Hij is pas negen maanden aan het werk in de sector, maar als het gaat om arbeid, weet Arjan van den Berg, manager Arbeid bij Hoogweg in Luttelgeest, de uitdagingen goed te verwoorden. “De mens is de rem, we hebben altijd mensen nodig. Ik ben zelf het voorbeeld dat je geen agrarische of tuinbouw gerelateerde achtergrond hoeft te hebben.”

Onlangs nog twitterde hij naar de NOS. De omroep bracht een item over buitenlandse arbeidsmigranten en had daar beelden van Polen met ontbloot bovenlijf, zittend in een caravan, onder gemonteerd. Van den Berg was furieus. “Dat is zo’n flauwekul, maar daarmee zetten ze wel voor de rest van de maatschappij een verkeerd beeld neer van onze sector. Die beeldvorming is onze bottleneck.”

Uitdagende functie

Van den Berg werkt nog maar negen maanden in de glastuinbouw. Sinds augustus vorig jaar is hij aan het werk als manager Arbeid op een van de twee hoofdlocaties van paprikateeltbedrijf Hoogweg in Luttelgeest. Daarvoor werkte hij vanaf zijn zeventiende in de grafische industrie. Totdat er vorig jaar via LinkedIn een recruiter voorbijkwam, die hem benaderde voor genoemde functie. Na de eerste gesprekken was hij overstag. “Ik had het prima naar mijn zin op mijn vorige werk en mijn project daar was ook nog lang niet af, maar ik werd heel fijn ontvangen door de eigenaren. Er was meteen een klik en ik voelde dat ik dit moest gaan doen. Ik moet hier rondlopen.”

Zijn ‘toko’ bestaat uit vier kassen van elk 12,5 ha. Hij heeft bijna 90 medewerkers onder zich, veelal Polen, Bulgaren en Litouwers. Zijn functie is uiteenlopend. Hij houdt contact met uitzendbureaus, stuurt teamleiders aan, houdt de tijden in de gaten en moet weten hoeveel mensen hij waar en wanneer moet inzetten. Een uitdaging voor iemand die geen ervaring heeft in de paprikateelt. “Het eerste wat ik leerde was dat je paprika’s snijdt, niet plukt.”

Spierpijn in tenen

Hij kan alles vanachter zijn computer checken: wie in welk pad staat, hoeveel hij of zij snijdt enzovoort. Toch is hij van begin af aan regelmatig in de kas te vinden. Zelf een paadje snijden, zelf toppen en draaien. “In november, tijdens de teeltwissel, dacht ik: even plantje eruit en plantje erin, maar het was fysiek echt zwaar. Dat was een heftige tijd. Mijn lichaam sputterde tegen. Ik had de volgende dagen zelfs spierpijn in mijn tenen, maar ik weet nu wel wat de term teeltwisseling inhoudt.”

Daarom wil hij het werk aan den lijve ondervinden. “Als een medewerker zegt ‘dat ze wat moeilijk hangen’ en dat hij daardoor minder heeft kunnen snijden dan de norm, dan moet ik wel weten waar hij over praat en of hij gelijk heeft. Ik moet weten hoe moeilijk het is, voordat ik er iemand op aan spreek.”

Nu heeft de manager bijna een teeltcyclus achter de rug. “Ik leer nog steeds elke dag. Het is prettig dat ik altijd kan terugvallen op de hoofdmanager Arbeid, die het arbeidsproces in het gehele bedrijf aanstuurt. Wat ik de afgelopen tijd vooral heb geleerd is dat je heel flexibel moet zijn. We hebben hier vier gelijke kassen, maar de ene is de andere niet. Soms hangen er in de ene kas veel paprika’s en in de andere weinig. Daar moet ik als manager op inspelen. De juiste hoeveelheid mensen op de juiste plek.”

