Duijvestijn Tomaten in Pijnacker is in 2015 gekozen tot ‘beste tomatenteler van de wereld’ op het gebied van Crop & Process Technology. Ted Duijvestijn legt uit aan welke innovaties zijn bedrijf momenteel werkt en hoe ze tot stand zijn gekomen. Een gesprek met een bevlogen ondernemer.
We spreken Ted Duijvestijn op zijn bedrijf in het Innovation Center.
Waarom Innovation Center?
“In 2011 gingen we van aardgas over op aardwarmte. Dat leidde tot veel extra bezoekers. In 2013 bouwden we de ID Kas. We vroegen ons toen af hoe we probleemloos bezoekers konden blijven ontvangen. Zo kwamen we op het idee van het Innovation Center, met een grote ontvangstruimte en een balkon waar je zicht hebt over de ID Kas. Hygiëne en veiligheid zijn voor ons heel belangrijk. Nu kunnen we mensen ontvangen en we kunnen ze wat laten zien, zonder dat die hygiëne en veiligheid in het gedrang komen. Ook je klanten kun je zo op een goede manier ontvangen, terwijl de werkzaamheden op het bedrijf gewoon door kunnen gaan.”
Maar waarom die naam?
“Ons bedrijf is via een aantal stappen gegroeid, naar nu 14,5 hectare. Toen vroegen we ons af: ‘Hoe gaan we nu verder: gaan we voor kostenbesparing of liggen er andere kansen?’ We bedachten dat vernieuwen ons het beste ligt en juist nieuwe kansen biedt. Dit is ons Innovation Center. Regelmatig houden we hier brainstormsessies. Hier vragen we ons af hoe we op veranderingen kunnen inspelen en wat nou echt belangrijk is. Daar is een aantal innovaties uit naar voren gekomen, zoals de ID Kas. Centraal in onze brainstormsessies staat duurzaam, duurzaam en nog eens duurzaam. En natuurlijk vragen we ons bij alle ideeën af: wat verdien je eraan, wat heb je eraan.”
U koos voor geothermie omdat dat duurzaam is?
“Duurzaamheid stond centraal bij deze keuze, maar uiteraard moest de investering ook rendabel zijn. We stapten er in 2011 op over. Dat jaar hadden we in de zomer door het warme weer warmte ‘over’. Door de EHEC-crisis hadden we ook product over. Zo kwamen we op het idee ovengedroogde tomaten te maken. Dat is inspelen op de lange termijn en kijken of je daarin een positie kunt verwerven. Dan kijk je naar de bank: kun je de euro’s en de kennisontwikkeling binnenhalen? Daar leer je weer dingen uit die je verder brengen. We ontwierpen een machine waarmee je op basis van geothermische warmte tomaten kunt drogen. We hebben tomaten getest op inhoudsstoffen, smaak, temperatuur, tijd, rassen… Alles hebben we getest.” Met gepaste trots laat Duijvestijn het resultaat zien, partjes gedroogde tomaat verpakt in ronde bakjes en met diverse smaken. De tomaten komen van het eigen bedrijf en worden vermarkt onder de naam Frezta, ‘ovengedroogde Hollandse tomaten’.
Is ‘Ovengedroogd’ niet misleidend? Echt ingedroogd zijn ze niet.
“Ze worden semi-gedroogd en we voegen diverse smaken toe, aangevuld met wat olie. Ze moeten dan ook in de koelkast worden bewaard.”
Was het niet moeilijk afnemers te vinden?
“Daar werken we nog steeds aan. Het is een kwestie van afnemers interesseren en geleidelijk een markt opbouwen. Inmiddels kunnen we diverse supermarkten, restaurants en delicatessenwinkels tot onze klanten rekenen. Daarnaast ontwikkelden we een tapenade, die we onder de naam Tomenade vermarkten.”
Uw volgende innovatie was de ID Kas.
“Wij zagen in nieuwe kassystemen weinig ontwikkelingen die je een stuk verder zouden kunnen helpen. Alleen werden de constructies hoger. Echt belangrijk is licht. Daarnaast blijft energieverbruik belangrijk, ook al heb je geothermie. Wij vroegen ons af hoe je beide kunt combineren en het energiegebruik verder kunt optimaliseren. We kwamen uit op dubbel glas. De K-waarde daarvan is dubbel zo efficiënt als van gewoon glas. We zijn een pilot gestart, samen met de WUR, afgekeken van een onderzoek dat toen liep met de VenlowEnergy-kas. Het werd de ID Kas, met een oppervlak van 1 hectare. Daar kun je proeven op schaal in doen, zonder dat je te klein bent om echt resultaten te kunnen benoemen.”
Waarin onderscheidt de ID Kas zich van andere?
“De ID Kas heeft ramen van diffuus dubbelglas van 3 bij 2 meter: dubbel zo groot als gebruikelijk. Het is een gedraaide kas met de rijen dwars op de richting van het dek. We hebben voor deze constructie gekozen omdat daarmee het licht optimaal in het gewas komt. Door die constructie komen de krachten binnen de kas bovendien waar ze horen. Het scherm loopt van goot naar goot, waardoor het schermpakket onder de goot sluit en daardoor nauwelijks licht wegvangt. Op de bovenrand van de nokluchting zit een roostertje. Dat roostertje voorkomt inregenen als de luchting een klein beetje openstaat. De buitenzijde heeft als extra een schuine wand. Dat verstevigt de constructie en je kunt er apparatuur plaatsen, zoals de luchtbehandelingskasten (LBK’s).”
