Onderzoekers van Wageningen University & Research (WUR) oogsten deze week de eerste ‘Nederbananen’; bananen die in een Nederlandse kas zijn geteeld. Boerenhart, een leverancier van boerenproducten uit de streek van de Gelderse Vallei en de Veluw, biedt de bananen daarna als ‘streekproduct’ aan bij regionale restaurants en ziekenhuizen.
De teelt vond plaats op twee verschillende soorten ondergrond: het turfachtige cocopeat en steenwol waarin een agressieve schimmel zich niet vestigt. De bananen groeiden dus in substraat in potten, in tegenstelling tot de traditionele bananenteelt.
Antwoord op Panamaziekte
“Met het experiment onderzoeken we of deze teelt perspectieven biedt voor verder onderzoek naar het beheersen van de Panamaziekte”, aldus hoogleraar Tropische plantenziektekunde Gert Kema. “Deze ziekte bedreigt de banaan elders in de wereld en vormt daar een grote bedreiging voor de teelt. Dus hebben we de banaan uit de bodem gehaald.”
Uniek experiment
Het unieke onderzoeksexperiment vindt plaats in de kassen van het proefbedrijf Unifarm in Wageningen. “Voor het 100-jarig bestaan van WUR bedachten we samen met Boerenhart dit plan: het telen van een regionale banaan in de Wageningse kassen,” zegt Kema. WUR begon in januari dit jaar met de teelt van de bananen in kunstmatige bodem.
Succesvol steenwol
De eerste resultaten van het experiment zijn hoopgevend volgens professor Kema. “De bananenplanten groeien uitstekend op cocopeat en steenwolsubstraat met enkel een voedingsoplossing. Voordeel van de substraatteelt is dat voedingsstoffen beter kunnen worden afgestemd op de behoefte. Bovendien voorkom je verliezen, mogelijk zo’n 30%, door lekkage.”
Geen ziektebestrijding
Een extra voordeel van de substraatkweek van bananen in de kas is dat er geen ziektebestrijding nodig is. “De teelt is daardoor duurzamer dan die in traditionele productiegebieden”, geeft Kema aan. Er zijn nog wel leerpunten voor de teelt van de Nederbanaan, waarvan momenteel zestig planten bij Unifarm staan. Kema: “We hebben geleerd dat de plantdichtheid op dit moment te hoog is. Dat gaan we aanpassen, zodat we meer licht hebben en de trossen sneller afrijpen.”
Ontwikkeling duurzame bananenteelt
Op dit moment zijn de bananen uit de Wageningse kassen klaar voor de oogst. Na het oogsten gaan de Nederbananen naar Chiquita die de vruchten in een afrijpingsinstallatie legt, waarna ze klaar zijn voor de verkoop. Maar het experiment is groter dan de lokale teelt en verkoop van bananen in Nederland: “We zijn op weg naar het ontwikkelen van een duurzame bananenteelt met diverse bananen die resistent zijn tegen ziektes en die worden geteeld in een gezonde bodem in een verantwoord sociaal klimaat,” zegt Kema.
Kritiek
Niet iedereen is onverdeeld positief over het project waarbij WUR bananen teelt in de Nederlandse kas. Zo zet voorzitter van Plant Health Cure Pius Floris in een tweet zijn vraagtekens bij de duurzaamheid van het kweken van de Nederbananen. Floris claimt bovendien dat het oplossen van het Fusariumprobleem ook op andere manieren mogelijk is. “PHC bewijst dit in de echte bananenlanden”, aldus Floris.
Voortzetting bananenproject
Ondanks de kritiek hebben enkele projectpartners toch interesse om deze manier van bananenteelt voort te zetten, om zo een kleine regionale markt te bedienen. “Denk aan consumenten of restaurants en ziekenhuizen in de regio. Zo kunnen we ook een start maken met het telen van andere rassen, voor een diverser aanbod. Bovendien plannen we een proef in de Filippijnen om na te gaan hoe precisieteelt onder ideale omstandigheden verloopt.”
Bron: Wageningen University & Research