Zes vruchtgroentetelers gaan meewerken aan een pilot waarmee de ‘autonomous greenhouse’ partners Delphy en AgroEnergy datagedreven teeltsturing naar de praktijk brengen. Dat telen op afstand mogelijk is, staat voor beide bedrijven vast. De uitdaging is om alles wat daarvoor nodig is zodanig bij elkaar te brengen dat telers erop vertrouwen.

“Er kan heel veel met technologie zonder fysieke aanwezigheid van een teler op het bedrijf. Tegelijkertijd gebeurt er in een kas veel waarvoor aandacht vereist is. Een écht autonome kas duurt nog wel drie jaar, maar komt stap voor stap dichterbij.”
Met bovenstaande woorden vat directeur Aad van den Berg van Delphy in Bleiswijk de huidige stand van zaken rond autonoom teeltmanagement samen. De door Wageningen University & Research en het Chinese Tencent georganiseerde Autonomous Greenhouse Challenge bracht in een goede drie maanden echter zoveel teweeg dat één ding duidelijk is: met betrouwbare, realtime data over het weer, de plant en haar directe omgeving kun je in combinatie met hoogwaardige groeimodellen en zelflerende rekenprogramma’s uitstekende teelt- en bedrijfsresultaten boeken.

Naar integrale aanpak

“Je kunt op afstand veel setpoints instellen en beheersen om tot een goede opbrengst te komen”, vult directeur Ronald Hoek van AgroEnergy aan. “De doorlooptijd van de challenge was ruim drie maanden en al na anderhalve maand waren we autonoom met een systeem dat volgens het oordeel van de jury redelijk praktijkproof is. Dat gaf ons het vertrouwen om de samenwerking te bestendigen en een pilot op te tuigen waarmee we écht de praktijk in gaan.”
“Toeleveranciers en adviesbureaus in de glastuinbouw zijn gewend om hun producten en diensten binnen het eigen domein te optimaliseren”, vervolgt Hoek. “Ruim twee jaar geleden merkten wij dat er behoefte ontstond aan een meer integrale benadering. Klanten vroegen ons of we naast hun energiemanagement ook de belichtingsinstellingen konden finetunen. De kennis voor de teelt hadden wij echter nog niet in huis, waardoor we destijds voor het eerst met Delphy spraken over mogelijkheden voor samenwerking. De challenge was een prachtige aanleiding om daar concreet mee aan de slag te gaan en een geweldige ervaring voor de medewerkers die in teamverband met elkaar moesten samenwerken. Het smaakte naar meer.”

Pilot met zes bedrijven

Bij de pilot die hieruit voortkomt zijn zes teeltbedrijven betrokken: drie in Nederland en drie in het buitenland. Het zijn vooruitstrevende bedrijven, zowel groot als klein. In eerste instantie met komkommers of tomaten, zodat de (door)ontwikkeling in twee hoofdgewassen handen en voeten kan krijgen. Eén van de bedrijven is Kwekerij Padland uit Brielle (zie kader).
“Onze mensen gaan de mogelijkheden samen met de telers verkennen en evalueren”, licht Van den Berg toe. “Intensieve begeleiding is voor beide partijen wenselijk. Telers krijgen te maken met een bredere dataset, een ander dashboard en met aanbevelingen die af kunnen wijken van wat ze gewend zijn. Wij kunnen in het leertraject onze modellen en rekenprogramma’s verfijnen.”