Voldoet de kas aan uw verwachting?
“We kozen deze kas om tomaten te telen met zo min mogelijk input aan energie. Het eerste jaar heeft de WUR daar begeleiding in gegeven. We haalden een energiebesparing van 60 procent, dankzij verwarming met uitsluitend laagwaardige energie. Het water van de aardwarmte is 75°C. Dat wordt in de standaardkas – afhankelijk van de retour – uitgekoeld naar 45°C en gaat vervolgens naar de ID Kas. De uitdaging is om dat water in de ID Kas tot 25°C terug te krijgen. Hierdoor benut je de aardwarmte maximaal. Je krijgt het verwarmingswater – na toepassing in de standaardkas – min of meer voor niets, maar het is het eerste jaar helaas wel ten koste gegaan van de kwaliteit.”
Dus de kas voldoet niet?
“Het kwaliteitslevel gaat jaarlijks omhoog, dat zie je nu al in het tweede jaar. Het eerste jaar is het vooral goed kijken of de installaties goed werken. Je gaat in de klimaatinstellingen dan niet teveel langs de randjes werken. Dit tweede jaar proberen we 50 procent besparing te halen, gekoppeld aan meer productie met de juiste kwaliteit.”
“Het eerste jaar hebben we die 50 procent doelstelling gehaald, niet de productie. Het grote probleem bleek lichtverlies door condensatie op het glas. Zowel op de binnen- als de buitenzijde van het glas zat een HR-coating tegen lichtreflectie; want je wilt uiteindelijk toch net zoveel licht binnenhalen als gewoon glas. Die coating geeft op het glas een soort van heel kleine piramidetjes waar condensatiedruppels op blijven hangen. Die coating is er nu aan de binnenkant afgehaald. Nu vloeit het vocht beter weg. Er zijn nog wel enkele procenten lichtverlies ten opzichte van enkel glas, maar er gaat vergeleken met vorig jaar nu wel 5 procent meer licht door.”
Dus de kas voldoet wel?
“Het is nu veel te vroeg om daar iets over te zeggen. Het verlies aan licht willen we via de constructie terugpakken. Je kunt het op de tekentafel nog zo mooi bedenken, pas in de praktijk kom je te weten hoe het echt zit. Alleen daar kun je het testen en kom je meer te weten. De CO2-voorziening – afkomstig van Ocap – hebben we bijvoorbeeld dit tweede jaar aangepast. Die gaf weleens niet de juiste waarden. Niet meer is die met kunst- en vliegwerk een verlengde van de CO2-voorziening in de andere kassen; er is nu een rechtstreekse volwaardige aanvoer. De gedachte energiebesparing hebben we gehaald, nu verbeteren we in stappen de productie. Na een jaar kun je onmogelijk conclusies trekken, na een jaar of drie kun je er wat van zeggen. Ondertussen breng je de uitdagingen in beeld, zoek je naar verbeteringen en leer je ervan.”
Kun je met zo’n smalle nokluchting wel voldoende ventileren?
“In de kas was de luchting netjes afgegaasd. Insecten konden daardoor niet meer binnen komen, waardoor de MRL’s in onze tomaten waarschijnlijk nóg verder naar beneden zouden kunnen. Het werken met natuurlijke vijanden zou dan nog verder kunnen worden geoptimaliseerd. Door het fijne gaas bleek de luchtuitwisseling echter niet altijd optimaal; vooral bij weinig wind met warm en vochtig weer. Onder die omstandigheid raakten de planten in de stress. Dat idee hebben we daarom toch losgelaten, want stress kost kwaliteit en productie. Nu dat gaas er niet meer zit, merken we dat de klimaatregeling in samenwerking met de LBK’s veel nauwkeuriger is.”
Verwacht u meer kassen met een dek van dubbelglas?
“Kijkend naar de energiebesparing, verwachten we er veel van. Maar economisch gezien moeten er nog wel stappen gemaakt worden. De prijs van dubbel glas is nu nog vrij hoog.
Duijvestijn Tomaten in Pijnacker is in 2015 op het gebied van Crop & Process Technology gekozen tot ‘beste tomatenteler ter wereld’. Dat vond een jury die bepaalde wie de bijbehorende Tomato Inspiration Award moest winnen. Niet zomaar een jury, met Gene Giacomelli (Universiteit Arizona, USA), Ep Heuvelink (Universiteit Wageningen, Nederland), Stefanie de Pascale (Universiteit Napels, Italië) en Tadahisa Higashide (Instituut NARO, Japan). Duijvestijn Tomaten teelt 14,5 hectare tomaten met vooral ronde- en pruimtomaten. Daarnaast teelt ze Silky Pink, een totaal nieuw type tomaat; een exclusieve roze, maar bovenal fruitige cocktailtomaat.
Dit is deel 1 van het interview met Ted Duijvestijn. Lees ook deel 2.
Tekst en beeld: Tuinbouwteksten.nl, Theo Brakeboer