De hoge gasprijzen dwingen veel telers tot het doen van aanpassingen in hun bedrijfsvoering. Dat is vooralsnog niet aan de orde voor Marius Mans van Mans Flowers in Brakel, die vooral langetermijnposities heeft ingenomen op de gasmarkt. Desondanks is rustig achteroverleunen er niet bij: om onverwachte verliezen te voorkomen – bijvoorbeeld bij het terugleveren van elektriciteit – moet de gerberateler continu de vinger aan de pols houden.

Gerberateler Mans kiest er al jarenlang voor om het merendeel van het gas dat hij nodig heeft –gemiddeld 80 tot 90 procent – voor langere tijd vast te leggen. “Bij het inkopen van gas werken we altijd vijf tot zes jaar vooruit. Op dit moment hebben we posities ingenomen tot 2025, tegen een gasprijs van gemiddeld 16 à 17 cent”, vertelt de teler. Zijn bedrijf Mans Flowers omvat 8 ha mini-gerbera’s en is uitgerust met assimilatiebelichting en drie WKK’s.

Niet speculeren

Op dit moment is Mans vanzelfsprekend blij met de gemaakte keuzes. Ondanks de hoge daggasprijzen hoeft hij geen grootscheepse aanpassingen te doen in zijn bedrijfsvoering en energiestrategie. Maar de teler benadrukt tegelijkertijd dat de focus op langetermijnposities hem de afgelopen jaren ook behoorlijk wat geld heeft gekost. “De laatste jaren waren de daggasprijzen natuurlijk uitermate laag, en zag ik collega’s gas inkopen voor soms wel 7 cent per kuub. Toen heb ik wel af en toe getwijfeld: hanteer ik wel de juiste strategie? Maar ik besloot toch vast te houden aan de ingezette koers. Vooral omdat er in de tuinbouw al zoveel variabelen zijn. Daarbij zijn de energiekosten dusdanig bepalend voor het rendement van een tuinbouwbedrijf dat ik wat dat betreft niet te veel wil speculeren. Ook hebben wij met diverse klanten leveringsafspraken voor de lange termijn, die we graag willen nakomen. Al deze zaken deden me besluiten om toch bij mijn langetermijnstrategie te blijven qua inkoop van energie. En daar plukken we nu de vruchten van.”

Zorgpunten

Hoewel Mans op de gebruikelijke manier door kan telen, moet ook hij op diverse vlakken de vinger aan de pols houden. “Ook wij opereren nu op het scherpst van de snede. Bijvoorbeeld bij de inzet van de WKK en het terugleveren van stroom aan het net. In gerbera belichten we overdag en leveren we in de avond en de nacht elektriciteit terug. In de huidige situatie is het zaak om continu te berekenen hoeveel gas er precies nodig is om de WKK te laten draaien. Dit om te voorkomen dat we over onze contractlimiet gaan en duur gas moeten bijkopen. En vanwege de hoge elektriciteitsprijzen luistert ook het moment dat je de belichting op- en afschakelt heel nauw. Daarnaast kunnen storingen van de WKK veel geld kosten. Wanneer je immers afspraken hebt gemaakt om stroom terug te leveren en de WKK draait onverhoopt niet, zul je moeten inkopen op de onbalansmarkt. Dat is niet wenselijk in de huidige situatie.”
De gerberateler maakt zich daarnaast zorgen over de langetermijngevolgen van de hoge energieprijzen. “Dit werkt immers heel ver door. Ook toeleveranciers zijn meer kwijt aan energie, en gaan hun prijzen wellicht verhogen. En welke impact hebben de hoge energieprijzen op de koopkracht van de consument? Gaan ze straks minder vaak een bloemetje aanschaffen? Dat zijn wel punten van zorg.”

Tegenstrijdige beslissingen

Mans benadrukt tot slot dat hij begrip heeft voor collega’s die de keuze hebben gemaakt om minder gas vast te leggen voor de lange termijn. “Het was wel te verwachten dat de gasprijzen omhoog zouden gaan, door alle keuzes die nationaal en internationaal zijn gemaakt, maar deze bizarre taferelen had niemand kunnen voorzien.”
De teler vindt dat in Europa tegenstrijdige beslissingen zijn genomen qua energievoorziening en noemt dit ‘onbegrijpelijk’. “In Nederland wordt gestopt met de winning van aardgas in Groningen, terwijl men tegelijkertijd kern- en kolencentrales sluit in Duitsland. En daar juist switcht naar het gas. Daarmee vraag je natuurlijk om problemen. En elektrificeren is mijns inziens ook niet de oplossing: daarvoor zijn er te weinig kerncentrales en ook de infrastructuur is hier nog helemaal niet op toegerust.”

Tekst: Ank van Lier