Veranderende rollen

“Ook groeimodellen zijn op basis van data-analyse te optimaliseren”, merkt Hoek op. “Naarmate je verfijnder gaat meten, meer data verzamelt en geautomatiseerd analyseert op onderlinge verbanden, kun je onder de streep tot betere resultaten komen. Een kunstmatig brein kan zoveel data, instellingen en strategieën met elkaar in verband brengen. Dat kan een mens niet meer bijbenen. In eerste instantie gaat het erom vertrouwen te kweken in het systeem, zodat de telers uiteindelijk autonoom dúrven telen.” 
De noodzaak om die stap te gaan zetten, dient zich gaandeweg aan. Op diverse continenten ontstaan grote bedrijven met meerdere locaties, waarover de in aantal afnemende teeltmanagers en hun adviseurs hun aandacht moeten verdelen. Frequent aanwezig zijn in de kas wordt een steeds grotere opgave. Het antwoord moet komen van geautomatiseerde sturing op afstand, waarbij de teeltmanager de (biologische) strategie bepaalt en het systeem de operatie voor zijn rekening neemt.

Strategisch en tactisch

“Daarmee verandert de rol van zowel de teeltmanager als zijn adviseurs”, stelt Van den Berg. “De groene vingers die op termijn resteren, krijgen een grotere ‘span of control’ en worden bijgestaan door technologie. Teeltadviseurs zullen minder op uitvoerend niveau gaan opereren en – met behoud van groene kennis – meer als systeem- en data-analist. Ook zullen ze meer strategisch en tactisch werken. Dat kan alleen als je alles op een logische manier bij elkaar brengt. Voor ons staat vast dat dit gaat lukken. Het zal veel bestaande businessmodellen ingrijpend veranderen.”

Komkommerteler Jaco den Bakker:

‘Ik vond de resultaten verbluffend’

Komkommerteler Jaco den Bakker van Kwekerij Padland uit Brielle was jurylid bij de Autonomous Greenhouse Challenge en is een van de zes deelnemers aan de pilot. “De challenge was leerzaam en een echte eyeopener. Nu kan ik de opgedane kennis zelf in praktijk brengen.”

 

Den Bakker teelt op 2,5 ha komkommers aan de hoge draad en maakte deel uit van de BCO die de komkommerproef in de Winterlichtkas bij Wageningen University & Research in Bleiswijk begeleidt. “De organisatie wilde graag een praktiserend teler in de jury en dat ben ik dus geworden”, zegt hij over zijn betrokkenheid bij het grensverleggende project.
Tijdens de challenge bleek al snel dat er met kunstmatige intelligentie veel meer mogelijk is dan velen voor mogelijk hielden. De meeste teams waren erg goed in het analyseren van de beschikbare data en wisten de uitkomsten op basis van groeimodellen en eigen rekentools te vertalen in klinkende teeltresultaten. “Het was voor iedereen een razendsnel leertraject”, aldus het voormalige jurylid. The Croperators, het team van beide ‘autonomous greenhouse’ partners onderscheidde zich volgens de komkommerteler vooral door de praktische toepasbaarheid van hun systeem.

 

Vraag groeit snel

De teler is blij dat de beide kennispartners direct doorpakken. “De vraag naar technologie die telen op afstand faciliteert, neemt snel toe”, zegt hij. “Het aantal ondernemingen daalt gestaag, terwijl de oppervlakte per bedrijf blijft stijgen. Groene vingers worden schaarser en de vakkundige telers die overblijven, verdelen hun aandacht vaak over meerdere locaties, soms zelfs in verschillende landen. Aan de advieskant zie je eenzelfde tendens.”
“Met de huidige computers en modellen kom je eigenlijk sturingsmogelijkheden tekort”, vervolgt Den Bakker. “De technologie om autonoom telen naar een hoger niveau te tillen is aanwezig, maar moet verder worden geïntegreerd en verfijnd. De pilot waaraan ik nu mag deelnemen, gaat daarin voorzien. Ik zie er naar uit om daar zelf ervaring mee op te doen. Het leuke is dat de rekenmodellen ook leren van mijn strategie. Mijn verwachting is dat dit samenspel binnen afzienbare tijd resulteert in datagedreven tools die mij ondersteunen en beter onderbouwde beslissingen laat nemen.”

Tekst en beeld: Jan van Staalduinen