Kassen worden verwarmd om indirect via de luchttemperatuur de juiste planttemperatuur te realiseren. Voor sommige gewassen is het niet nodig de hele plant te verwarmen, maar is vooral een hoge temperatuur van bepaalde plantonderdelen nodig, wat veel energie kan kosten.

Een voorbeeld is het selectief compenseren van lagere warmtestraling bij omschakeling naar full LED-belichting bij roos of gerbera op kritieke momenten dat de warmtestraling wel gewenst is om kwaliteitsproblemen van de bloem te voorkomen (en een tweede scherm en ontvochtiging ontoereikend zijn). Het speelt ook bij trekheesters waar de knoprust met warmte geforceerd doorbroken wordt.

Infrarood verwarmingstechnieken

We onderzoeken daarom in opdracht van Kas als Energiebron de werking van infrarood verwarmingstechnieken en gaan eventuele voor- en nadelen in kaart brengen. Ook onderzoeken we de impact daarvan op gewas en klimaat (om negatieve feedback te voorkomen). We gaan daarbij verschillende manieren van selectieve verwarming doorrekenen en vergelijken met buisverwarming.
Door een vergelijking te maken tussen infraroodverwarming, een extra buis ter hoogte van de knoppen en een bovenbuis wordt duidelijk wat het meest geschikt is om de gewenste lokale planttemperatuur te realiseren. Daarbij kijken we ook naar de interactie met gewasverdamping in een aantal plantlagen en de eventuele gevolgen op de ontvochtigingsvraag.
Dit project wordt gefinancierd door het innovatie- en actieprogramma Kas als Energiebron van Glastuinbouw Nederland en het ministerie van LNV, als onderdeel van Kennis in je Kas (KijK).

Tekst: Arca Kromwijk