Saamhorigheid versterken

Een van zijn doelen is personeelsbehoud en dat betekent de saamhorigheid onderling versterken. “We werken hier in teams. De teelt staat of valt met teamwerk. Ik probeer bij de medewerkers dan ook altijd de collegialiteit te benadrukken: als zij versloffen, moet de rest harder werken.” Hij ziet dat het werkt. “In de pauze zat eerst iedereen apart aan een tafel, maar nu zitten ze bij elkaar en lachen samen. Dat is mooi om te zien.”

Maar hij is er nog niet. “Het gaat om plezierig werk, maar ook een goede productie is belangrijk. Daarom printen we elke week de norm uit. Medewerkers kunnen dan zien hoeveel ze zelf hebben gesneden en wat hun collega’s hebben gedaan. De teamleider kan zijn team hiermee beter aansturen.”

Binden van medewerkers

Het bedrijf steekt veel tijd in haar medewerkers. Zo voert de HR-manager functioneringsgesprekken met medewerkers, die minstens een jaar in dienst zijn. “Werknemers worden veeleisender nu er werk genoeg is”, zegt Van den Berg. “Ze komen en gaan sneller als er elders meer te verdienen is. Wij willen graag onze goede krachten behouden en willen daar moeite voor doen. Zo makkelijk is goed personeel niet te vinden. Vroeger werd iemand al snel weggestuurd wanneer hij of zij in de eerste weken niet goed presteerde. Nu geven we ze een tweede en soms wel derde kans. Af en toe vergissen wij ons ook. Sommigen zijn net dieseltjes, die komen gewoon wat langzamer op gang.”

Weinig Nederlanders

Personeelsbehoud is een ding, maar nieuwe mensen aantrekken is een tweede. Tot op heden zijn er 42 nieuwe (oogst)medewerkers gestart. Het is een van de dingen die hem als nieuwkomer in de sector het meest verbaast: het lage aantal Nederlanders dat in een kas werkt. Zelf is hij er trots op dat hij in de sector werkt. “Nederland is de op een na grootste exporteur van groente en fruit in de wereld. Het is toch mooi dat je daar een steentje aan kan bijdragen? Ik zie de slogan wel voor me hoor: ‘Houd je van daglicht, een goed klimaat en word je vrolijk van planten? Kom dan werken in de kas’.

Maar zo werkt het blijkbaar niet. Zo’n voorbeeld van de NOS doet hem dan weer zuchten, maar maakt hem tevens strijdbaar. “De mens is de rem. We hebben altijd mensen nodig. Ik ben het voorbeeld dat je geen agrarische of tuinbouw gerelateerde achtergrond hoeft te hebben.”

Het bedrijf is daarnaast ook meer actief op social media. “Wij moeten zelf laten zien wat ons werk echt inhoudt.”

Robots en arbeid

Of automatisering de arbeidsproblemen gaat oplossen? “Het zal het arbeidsproces de komende tien jaar zeker veranderen. Nu er werk zat is, zie je dat medewerkers kieskeuriger worden en niet graag bij bedrijven werken waar ze in drie ploegendiensten draaien. Zo zie je in de grafische sector al dat er persen worden aangeschaft om het gemis aan arbeid op te vangen. In onze sector is de snijrobot in ontwikkeling. Ik ben er erg nieuwsgierig naar en het lijkt me een topoplossing, maar dan toch kom je weer uit bij die rem, de medewerkers. Je zal dan meer technisch personeel nodig hebben om die robots aan de gang te houden.”

Samenvatting

Arjan van den Berg is negen maanden geleden als nieuweling de glastuinbouw binnen gekomen. Na jaren in de grafische industrie te hebben vertoefd, werkt hij nu als manager Arbeid bij paprikateeltbedrijf Hoogweg in Luttelgeest. Personeelsbehoud en het aantrekken van nieuwe mensen zijn twee van zijn belangrijkste taken. Dat de sector zoveel functies kent, had hij onderschat, maar het lage aantal Nederlandse werknemers in de kas, verbaast hem. De sector heeft altijd mensen nodig, ook zonder tuinbouwgerelateerde achtergrond.

Tekst en beeld: Marjolein van Woerkom.

Gerelateerd