Om problemen met het wortelknobbelaaltje onder controle te krijgen en de inzet van chemie verder te kunnen reduceren, is Westeringh Flowers sinds begin vorig jaar actief bezig met het verbeteren van de bodem- en plantweerbaarheid. Met succes: aaltjes zijn nauwelijks nog een issue en het aantal stoombeurten werd fors teruggebracht. Ook staat het gewas er beter bij en heeft de santinikwekerij minder te stellen met andersoortige ziekten en plagen.

Het wortelknobbelaaltje bezorgde Pim van der Veen in de afgelopen jaren behoorlijk wat hoofdbrekens. “De problemen rezen de pan uit en het aaltje zorgde voor veel uitval”, zegt de teelspecialist van Westeringh Flowers in Varik. Het bedrijf teelt madiba’s, een bloem die tot de productgroep santini hoort. “En er zijn gewoonweg geen chemische middelen meer tegen dit aaltje, stomen is de enige remedie. Op een bepaald moment stoomden we drie keer per jaar. Dat hakte er kostentechnisch behoorlijk in.”

Diverse acties

Hij besloot het daarom over een andere boeg te gooien en in te zetten op een betere bodem- en plantweerbaarheid. Samen met Royal Brinkman stelde hij hiervoor een strategie op. “We hebben diverse acties ondernomen. Zo voegen we gunstige bacteriën en schimmels toe aan het gietwater, om op die manier de goede bodembiologie te stimuleren. En deze wordt nog extra ondersteund door fermentatieproducten mee te geven met het gietwater. Al deze zaken dragen bij aan een betere bodemweerbaarheid.”
Ook de kwaliteit van het gietwater werd aangepakt: om de kwaliteit van het inkomende water te verbeteren, werden twee installaties van het Amerikaanse bedrijf Moleaer geïnstalleerd bij de waterbassins. Deze gasinjectie-techniek brengt minuscule gasbelletjes in het water. “De installaties verhogen het zuurstofgehalte in het water en dus ook in de bodem. En dat is positief voor de wortelontwikkeling.”

Dubbele winst

De aanpak sorteert duidelijk effect, geeft Van der Veen aan. Zo staat het gewas er beter bij en zijn de problemen met het wortelknobbelaaltje geminimaliseerd. “Het gewas groeit uniformer weg, de kleur en het volume van het gewas zijn beter en ook het wortelvolume is verbeterd. Soms hebben we nog wel eens een aaltjesplek, maar het gewas groeit daar dan overheen en herstelt zich weer. Hierdoor is drie keer per jaar stomen niet meer aan de orde. We stomen nu nog slechts één keer per jaar, puur voor de zekerheid. Om in de winter niet onverwacht in de problemen te komen en om het onkruid onder controle te houden. Dus we stomen minder én we hebben fors minder aaltjesaantasting. Dat is dubbele winst.”

Betere bodemstructuur

De teeltspecialist geeft daarnaast aan dat hij minder te stellen heeft met andersoortige ziekten en plagen. “Dat is ook logisch: een plant die goed in zijn vel zit, is minder vatbaar. Zo hebben we bijvoorbeeld minder te stellen met trips. Hierdoor hoeven we minder chemie in te zetten; dat is ook een belangrijk winstpunt.”
Hij merkt verder dat de bodemstructuur is verbeterd, doordat onder meer het organische stofgehalte daalde. “Bij een hoog organisch stofgehalte verslempt je bodem, slaat deze dicht. Dat is niet goed voor de wortelontwikkeling. Doordat we het bodemleven stimuleren, is de structuur van de bodem meer open. En dat komt de wortelontwikkeling ten goede. Kortom: deze werkwijze levert alleen maar winst op voor de plant.”

Stoppen bedrijf

Of de aanpak ook euro’s scheelt, durft Van der Veen niet te zeggen. “De genomen maatregelen zijn niet goedkoop. Maar stomen is ook duur. Ik heb echter nooit uitgerekend wat het verschil in kosten is. Maar deze manier van werken voelt gewoon beter.”
De teeltspecialist gaat hier dan ook zeker mee door, ondanks dat Westeringh Flowers in september volgend jaar stopt met telen. “Dit als gevolg van de energieprijzen, alle investeringen die op de tuinbouw afkomen en het feit dat er geen opvolger is. Maar totdat we de laatste bloem afleveren, blijven we deze strategie hanteren. We willen tot het eind goede kwaliteit afleveren.”

Tekst: Ank van Lier, beeld: Wilma Slegers