Op veel vruchtgroentekwekerijen heeft NeemAzal-T/S al jaren een vaste plaats in de geïntegreerde plaagbestrijding. Dit gewasbeschermingsmiddel bevat azadirachtine A, afkomstig uit zaad van de neemboom. Technisch adviseur Tjeerd Peeters legt uit hoe het werkt en hoe je het optimaal toepast in paprika en tomaat.
Telers zijn steeds meer aangewezen op biologische bestrijders en gewasbeschermingsmiddelen. Chemische middelen moeten selectief en spaarzaam worden ingezet om hun werking en toelating te behouden. Ze kunnen nuttig zijn bij plotselinge plagen of om een teelt schoon te beginnen en eindigen. Gelukkig neemt het aanbod van ‘groene’ middelen toe, waardoor een preventieve systeemaanpak mogelijk is.
Unieke werking
NeemAzal-T/S was het eerste toegelaten product op basis van azadirachtine A en geldt nog steeds als het meest effectief. Veel telers gebruiken het tegen jonge rupsen, wittevlieg, mineervlieg en bladluizen. Ook spint en trips krijgen een stevige tik.
Na opname door het insect blokkeert het middel stoffen die essentieel zijn voor het vervellingsproces, waardoor larven en nimfen niet verder ontwikkelen en sterven. Peeters: “NeemAzal heeft een brede werking en is goed te combineren met natuurlijke vijanden. Dankzij de plantaardige olie-formulering wordt het al binnen twee uur goed door het blad opgenomen.”
Een deel van de werkzame stof wordt translaminair naar de onderzijde van het blad getransporteerd, precies waar veel belagers zitten. “Bijna elk plaaginsect dat vreet of plantensap opzuigt, krijgt de stof binnen.”
Toepassing in tomaat en paprika
- Tomaat: maximaal 18 toepassingen per jaar. Aanbevolen wordt zes blokbehandelingen van drie wekelijkse bespuitingen, met zes weken ertussen. Dit helpt om jonge rupsen van de Turkse mot en Tuta absoluta en wittevlieg te onderdrukken.
- Paprika: één blokbehandeling per teelt met drie opeenvolgende toepassingen. Hier zijn bladluizen, rupsen en trips de voornaamste doelwitten.
Drie opeenvolgende bespuitingen beschermen nieuwe gewasdelen en doorbreken de generatiecyclus van vervellende insecten. Na zo’n behandeling kunnen biologische bestrijders en andere groene middelen het stokje overnemen. Bij lage, stabiele plaagdruk kan de blokbehandeling in tomaat na meer dan zes weken worden herhaald. Peeters: “Met zes blokbehandelingen benut je NeemAzal-T/S maximaal gedurende bijna de hele teelt.”
Roofwantsen en bijvoeren
Macrolophus, een roofwants, is effectief tegen plagen maar kan gevoelig zijn voor azadirachtine. Peeters adviseert: “Spuit niet tijdens de opbouwfase van de Macrolophus-populatie. Start bijvoeren een week voorafgaand aan de eerste NeemAzal-bespuiting en stop dit enkele dagen na de derde bespuiting, zodat de roofwantsen daarna weer actief op zoek gaan naar prooi.”
Optimale spuittechniek
NeemAzal-T/S wordt door de plant opgenomen en werkt translaminair, maar een goede spuittechniek blijft belangrijk. Peeters adviseert:
- Zorg voor een zo volledige mogelijke gewasbedekking zonder afdruipen.
- Spuitboom en hoeveelheid spuitvloeistof afstemmen op gewashoogte en -dichtheid.
- Werkdruk niet te hoog instellen om verspilling en emissie te voorkomen.
NeemAzal-T/S is een effectief en duurzaam gewasbeschermingsmiddel tegen diverse plagen in tomaat en paprika. Door de juiste toepassing en spuittechniek kan het optimaal worden benut binnen een geïntegreerde beschermingsstrategie.
Meer informatie vind je op nufarm.com/nl