serieus nemen. De uitvoering trouwens ook. Wij hebben er een protocol voor opgesteld. Zo is het altijd dezelfde persoon die de bladmonsters neemt en mag het blad niet te jong of te oud zijn. De uitkomsten ontvang ik in een Excel document. Dat is nog wel een verbeterpunt. Nu voer ik handmatig alle cijfers in. Kan iemand alsjeblieft een programma ontwikkelen dat die gegevens automatisch koppelt aan mijn managementsoftware? Data worden nu eenmaal steeds belangrijker, maar je kunt er weinig mee zonder de juiste ICT-tools.”

Meststoffenhuishouding

De bladmonsters verschaffen de teler harde data om zijn bemesting mee te optimaliseren. Cijfers en inzichten die zeker in potplanten steeds belangrijker worden. Deels vanwege de snelle ontwikkelingen in de sector.

Van Holsteijn: “Wat te denken van recirculatie van waterstromen in kamerplantenteelten als phalaenopsis, spathiphyllum, bromelia en zamioculcas? Wil je de voeding in balans houden, dan is een constante aanpassing van de verse voedingsgift noodzakelijk. Alleen middels onderzoeken kan een teler de gevolgen op plantniveau monitoren en een eventuele disbalans in voeding voorkomen.”

Samenvatting

Telers van potplanten sturen op sierwaarde en groeisnelheid. Belangrijk aspect daarbij is de bemesting. Bladmonsters verschaffen een groter inzicht in de daadwerkelijke opname van elementen in de plant zelf. Door de uitkomsten te spiegelen aan streefwaarden, kunnen telers hun bemestingsgift aanpassen en de bladkwaliteit optimaliseren. Streefwaarden variëren per teelt, soort en groeistadium.

Tekst: Jojanneke Rodenburg.   Beeld: Studio G.J. Vlekke.





Gerelateerd