Agrifuture Bangkok was de conferentie waarvoor ik uitgenodigd was en het onderwerp was vertical farming. Het was een poging van de Duitse organisatie van dit event om de belangstelling voor vertical farming af te tasten. Het zaaltje – men verwachtte er kennelijk niet zo veel van – was echter te klein.
Er was een aardbeienteler uit Sri Lanka die aan de weg timmert met teelt op ruggen buiten, maar ook in tunnels met nok- en zijluchting en dan gelegen in de koele theegebieden op het eiland. Omdat hij zich specialiseert, is hij meteen op cocospeat gaan telen en er hingen zelfs al een paar LED-lampen in zijn tunnel. Hij had alleen maar hele goede vragen over LED-lampen. Ik heb hem alvast een beetje op weg geholpen.
De man van de Thaise universiteit heeft me echt verbaasd, gewoon een goed verhaal over vertical farming en vertical farms. Het deed echt niets onder voor mijn verhaal. Daar sturen we gauw een stagiaire naar toe, heb ik me voorgenomen. Hij was net begonnen met een nieuwe klimaatcel en een nieuw gewas, jawel aardbei.
Tenslotte ontmoette ik Chris, die eigenlijk een lange onuitspreekbare Thaise naam heeft. Die had, uiteraard, ook belangstelling voor aardbei. Hij nodigde me uit om de volgende dag te komen kijken. Het bleek een resort te zijn dat bij een tempel hoorde. Gebouwd met gulle giften en rendabel gemaakt door er de hele week ongeveer 1.000 zakenmensen tegelijk te ontvangen voor trainingen, meditaties, business meetings etc.
De directrice heette L., een dame op leeftijd, niet geheel onvermogend, maar met het hart op de juiste plaats. Zij heeft de afgelopen jaren zo’n 20.000 locals getraind om hun land ecologisch te gaan gebruiken en zo van een heel kleine oppervlakte een omzet van meer dan 20 dollar per dag te halen. Dat is dus ongeveer 2x zoveel als het loon in de fabriek. Kwestie van toegevoegde waarde creëren en zelf afzetten, vertelde ze.
Wat je allemaal kunt doen met lokale ecologische producten mochten we proeven tijdens de lunch. Ik wist dat Thais eten lekker was, maar dit was echt de beste Thaise lunch die ik ooit heb gehad. U wist dat-ie er een keer aan zat te komen, een onderdeel van de lunch was boerenkool met worst, maar dan anders. Boerenkool, mizuna en wilde rucola waren verwerkt tot een voortreffelijke salade en de worst lag er op een ander bordje bij, een echte Duitse worst. Mevrouw had een worstmaakcursus in Duitsland gevolgd, maakt de worst nu in Thailand en verkoopt het als nicheproduct. Dat deze ecologische farm ook nog eens een vertical farm had van 300 m² (netto teeltoppervlakte), waar de salade vandaan kwam, dat was voor mij een nieuwe combinatie. Arme mensen kunnen meer verdienen met vertical farming dan met biologische producten vertelde ze. Logisch dus… De farm ging opschalen in een oude textielfabriek die door Alibaba.com nu leeg stond. Ze hadden wel een idee voor een nieuw gewas, aardbei.
Hoewel ik niet echt Hollandse souvenirs bij me had, heb ik haar blij gemaakt met onze stroopwafels, uitgelegd hoe je ze ongeveer maakt en de hoop uitgesproken dat dit product in Thailand veel belangrijker gaat worden dan Duitse worst. In het nieuwe jaar kom ik er wellicht weer.
Jasper den Besten, Lector Nieuwe Teeltsystemen HAS Hogeschool