Footprinting zal in eerste instantie meer inzicht opleveren waar verduurzaming het meest oplevert, verwacht Mark Zwinkels, directeur van Colours of Nature. “De eerste stap is: werken aan bewustwording wat de grootste impactfactor is en welke maatregelen we kunnen nemen om een lagere footprint te realiseren. Ik vind het ook heel interessant om een boeket te vergelijken met bijvoorbeeld chocola, want daar concurreren wij mee in het cadeausegment. Dus wat doet nou zo’n reep Cote d’Or in vergelijking met een bosje germini’s.”
Zwinkels nam deze week deel aan het Tuinbouw Footprint Event in Schipluiden. Telersvereniging Colours of Nature is al drie jaar bezig met footprinting. Hij vindt dat de bedrijven lang genoeg hebben vertrouwd op belangenorganisaties, wat duurzaamheid betreft.
We moeten het als telers zelf willen
“We zagen dat het thema zó de corebusiness van onze bedrijven ging raken dat je dat niet meer alleen aan partijen als Glastuinbouw Nederland zou moeten overlaten, maar daar eigenlijk zelf voor moet gaan staan. De quote die ik wil afgeven is: we moeten niet van alles omdat de regelgeving dat zegt, we moeten het ook willen. Als je je mindset verandert van ‘ik moet’ naar ‘ik wil’ en ‘ik wil minder impact maken’ dan is het wel mogelijk. Dat moet je natuurlijk kunnen meten, het effect van je maatregelen, en dan kan footprinting een leuk spel worden. Om zo de driehoek tussen waste, kosten en footprint te optimaliseren.”
Duivelsdriehoek
De geboren en getogen Westlander (48) geeft leiding aan de telersvereniging, die jaarlijks met vijf leden op 33 ha circa 250 miljoen germini’s produceren. “Ooit hebben we besloten, al 20 jaar geleden, om centraal de verkoop en logistiek te laten doen. Ik geef leiding aan de verkooporganisatie. Wij zitten samen met een aantal andere telersverenigingen en grote telers in Sierteeltversnellers, onder andere met Ter Laak Orchids en Zentoo. Daar praten we onder meer over duurzaamheid. Dus hoe krijg je die − zeg maar − duivelsdriehoek goed. Hoe kunnen we onze bedrijven optimaliseren als het gaat om duurzaamheid, en kunnen we tegelijkertijd geld blijven verdienen en ervoor zorgen dat je andere partijen meekrijgt om die veranderingen op gang te krijgen.”
Buikgevoel versus data
Voor wie is die footprint belangrijk? “In eerste instantie voor onszelf, om meer inzicht te krijgen. Want er gebeuren veel dingen in onze sector op buikgevoel. Met de introductie van data, zoals verkoopcijfers, is er veel meer inzicht gekomen. Op het gebied van verduurzaming wordt dat vertaald naar data, in dit geval naar footprinting. Dan kun je ook zien waar je je tijd en energie in moet gaan steken om je footprint effectief te verlagen. Zonder cijfermatig inzicht is dat veel lastiger.”
Hij vervolgt: “Wij hebben 16 impact categorieën om de footprint mee te berekenen. Heel vaak wordt footprint gelijkgeschakeld aan CO₂-footprint en misschien is dat het meest relevant op dit moment. Het is niet helemaal juist, maar wel begrijpelijk. In de hele keten is het gebruik van aardgas een hele grote impact-categorie. En die vindt met name plaats bij de productiebedrijven en veel minder bij de handelsbedrijven. Ik weet zeker dat water na CO₂ topprioriteit is of wordt en toxiciteit daar heel snel achteraan volgt.”
Rekenregels
De CSDR-wetgeving schrijft voor dat handelsbedrijven die footprint − volgens de FloriPEFCR-methodiek − moeten rapporteren: “Ja, uiteindelijk de hele keten. Dat is een van de redenen waarom wij met de rekentool van Greenhouse Sustainability aan de gang zijn gegaan, omdat zij ook voor de handelshuizen een tool hebben ontwikkeld, zodat je die bij elkaar kunt optellen. We zijn hartstikke blij dat er nu een Europees goedgekeurde rekenmethode is met de rekenregels van de FloriPEFCR. Dat daar geen misverstanden meer over kunnen bestaan. Wij moeten dat gaan vertalen naar onze klant en die weer naar hun consument. Daar ligt een hele mooie taak.”
Zwinkels verwacht dat sommige supermarktketens binnen vijf jaar boeketten gaan aanbieden op basis van CO₂-footprint. “Zeg dat de score bijvoorbeeld niet hoger mag zijn dan 100 gram CO₂ per boeket. Dan wordt op basis hiervan een keuze gemaakt welke producten hier dan in kunnen en welke niet bijvoorbeeld. Er zullen partijen zijn die een klimaatneutraal boeket gaan aanbieden, omdat dat past binnen hun sustainable (marketing)verhaal.”
Referentie
Zwinkels ziet meer voordelen van footprinting: “Je kunt nu de impact van een boeket gaan vergelijken met een reep chocola, daar concurreren wij mee in het cadeausegment. Dat geldt niet alleen voor de sierteelt, maar ook voor andere productcategorieën. Dus wat doet nou zo’n Cote d’Or reep in vergelijking met een bosje germini’s. Dat vind ik heel interessant.”
Maar of de footprint over vijf jaar standaard op elke verpakking voor de consument staat, met een QR-code of getallenreeks, betwijfelt Zwinkels: “Ik vraag me af of een getal gaat helpen. Ik vergelijk het met de ingrediëntenlijst op voeding, waar in 26 verschillende termen staat wat allemaal suiker is. Of er staat ‘light’ of ‘100% suikervrij’ op maar dan zit er iets anders in. Ik geloof nooit dat we de consument zover gaan krijgen dat die dat allemaal gaat begrijpen. Ik zie het als een referentie. Als je dit product koopt staat het gelijk aan iets anders. Belangrijke vraag is: hoe gaan we dat verhaal dan wel over de bühne krijgen. Die retailer vraagt daar ook om: help ons dit richting de consument te vertalen. Maar ik geloof persoonlijk niet in het communiceren van getallen.”
Evolutie of revolutie
Hoeveel consumenten daadwerkelijk interesse hebben in een (duurder) klimaatneutraal boeket, waar de producent meer investeringen voor heeft moeten doen, is afwachten, zegt de directeur. “Je kunt daarin als sector of producent doorschieten en deugend ten onder gaan. Het moet wel economisch haalbaar zijn. Wij zijn nu acht maanden van het jaar fossielvrij aan het produceren, alleen in de wintermaanden red je dat nog niet. Wij stoten als mensen ook CO₂ uit en gaan niet stoppen met mensen maken. Of minder autorijden. Tegelijkertijd moeten we kijken: we beleveren heel Europa. De beleving van de consument is niet overal hetzelfde. Ik geloof heel erg sterk in evolutie en niet in revolutie. En dat je met evolutie veel verder komt uiteindelijk. We moeten realistisch zijn. Maar beweging is er en die moet versneld worden.”
Tekst: Mario Bentvelsen